Fasemanager

Tekla Structures
2022
Tekla Structures

Fasemanager

Gebruik de Fasemanager om een model in gedeelten te verdelen.

Fasen kunnen worden gebruikt om de montagevolgorden aan te geven. Aan de hand van het fasenummer kunt u lijsten en vensters maken, objecten verbergen en vergrendelen, en objecten uit andere modellen kopiëren.

U heeft bijvoorbeeld een omvangrijk project waaraan diverse gebruikers tegelijkertijd werken in de single-user modus. Maak eerst een basismodel dat bijvoorbeeld de kolommen bevat. Dit is fase 1. Vervolgens kopieert u dit basismodel naar alle gebruikers.

Elke gebruiker werkt vervolgens aan een apart gedeelte van het gebouw. Als een onderdeel van het model voltooid is, kunt u dit terug naar het basismodel kopiëren als een aparte fase (fase 2, 3 enzovoort).

Opmerking:

Als u objecten tussen modellen kopieert met behulp van fasen, moet het doelmodel met dezelfde of een nieuwere versie van Tekla Structures als het bronmodel zijn gemaakt. U kunt niet van een nieuwere versie naar een oudere versie kopiëren.

Het model in fasen verdelen

  1. Klik op het tabblad Beheren op Fasen.

    Het dialoogvenster Fasemanager verschijnt.

  2. Klik op Toevoegen om nieuwe fasen te maken.
  3. Klik op Huidige fase om van de geselecteerde fase de huidige fase te maken.

    Vanaf nu worden alle objecten die u maakt door Tekla Structures toegewezen aan de huidige fase. Het teken @ voor het fasenummer geeft de huidige fase aan.

  4. Verdeel het model in fasen.
    1. Als u de fase van een object wilt weten, selecteert u een object en klikt u op Fase geselecteerde onderdeel.

      In Tekla Structures wordt de fase van het object geselecteerd.

    2. Als u wilt zien welke objecten bij een bepaalde fase horen, selecteert u een fase in de lijst en klikt u vervolgens op Onderdelen geselecteerde fase.

      In Tekla Structures worden de corresponderende objecten in het model gemarkeerd.

    3. Als u de fase van één of meer objecten wilt wijzigen, selecteert u de objecten, selecteert u een fase in de lijst en klikt u vervolgens op Wijzig fase.
  5. Klik op OK om uw wijzigingen op te slaan.

Objecten in specifieke fasen vergrendelen en ontgrendelen

Als u wilt voorkomen dat modelobjecten per ongeluk worden gewijzigd of verwijderd, kunt u ze vergrendelen. U kunt bijvoorbeeld onderdelen, bouten, lassen en referentiemodellen in een Tekla Structures-model vergrendelen aan de hand van hun fase.

Wanneer een object is vergrendeld, kunt u de eigenschappen niet wijzigen of het object verwijderen. U kunt alleen gebruikersattributen van een object wijzigen die geen invloed hebben op de nummering. Als u probeert een vergrendeld object te wijzigen of te verwijderen, geeft Tekla Structures de volgende melding:

"Er zijn vergrendelde objecten, zie lijst. De bewerking kon niet worden uitgevoerd."

  1. Klik op het tabblad Beheren op Fasen.
  2. Selecteer in het dialoogvenster Fasemanager de fasen waarvan u de objecten wilt vergrendelen of ontgrendelen.
  3. U kunt het volgende doen:
    • Als u objecten wilt vergrendelen, klikt u op Lock objecten.

      Tekla Structures stelt het gebruikersattribuut Locked in op Ja voor de objecten in de geselecteerde fasen.

    • Als u objecten wilt ontgrendelen, klikt u op Unlock objecten.

      Tekla Structures stelt het gebruikersattribuut Locked in op Nee voor de objecten in de geselecteerde fasen.

    Opmerking: Let wel dat merken, betonelementen en storteenheden niet vergrendeld zijn.

Raadpleeg voor informatie over hoe u modelobjecten tegen per ongeluk wijzigen in de multi-user modus beschermt Toegangsrechten in de multi-user modus.

Aangepaste fase-eigenschappen definiëren

U kunt aangepaste fase eigenschappen toevoegen. Deze worden weergegeven als extra kolommen in het dialoogvenster Fasemanager.

Definieer de namen van fase eigenschappen in het bestand objects.inp. Als u fase eigenschappen in lijsten en templates wilt gebruiken, gebruikt u de syntaxis PHASE.ATTRIBUTE_NAME in de veldnaam van de fase-eigenschap.

Het standaardbestand objects.inp bevat een gedeelte Faseattributen met syntaxisvoorbeelden. Zie Eigenschappen van het bestand objects.inp en Gebruikersattributen (UDA´s) definiëren en bijwerken.

Was dit nuttig?
Vorige
Volgende