Het profiel of materiaal van een onderdeel selecteren en wijzigen

Tekla Structures
2021
Tekla Structures

Het profiel of materiaal van een onderdeel selecteren en wijzigen

Elk onderdeel heeft een profiel en materiaal dat met de profielendatabase en de materialendatabase wordt geselecteerd.

Het profiel van een onderdeel selecteren en wijzigen

Er zijn voor onderdelen in Tekla Structures twee typen profielen beschikbaar:

  • Bibliotheekprofielen

    Bibliotheekprofielen zijn profielen die als voorgefabriceerd verkrijgbaar zijn. De eigenschappen van de bibliotheekprofielen voldoen aan de industrienormen en u mag ze niet wijzigen tenzij u een beheerder bent. Bibliotheekprofielen zijn omgevingspecifiek.

  • Parametrische profielen

    Parametrische profielen zijn gedeeltelijk door de gebruiker te definiëren: ze hebben een vooraf gedefinieerde vorm maar u kunt hun doorsnedemaatlijnen met een of meer parameters wijzigen. Tekla Structures berekent de vorm van de doorsnede iedere keer als u het model opent.

U kunt de vooraf gedefinieerde bibliotheekprofielen of parametrische profielen gebruiken die in de profielendatabase van Tekla Structures beschikbaar zijn of u kunt de profielendatabase op verschillende manieren aanpassen.

Het profiel van een onderdeel wijzigen

Wanneer u een onderdeel maakt of wijzigt, kunt u het profiel van een onderdeel selecteren in een lijst met alle profielen die in de profielendatabase beschikbaar zijn.
  1. Dubbelklik op een onderdeel om de onderdeeleigenschappen in het eigenschappenpaneel te openen.
  2. Klik op de knop ... naast het vak Profiel.

    Het dialoogvenster Selecteer profiel verschijnt.

    Standaard worden alleen de profieltypen weergegeven die van belang zijn voor het materiaal van het onderdeel. Als u bijvoorbeeld het profiel van een stalen onderdeel wijzigt, worden alleen de profieltypen weergegeven die aan staal zijn gekoppeld.

  3. Definieer indien nodig welke profielgegevens u wilt zien.
    • Als u alle profielen van de profielendatabase in de lijst wilt weergegeven, ongeacht het materiaal waaraan de profieltypen zijn gekoppeld, schakelt u het selectievakje Toon alle profielen in.
    • Als u alle eigenschappen van profielen wilt zien, schakelt u het selectievakje Toon details in.
  4. Selecteer een profiel in de lijst.
  5. Als het profiel parametrisch is, definieert u de afmetingen op het tabblad Algemeen.

    (1) Klik op het vak Waarde en vervang de bestaande waarde door een nieuwe.

  6. Klik op OK om het dialoogvenster Selecteer profiel te sluiten.
  7. Klik in het eigenschappenvenster op Wijzigen.

Als u de naam van het profiel weet, kunt u dit ook direct in het vak Profiel in het eigenschappenvenster of in de contextuele werkbalk invoeren.

Gestandaardiseerde waarden voor profielmaatlijnen gebruiken

U kunt gestandaardiseerde waarden voor de maatlijnen van parametrische profielen gebruiken.
  1. Dubbelklik op een onderdeel om de onderdeeleigenschappen in het eigenschappenpaneel te openen.
  2. Klik op de knop ... naast het vak Profiel.

    Het dialoogvenster Selecteer profiel verschijnt.

  3. Selecteer een parametrisch profiel.

    Als er voor dit profiel gestandaardiseerde waarden zijn gedefinieerd, verschijnt het selectievakje Gebruik alleen industrie standaard waarden op het tabblad Algemeen onder de profieleigenschappen.

  4. Schakel het selectievakje Gebruik alleen industrie standaard waarden in.
  5. Selecteer de maatlijnen van het profiel in een lijst in de kolom Waarde.

Het materiaal van een onderdeel selecteren en wijzigen

Als u een onderdeel maakt of wijzigt, kunt u het materiaal en de kwaliteit selecteren in een lijst die alle materialen bevat die beschikbaar zijn in de materialendatabase.

  1. Dubbelklik op een onderdeel om de onderdeeleigenschappen in het eigenschappenpaneel te openen.
  2. Klik op de knop ... naast het vak Kwaliteit.

    Het dialoogvenster Kwaliteit selecteren verschijnt.

  3. Definieer indien nodig welke materiaalgegevens u wilt zien.
    • Als u aliassen voor materiaalkwaliteiten in de lijst wilt opnemen, schakelt u het selectievakje Toon alias in.

      Aliassen zijn een alternatieve namen. Dit kunnen bijvoorbeeld voormalige gebruikte namen zijn of namen die in verschillende landen of standaarden worden gebruikt. Tekla Structures wijzigt aliassen automatisch naar de standaardnaam als u een materiaalkwaliteit selecteert.

    • Als u alle eigenschappen van materialen wilt zien, schakelt u het selectievakje Toon details in.
  4. Selecteer een materiaal in de lijst.
  5. Klik op OK om het dialoogvenster Kwaliteit selecteren te sluiten.
  6. Klik in het eigenschappenvenster op Wijzigen.

Als u de naam van het profiel weet, kunt u dit ook direct in het vak Profiel in het eigenschappenvenster of in de contextuele werkbalk invoeren.

Tip:

U kunt indien nodig de materialendatabase aanpassen.

Was dit nuttig?
Vorige
Volgende