U staat als volgt verkeer in vaste TCP/IP-poorten toe
U moet de firewallinstellingen wijzigen om verkeer via vaste TCP/IP-poorten toe te staan.
U staat als volgt verkeer in vaste TCP/IP-poorten in Windows op de licentieservercomputer toe:
-
Zorg ervoor dat de poorten die u als vaste poorten wilt instellen door geen andere software of service worden gebruikt.
Typ het commando
netstat -anp TCP
op de commandoregel om te achterhalen welke poorten in gebruik zijn.De nummers in de kolom Lokaal adres na de dubbele punt (:) zijn de poortnummers die in gebruik zijn.
-
Blader naar tekla.lic en open dit met een teksteditor.
Standaard staat het pad ingesteld op ..\Tekla\License\Server.
-
U stelt een vaste poort in voor lmgrd.exe door het TCP/IP-poortnummer aan het einde van de regel SERVER in te voeren.
Met de installatieoptie Automatisch wordt de poort ingesteld op 27007.
-
Voer de tekst port=free_port aan het einde van de regel VENDOR in, bijvoorbeeld port=1234.
Het definiëren van het TCP/IP-poortnummer in de regel VENDOR kan de opstarttijd van Tekla Licensing Service vertragen.
- Sla de wijzigingen op en sluit tekla.lic.
-
Werk uw licentieserver met de wijzigingen bij:
- Ga afhankelijk van uw Windows-besturingssysteem naar Tekla Licensing > LMTOOLS via het menu Start of het Startscherm.
-
Zorg er op het tabblad Service/License File voor dat Configuration using services en Tekla Licensing Service zijn ingeschakeld.
- Ga naar het tabblad Start/Stop/Reread en klik op Stop Server om de licentieserver te stoppen en start de server vervolgens opnieuw op door op Start Server te klikken.
- Klik op uw toetsenbord op de Windows-logotoets om afhankelijk van het besturingssysteem het menu Starten of het Startscherm weer te geven.
-
Voer wf.msc in en druk op Enter.
De MMS-module Windows Firewall met geavanceerde beveiliging wordt weergegeven.
-
Selecteer in de navigatiestructuur Regels voor binnenkomende verbindingen en klik in het venster Acties vervolgens op Nieuwe regel.
-
Schakel in het venster Regeltype het selectievakje Poort in en klik op Volgende.
-
Schakel in het venster Protocollen en poorten het selectievakje TCP in, voer het TCP/IP-poortnummer in dat u in stap 3 en 4 in Specifieke lokale poorten hebt ingesteld en klik vervolgens op Volgende.
-
Selecteer in het venster Actie De verbinding toestaan en klik vervolgens op Volgende.
-
Selecteer in het venster Profiel de gewenste profielen en klik vervolgens op Volgende.
-
Voer in het venster Naam de naam van de regel in en klik vervolgens op Voltooien.