Windverbanden modelleren
U kunt in Tekla Structures diverse systeem- en gebruikerscomponenten gebruiken om windverbanden te modelleren.
In dit artikel wordt beschreven hoe u windverbanden in een gevel en in het dakvlak kunt modelleren. Tevens wordt het principe van het inkorten van windverbanden uitgelegd.
Windverbanden in een gevelvlak
1. Dubbelklik op het commando Ligger, het dialoogvenster Stalen ligger wordt geopend.
2. Selecteer de instelling wvb.
3. Standaard wordt een L60/6 geladen. Wijzig het Profiel naar bijvoorbeeld PL10*60 voor windverbanden in de gevels.
4. Selecteer Links in het veld Op vlak en vul 5 in. Het windverband wordt daardoor rechts gepositioneerd op een afstand van 5 mm.
5. Klik op het commando Ligger en positioneer een windverbandstaaf van linksonder naar rechtsboven, gevolgd door een windverbandstaaf van rechtsonder naar linksboven.
6. Plaats de windverbandstaven in het midden van de kolommen.
7. Selecteer een systeemcomponent, bijvoorbeeld Windverband gebout (11) en verbind de staven aan de kolommen.
Windverbanden in een plat dakvlak
Bijvoorbeeld voor een L60/6 naar
30, of In diepte op Voor of Achter te zetten. Vaak is het gewenst dat de hoekstalen tegen elkaar liggen. In dat geval dient per windverbandkruis één staaf 180 graden gedraaid te worden, oftewel de Rotatie van Onder naar Boven te wijzigen.Als er ter plaatse van een knoopplaat twee aansluitende windverbanden aan de onderkant van de knoopplaat verbonden worden dan dient de dikte van de knoopplaat als speling tussen de windverbanden meegenomen te worden.
Windverbanden in een schuin dakvlak
- De commando’s Door drie punten en Werkvlaktool in het tabblad Venster en
- het commando Werkvlak parallel aan bovenvlak onderdeel in het zoekvenster Snel starten gebruiken:
Als het werkvlak gelijk ligt aan de dakliggers, kunt u een venster maken dat gelijk ligt aan het hellende dakvlak. Dit kan op 2 manieren:
Optie 1
1. Leg het werkvlak gelijk aan de dakligger.
2. Klik op tabblad Venster > Nieuw aanzicht op het commando Op werkvlak.
Er wordt een modelvenster gemaakt dat loodrecht op het dakvlak kijkt.
Bedenk dat dit venster over dezelfde eigenschappen beschikt als het huidige venster en dat de vensternaam wellicht tussen haakjes staat (het is dan een tijdelijk venster).
Als het venster moet worden bewaard kunt u de naam van het venster als volgt wijzigen:
1. Dubbelklik op het modelvenster.
2. Wijzig de naam van het modelvenster.
3. Klik op Wijzig en OK.
Optie 2
1. Klik in het tabblad Venster op Venstereigenschappen om het dialoogvenster Venstereigenschappen te openen.
2. Laad of maak de instelling dakvlak en pas de naam van het venster aan. Klik op OK.
3. Klik in het tabblad Venster op Nieuw aanzicht > Door drie punten.
4. Wijs de punten aan om het nieuwe venster te maken.
Als volgens één van bovenstaande opties een venster is aangemaakt dan doet u het volgende om de windverbanden te maken:
1. Plaats de eventuele referentiepunten van de windverbanden op de dakligger.
2. Selecteer de liggerinstelling wvb en positioneer de windverbanden.
3. Wijzig de positie van de windverbanden zodat deze elkaar niet kruisen.
4. Vervolgens de windverbanden met bijv. component Windverband gebout (11) aan de dakliggers bevestigen.
Een andere mogelijkheid om windverbanden te modelleren zonder eerst een venster aan te maken van het dakvlak is de volgende:
