Sluit de computer die het hoofdmodel bevat niet uit terwijl andere gebruikers aan hun werkmodellen werken. Anders kunnen zij hun wijzigingen niet in het hoofdmodel opslaan.

Als dit gebeurt, voert u de onderstaande stappen uit om te voorkomen dat wijzigingen verloren gaan:

1. Zorg ervoor dat de werkmodellen op de clientcomputers open blijven.

2. Start de computer met het hoofdmodel opnieuw op.

3. Open het hoofdmodel op de computer die het hoofdmodel bevat en sla het automatisch op.

4. Klik op Opslaan op de clientcomputers om de werkmodellen in het hoofdmodel op te slaan.