Staven in een stavenset verdelen

Stavensets kunnen verschillende waarden voor de afstanden tussen de staven hebben. De afstand tussen de staven wordt gemeten langs de richtlijnen van de stavenset. U kunt de tussenafstandswaarden in modelvensters of in het eigenschappenvenster wijzigen of door eigenschapaanpassers te gebruiken. U kunt ook enkelvoudige staven toevoegen, verplaatsen en verwijderen.

Opmerking:

Als u met stavensets werkt, moet u ervoor zorgen dat de knop Rechtstreekse wijziging is ingeschakeld.

De afstandseigenschappen wijzigen

U kunt de eigenschappen van de tussenafstand en in modelvensters wijzigen of in de miniwerkbalk of in het eigenschappenvenster.

Selecteer een stavenset.
Als u de tussenafstandseigenschappen wilt wijzigen met een tweede richtlijn of met een eigenschapaanpasser, selecteert u de tweede richtlijn of de eigenschapaanpasser.

Als u de tussenafstanden van de tweede richtlijn onafhankelijk van de primaire richtlijn wilt wijzigen, klikt u op op de minimwerkbalk of u stelt Uit hoofdonderdeel overnemen in op Nee in de eigenschappen tweede richtlijn.

Voor de eigenschapaanpasser stelt u Verdeling wijzigen in op Ja.
Klik op de miniwerkbalk op Wijzig de afstanden.

Tekla Structures toont de tussenafstandswaarden en de begin- en eindoffset in het model weer.

Voor stavensets en eigenschapaanpassers worden de waarden op de primaire richtlijn weergegeven, voor tweede richtlijnen op de tweede richtlijn.

Als de tussenafstandswijziging is ingeschakeld, kunt u de geometrie van de richtlijnen niet wijzigen.
Als u de afstanden tussen de staven wilt aangeven, selecteert u een optie voor Wijze van genereren op de miniwerkbalk.
Als u een tussenafstand, een offset of het aantal staven wilt wijzigen, klikt u op de waarde in een model \venster, voert u een nieuwe waarde in en drukt u vervolgens op Enter.

Wanneer Wijze van genereren is ingesteld op Met exacte h.o.h.-maten, kunt u meerdere tussenafstanden (gescheiden door spaties) weergeven en/of vermenigvuldigen gebruiken om dezelfde tussenafstand te herhalen, bijvoorbeeld 100 200 5*300.

Daarnaast kunt u de afstandseigenschappen in het eigenschappenvenster.

Enkelvoudige staven toevoegen, verplaatsen en verwijderen

Selecteer een stavenset.
Als u staven langs een tweede richtlijn wilt verplaatsen, selecteert u de tweede richtlijn.

Klik op de miniwerkbalk of stel Uit hoofdonderdeel opnemen in op Nee in de eigenschappen van de tweede richtlijn.
Klik op de miniwerkbalk op Wapening verplaatsen, toevoegen, verwijderen.

Tekla Structures geeft een handle weer voor elke staaf op de richtlijn en symbolen tussen de staven.
U kunt het volgende doen:
- Als u een staaf tussen twee bestaande staven wilt toevoegen, klikt u op .
- Als u een staaf wilt verplaatsen, selecteert u de handel van de staaf en sleept u deze naar een nieuwe locatie.
  U kunt ook het toetsenbord gebruiken om een numerieke locatie in te voeren. Druk vervolgens op Enter om te bevestigen.
- Als u een staaf wilt verwijderen, selecteert u de handel van de staaf en drukt u op Verwijderen.

U kunt ook de lijst Uitsluiten in de stavenset, tweede richtlijn of eigenschapaanpasser zo instellen dat de eerste en/of laatste stavensetstaven worden wegelaten.