1. Zet in een as aanzicht de referentiepunten uit op de dakligger.
2. Kopieer de referentiepunten naar het volgende stramien.
3. Leg in een 3D venster het werkvlak gelijk aan de dakliggers.
4. Modelleer de windverbanden door op de punten te snappen.
Punten uitzetten in het as aanzicht:
In een 3D venster de windverbanden modelleren:
Windverbanden inkorten
1. Dubbelklik op een windverband om het dialoogvenster Stalen ligger te openen.
2. Klik op de knop Gebruikersattributen...
3. Vul een waarde in het veld Inkorten windverband in.
|
Image
|
Nadat u een waarde ingevuld hebt, klikt u op Wijzig en Annuleren of op Wijzig en Sluiten. Als u op Toepassen en OK klikt, wordt de waarde de volgende keer automatisch ingevuld, dit leidt bijvoorbeeld tot te korte liggers. Doe dit alleen wanneer het model klaar is zodat u voorkomt dat ook liggers en/of kolommen deze optie meekrijgen! |
|
Image
|
Kanttekening bij het invullen van veld Waarde (bijvoorbeeld Inkorten), het veld leeg laten of 0 invullen heeft effect op de nummering! |
Hoe werkt het principe?
Voorbeeld
Een windverbandstaaf is 6000 mm lang en deze moet 4 mm ingekort worden. De lengte moet dus 5996 mm worden. Aan beide uiteinden zitten boutgaten 60 mm h.o.h. met een randafstand van 40 mm. Zonder inkorten zouden de afstanden zijn: 40-60-5800-60-40.
Wat gebeurt er in Tekla Structures?
Eerst wordt de totale lengte na inkorten gedeeld door de oorspronkelijke lengte: 5996/6000 = 0.9993.
Vervolgens wordt iedere afstand met deze factor vermenigvuldigd:
0.9993*40 = 39.973 mm
0.9993*60 = 59.960 mm
0.9993*5800 = 5796.133 mm
De maatvoering in Tekla Structures wordt standaard op hele millimeters afgerond. De maatvoering wordt 40-60-5796-60-40. De 4 mm die opgegeven is zit dus in de langste afstand, tussen de 2 boutgroepen.
In dit geval levert dit geen probleem op, maar wanneer de staaf veel korter is of de inkortwaarde veel groter, kunnen er (afrond)problemen optreden.
Voorbeeld
Een windverband van 2000 mm die 20 mm ingekort wordt.
Wat gebeurt er nu in Tekla Structures?
Eerst wordt de totale lengte na inkorten gedeeld door de oorspronkelijke lengte: 1980/2000 = 0.99.
Vervolgens wordt iedere afstand weer met deze factor vermenigvuldigd:
0.99*40 = 39.6 mm
0.99*60 = 59.4 mm
0.99*1800 = 1782 mm
De maatvoering wordt standaard op hele millimeters afgerond. De maatvoering wordt dan dus 40-59-1782-59-40. De opgegeven 20 mm zit dus nu niet alleen in de langste afstand, maar ook tussen de bouten van iedere boutgroep.
Klik hier voor gedetailleerde informatie over de opties voor het inkorten (en de voortoog) in het eigenschappen dialoogvenster.
Controle van windverbanden
Met behulp van de lijsten Gebruikersattributen en id_poslijst kunt u controleren of de juiste profielen zijn ingekort.
Deze lijsten tonen in de kolom Inkorten welke profielen ingekort zijn:
|
Image
|
Wanneer u een regel selecteert in de Id_poslijst en u houdt daarbij de toets Z op uw toetsenbord ingedrukt, zoomt Tekla Structures in op de corresponderende onderdelen in het actieve modelvenster. |
Systeemcomponent Windverband gebout (11)
Voordat u systeemcomponent Windverband gebout (11) gaat gebruiken, zorgt u ervoor dat het hoofdonderdeel en het windverband (of de windverbanden) zodanig zijn gepositioneerd dat met de systeemcomponent een correcte verbinding kan worden gemaakt.
In onderstaand voorbeeld zit 10 mm speling tussen de kolom en het windverband voor de knoopplaat die 10 mm dik is en met behulp van systeemcomponent Windverband gebout (11) wordt gemaakt:
Systeemcomponent Windverband gebout (11) is een component met zeer veel mogelijkheden.
