Gebruikersattributen (UDA's) definiëren en bijwerken

Tekla Structures
2021
Tekla Structures

Gebruikersattributen (UDA's) definiëren en bijwerken

Door de gebruiker gedefinieerde attributen (UDA´s) zijn attributen die u kunt instellen voor een object in een model of een tekening. U kunt gebruikersattributen voor veel doeleinden gebruiken, zoals bij filters, tekeningen, lijsten, exporteren, importeren, productie, montage en revisiebewerking.

Het eigenschappenvenster en veel dialoogvensters bevatten gebruikersattributen (UDA's) voor verschillende objecten waaronder liggers, kolommen, bouten en tekeningen. Tekla Structures toont deze velden als u op de knop Meer in het eigenschappenvenster of op de knop Gebruikersattributen in een dialoogvenster klikt. Opmerking, vergrendeld en montagestatus zijn bijvoorbeeld gebruikersattributen.

Wanneer u nieuwe gebruikersattributen definieert

De gebruikersattributen worden beheerd in het bestand objects.inp. Als u een nieuw gebruikersattribuut wilt definiëren, maakt u uw eigen objects.inp bestand in de model-, project- of bedrijfsfolder. Na het toevoegen van uw eigen gebruikersattributen voert u het commando Controleer en wijzig attribuutdefinities uit om de definities in het model bij te werken.

Gebruik geen attribuutnaam die langer is dan 19 tekens als u een nieuw gebruikersattribuut definieert. Tekla Structures zoekt uitsluitend op de eerste 19 tekens. Zo is er bijvoorbeeld voor Tekla Structures geen verschil tussen TEST_ATTRIBUTE_OBJECT en TEST_ATTRIBUTE_OBJECX.

Maak de definitie van het gebruikersattribuut uniek. Een gebruikersattribuut kan geen verschillende definities hebben voor verschillende objecttypen zoals liggers en kolommen.

De bestanden object.inp worden samengevoegd, zodat gebruikersattributen die in de bestanden zijn gedefinieerd, in de gebruikersinterface worden getoond. Tekla Structures voegt de bestanden zodanig samen dat dubbele attributen worden verwijderd. Als Tekla Structures dezelfde attribuutnaam in verschillende objects.inp-bestanden aantreft, wordt het attribuut uit het eerst gelezen bestand objects.inp gebruikt.

Als u meerdere objects.inp-bestanden in dezelfde map wilt hebben, kunt u een suffix in de bestandsnaam gebruiken om alle bestanden te kunnen gebruiken. Hierdoor kunt u meerdere bestanden objects_<suffix>.inp in dezelfde map hebben. De bestandsnaam kan bijvoorbeeld objects_precast.inp zijn.

Attentie:

Kopieer het bestand objects.inp niet naar de map ..\environments\common\inp\. Het kopiëren van het bestand maakt onnodige duplicaten en latere updates van objects.inp door Tekla Structures kunnen verloren raken.

Tekla Structures leest de objects.inp-bestanden in deze volgorde uit de volgende mappen:

  1. modelmap
  2. projectmap
  3. bedrijfsmap
  4. systeemmap
  5. inp-map

Bestaande gebruikersattribuutdefinities wijzigen

Het bijwerken van een gebruikersattribuutdefinitie in een model converteert geen waarden die al in het veld zijn opgeslagen. Als u het waardetype wijzigt van een veld dat al waarden in het model bevat, moet u ervoor zorgen dat de waarden voor het nieuwe gegevenstype geldig zijn en de resultaten controleren.

De veiligste benadering is om een nieuw attribuut te maken wanneer de indeling van de waarden in het veld wijzigt. Als u de waarden van gebruikersattributen wilt converteren, kunt u een lijst maken waarin de waarden worden weergegeven, deze converteren met externe tools en de geconverteerde waarden importeren.

Was dit nuttig?
Vorige
Volgende