Objectgroepen in objectweergave en in filters gebruiken

Tekla Structures
2022
Tekla Structures

Objectgroepen in objectweergave en in filters gebruiken

In objectgroepen worden de objecten gegroepeerd door een set met voorwaarden. Gebruik de objectgroepen om de transparantie en kleur van modelobjecten in de modelvensters te definiëren en in filters om te definiëren welke objecten worden weergegeven of kunnen worden geselecteerd.

Waar objectgroepen worden gebruikt

Objectgroepen zijn sets met voorwaarden waarmee u objecten op geselecteerde eigenschappen en voorwaarden kunt groeperen.

Gebruik objectgroepen in

  • objectweergaven om de transparantie en kleur van modelobjecten in alle vensters te definiëren

  • modelvensterfilters om te definiëren welke objecten in een geselecteerd venster worden weergegeven

  • selectiefilters om te definiëren welke objecten in het model kunnen worden geselecteerd

  • de Organisator om de inhoud van categorieën te filteren

  • projectstatusweergave om de status van modelobjecten in een bepaalde periode te bekijken

Objectgroepen voor verschillende doeleinden gebruiken verschillende objectgroepbestanden. Objectgroepbestanden worden in de map attributes van het huidige model opgeslagen.

Objectgroep Bestandsextensie

Objectgroep - weergave

.PObjGrp

Objectgroep - filter weergeven

.VObjGrp

Objectgroep - filter selecteren

.SObjGrp

Objectgroep - Organisator

.OrgObjGrp

Een objectgroep voor objectweergave maken

  1. Klik op het tabblad Venster op Weergave om het dialoogvenster Objectweergave te openen.
  2. Klik op Objectgroep... om het dialoogvenster Objectgroep - weergave te openen.
  3. Selecteer een bestaande objectgroep in de lijst Opslaan/laden om een gewijzigde versie te maken of klik op Nieuw filter om zonder bestaande instellingen te starten.
  4. Klik op Regel toevoegen of ga door met het wijzigen van de instellingen op een bestaande regel.
  5. Selecteer opties in de lijsten Categorie, Eigenschap en Voorwaarde.

    U kunt dezelfde objecteigenschappen en technieken als bij het filteren gebruiken.

  6. Voer in de lijst Waarde een waarde in of selecteer er één in het model.

    De waarden kunnen hele tekenreeksen zijn, zoals de profielnaam UC310*97. U kunt ook niet-volledige tekenreeksen samen met jokertekens gebruiken. De waarde UC* komt bijvoorbeeld overeen met alle onderdelen waarvan de profielnaam met de tekens UC* begint. Lege waarden worden afgestemd op lege objecteigenschappen.

    Als u meerdere waarden gebruikt, moet u de reeksen van elkaar scheiden met spaties (bijvoorbeeld 12 5). Als een waarde uit meerdere tekenreeksen bestaat, zet u de hele waarde tussen aanhalingstekens (bijvoorbeeld "aangepast paneel") of gebruik een vraagteken (bijvoorbeeld aangepast?paneel) om de spatie te vervangen.

  7. Gebruik de opties en beugels En/Of om te definiëren hoe meerdere rijen samenwerken.
  8. Als u voorwaarden tijdelijk wilt uitschakelen zonder deze te verwijderen, kunt u de selectievakjes in de eerste kolom van de regel uitschakelen. Selecteer het selectievakje om de voorwaarde weer in te schakelen.
  9. Voer een unieke naam in het vak naast de knop Opslaan als in.
  10. Klik op Opslaan als om de objectgroep op te slaan.

Objectgroep - weergave-instellingen

Wanneer u objectgroepen in het dialoogvenster Objectgroep - weergave maakt, kunt u dezelfde objecteigenschappen en -technieken als bij het filteren gebruiken. In de volgende tabel worden de opties beknopt beschreven, voor meer gedetailleerdere informatie raadpleegt u Objecteigenschappen bij het filteren en Filtertechnieken.

Kolom Beschrijving

Selectievakjes

Schakel het selectievakje in om de regel in de voorwaarde op te nemen. Elke nieuwe regel is standaard uitgeschakeld.

Haakjes

Gebruik haakjes om geneste voorwaarden te maken.

Categorie

Gebruik de categorie Object met gebruikersattributen of als u bijvoorbeeld een selectiefilter op basis van GUID's wilt maken.

Eigenschap

Selecteer een beschikbare eigenschap. Ook alle gebruikersattributen kunnen worden geselecteerd.

Voorwaarde

Numerieke, tekstuele en datumeigenschappen hebben allemaal een andere set voorwaarden.

Waarde

U kunt de waarde handmatig invoeren of de waarde van het model selecteren door op een object te klikken.

Als u bijvoorbeeld Onderdeel als Categorie en Naam als Eigenschap selecteert en op een onderdeel in het model klikt, krijgt u de eigenschap Naam in de objectgroepvoorwaarde.

En/of

Gebruik de kolom En/of als u voorwaarden met meerdere regels maakt.

Een leeg veld is hetzelfde als wanneer de optie En zou zijn geselecteerd.

Objectgroepen naar een ander model kopiëren

  1. Selecteer de objectgroep die u wilt kopiëren.

    De objectgroepen die u maakt, worden in de modelmap \attributes opgeslagen en hebben de bestandsextensie .PObjGrp.

  2. Selecteer waar u de objectgroep naartoe wilt kopiëren.
    • Als u een objectgroep beschikbaar wilt maken in een ander model, kopieert u het bestand naar de map \attributes van het doelmodel.

    • Als u een objectgroep in alle modellen beschikbaar wilt maken, kopieert u het bestand naar de project- of bedrijfsmap die door de variabele XS_​PROJECT of XS_​FIRM wordt gedefinieerd.

  3. Start Tekla Structures opnieuw op.

Als u het objectgroepbestand in de map \attributes wilt verwijderen, selecteert u het bestand .PObjGrp en drukt u op Delete.

Was dit nuttig?
Vorige
Volgende