Er volgen nu een groot aantal praktische toepassingen waarbij wordt aangegeven waar u wat in moet vullen voor een geschikt resultaat.
De hieronder aangeduide waarde die u op het tabblad Knooplaat in kunt vullen is een minimale afstand en niet exact:
Wanneer u de systeemcomponent toepast, vul dan op het tabblad Knoopplaat in eerste instantie voor de velden b en h niets in:
Er wordt volgens de strippentabel (dit is het bestand fltprops.inp dat is opgeslagen in de map ..:\TeklaStructures\<versie>\Environments\netherlands\profil) een stripmaat gekozen. Desgewenst kunt u daarna een waarde voor de hoogte (h) van de knoopplaat invullen.
Op het tabblad Bouten staaf 1, Bouten staaf 2 en/of Bouten staaf 3 kunt u de volgende waarden invullen:
|
Image
|
Als voor de breedte van de knoopplaat niets is ingevuld, wordt er een stripmaat gekozen. |
Wanneer u één windverband aansluit op een drukker met behulp van het type knoopplaat
op het tabblad Knoopplaat, kan het voorkomen dat er in eerste instantie geen correcte knoopplaat kan worden gemaakt:
Vul dan in het volgende veld op het tabblad Knoopplaat een waarde (bijvoorbeeld 60) in:
De knoopplaat kan nu wel worden gegenereerd:
Het kan voorkomen dat de schetsplaat de eindplaat van de drukker niet kan vinden om er op aan te sluiten:
|
Image
|
Kleine opening tussen de schetsplaat en de eindplaat van de drukker |
|
Image
|
Vul in één van deze twee invulvelden op het tabblad Afbeelding een waarde in. |
Wanneer er sprake is van een asymmetrische boutgroep (de gaten zitten dus niet in het midden van de windverbandstaaf), dan kan het zo zijn dat na het spiegelen de gaten niet op de juiste positie zitten.
Dit kan verholpen worden door de bout offset te wijzigen:
U kunt de knoopplaat een verplaatsing geven op het tabblad Knoopplaat:
Scheluw dakvlak
Als een windverband onder een kleine hoek (in een scheluw dakvlak) aansluit op bijvoorbeeld een dakligger, kunt u het volgende doen om een correcte verbinding te maken zodat de schetsplaat haaks op de dakligger is gepositioneerd en in zowel de schetsplaat als het windverband de gaten in de tekening correct worden weergegeven en bemaat.
Stappenplan
1. Stel het werkvlak in zodat het gelijk loopt met de dakligger, klik hiervoor op Venster > Werkvlak > Werkvlaktool en selecteer de bovenzijde van de dakligger.
2. Maak de verbinding tussen de dakligger en het windverband met systeemcomponent Windverband gebout (11).
3. Dubbelklik op de systeemcomponent en stel op het tabblad Algemeen de richting van de component in op +z. Wijzig de ingevulde hoeken naar "0" en klik op Wijzig:
4. De verbinding wordt opnieuw doorgerekend. Wanneer u nu werkplaatstekeningen maakt van de dakligger en het windverband, worden de gaten correct worden weergegeven en bemaat:
5. Indien nodig, kunt u op het tabblad Knoopplaat de hoeklimiet aanpassen, deze is standaard ingesteld op 2 graden:
Knoopplaat aan binnenzijde/buitenzijde flens
Om de knoopplaat 15 mm terug te leggen ten opzichte van de voorzijde van de flens aan de binnen- of de buitenzijde vult u op tabblad Afbeelding een waarde in:
Knoopplaat aan voorzijde flens
Om de knoopplaat exact aan te laten sluiten op de voorzijde van flens vult u in dit veld "0" in.
Doorgaande knoopplaat
Om een doorgaande knoopplaat met meerdere verbindingen te maken, verbindt u eerst de drukker met de (dak)ligger, bijvoorbeeld met systeemcomponent Eindplaat (144). De drukker wordt nu automatisch gefit:
Deze fitlijn wordt gebruikt om de knoopplaat exact op aan te sluiten.
Gebruik nu systeemcomponent Windverband gebout (11). Wijs de drukker (1) en de windverbanden (2 en 3) aan om de verbinding tussen de koker en de twee windverbanden te maken:
Knoopplaat tegen de drukker
Om 2 enkele knoopplaten tegen de drukker aan te laten sluiten, verbindt u eerst weer de drukker met de (dak)ligger zodat de fitlijn van de toegepaste systeemcomponent wordt gebruikt om de knoopplaat op aan te sluiten:
Gebruik nu systeemcomponent Windverband gebout (11). Wijs de drukker (1) en een windverband (2) aan om de verbinding tussen de koker en het windverband te maken. Doe dit voor beide zijden:
Knoopplaat tegen de voetplaat
Om knoopplaten aan te laten sluiten op voetplaten, modelleert u eerst de voetplaat, bijvoorbeeld met systeemcomponent Voetplaat (1029) of Voetpl. aangel. prof. (1004). De fitlijn wordt weer gebruikt om de knoopplaat op aan te sluiten. Gebruik nu systeemcomponent Windverband gebout (11). Wijs de kolom (1) en het windverband (2) aan om de verbinding te maken:
Voorbeelden systeemcomponent Windverband gebout (11)
Hieronder ziet u een aantal voorbeelden van standaard (in de installatie aanwezige) instellingen van systeemcomponent Windverband gebout (11).
| Instelling | Voorbeeld | Instelling | Voorbeeld |
|---|---|---|---|
| Gelaste verbinding |
Image
|
Kruis gelast gebout |
Image
|
| Kruis gebout |
Image
|
strip |
Image
|
| Kruis gelast |
Image
|
Systeemcomponent Windverbandkruis en drukbalk (13)
Standaard instelling
Met de instelling standard maakt u de volgende verbinding:
Systeemcomponent Windverband gebout (11) wordt nu gebruikt voor de verbinding tussen de kolommen en de windverbanden. Systeemcomponent Kruisende liggers (30) wordt gebruikt om de windverbanden met elkaar te verbinden:
Met de instelling onderbroken kruis maak u de volgende verbinding:
Systeemcomponent Windverband gebout (11) wordt gebruikt voor de verbinding tussen de kolommen en de windverbanden, systeemcomponent Knoopplaat midden (169) wordt gebruikt om een vierkante knoopplaat te maken.
Buis Knoopplaat (20)
Op het tabblad Afbeelding zijn hiervoor de volgende invulvelden gebruikt:
Op het tabblad Bouten staaf 1 zijn hiervoor de volgende invulvelden gebruikt:
Instelling buis
Er wordt een verbinding gemaakt tussen de kolom en een windverbandbuis:
Component Kruisende liggers 1 (30)
Knoopplaat midden (169)
Op het tabblad Knoopplaat definieert u of de plaat gebout of gelast moet worden:
Gebout
Wanneer u de windverbandplaat aan de staven bout kunt u opgeven of de instelling die u invult in het tabblad Bouten staaf 1 ook moet worden gebruikt voor de andere boutgroepen.
Gelast
Willems Ankers modelleren
Met dit voorbeeld model beschikt u in het nieuwe model over specifieke instellingsbestanden en een bestellijst voor de Willems Anker onderdelen. Deze bestanden zitten dus niet in de standaard installatie.
Voor het modelleren van de specifieke profielen zoals Willems Ankers en Willems Drukbuizen dienen de daarvoor bedoelde instellingen gebruikt te worden.
Deze instellingen maken gebruik van bepaalde profielnotaties die alleen in de lijst Willems Anker getoond worden. Profielen die niet met deze instelling zijn aangemaakt worden niet in de lijst opgenomen.
Systeemcomponent Anker (7)
Voorbeeld Enkele aansluiting
Stappenplan:
- Modelleer de kolom en de staaf (staaf met de juiste instelling!).
- Dubbelklik op systeemcomponent Anker (7).
- Laad de instelling die hoort bij de gemodelleerde staafdiameter.
- Wijs de kolom aan en vervolgens de staaf.
- Klik op de middelste muisknop of druk op de spatiebalk.
- De verbinding wordt gemaakt.
Voorbeeld Dubbele aansluiting
Stappenplan:
- Modelleer de kolom en de staven (selecteer de juiste instelling).
- Dubbelklik op systeemcomponent Anker (7).
- Laad de instelling die hoort bij de gemodelleerde staafdiameter.
- Wijs de kolom aan en vervolgens de staven.
- Klik op de middelste muisknop of druk op de spatiebalk.
- De verbinding wordt gemaakt.
Voorbeeld Drievoudige aansluiting
Stappenplan:
- Modelleer de kolom, de staven en de drukbuis (met de juiste instelling).
- Dubbelklik op systeemcomponent Anker (7).
- Laad de instelling die hoort bij de gemodelleerde staafdiameter.
- Wijs de kolom aan, dan de staven en als laatste de drukbuis.
- Klik op de middelste muisknop of druk op de spatiebalk.
- De verbinding wordt gemaakt.
Voorbeeld Meervoudige aansluiting
Bij meerdere onderdelen die in één punt samenkomen, moeten eerst de twee buitenste staven worden aangeklikt en vervolgens de tussenliggende onderdelen.
Modelleer de kolommen, de staven (Willems Ankers) en de Willems Drukbuis. Deel eventueel de staven in het kruispunt. Pas vervolgens de componenten toe.
Systeemcomponent Centrale schijf/ring (18)
Dit systeemcomponent verbindt de trekstaven met een schijf/ring. De knoopplaat kan worden uitgevoerd als een ring of een schijf. Zie voor meer informatie de Helpfile van systeemcomponent Centrale schijf/ring (18).
Stappenplan:
- Modelleer de staven.
- Deel de staven daar waar ze elkaar kruizen, zodat er een aantal (max. 10 staven) in een punt bij elkaar komen.
- Dubbelklik op systeemcomponent Centrale schijf/ring (18).
- Laad de instelling bij de betreffende staafdiameter.
- Wijs de staven aan.
- Klik op de middelste muisknop of gebruik de spatiebalk.
- De verbinding wordt gemaakt.
Gebruikerscomponent WA KIPSTANG
Dit gebruikerscomponent plaatst kipstangen met eventueel sluitplaten. De kipstang kan geplaatst worden door 2 punten aan te klikken. Hiermee wordt gelijk de lengte van de kipstang gedefinieerd. De instellingen genereren de standaardafmetingen voor de Willems Kipstang. Dit gebruikerscomponent heeft de mogelijkheid om hiervan af te wijken.
Gebruikerscomponent WA SPANHUIS
Dit gebruikerscomponent plaatst een spanhuis tussen twee trekstaven. De lengten worden door het gebruikerscomponent automatisch aangepast.
Stappenplan:
- Modelleer de staven of modelleer eerst een trekstaaf, splits deze op de plek waar het midden van het spanhuis moet komen.
- Klik op gebruikerscomponent WA Spanhuis.
- Wijs de staven aan. Het component plaatst nu het spanhuis die hoort bij de diameter van de staven.
Lijst Willems Anker
U kunt van Tekla Warehouse de lijst Willems Anker downloaden.
Deze lijst is speciaal gemaakt om van het Tekla Structures-model een lijst te maken welke direct aan Willems Anker gestuurd kan worden als offerte aanvraag of bestellijst. De lijst toont onder andere systeemmaat (A) en zaagmaat (B).
Voor meer informatie zie ook de Help van systeemcomponent Anker (7).
Voor een Tekla Structures-model (Tekla Structures 21.1) met diverse windverbandtypen en een document met een groot aantal praktische voorbeelden van veelgebruikte systeem- en gebruikers componenten in combinatie met windverbanden, klik hier.