In orthogonale richtingen snappen

Tekla Structures
2020
Tekla Structures

In orthogonale richtingen snappen

U kunt met de tool Orthogonaal naar orthogonale punten in modellen en in tekeningen snappen. Als u objecten maakt die van u eisen dat u meerdere punten aanwijst, kunt u in orthogonale richtingen relatief ten opzichte van de twee eerder aangewezen punten snappen.

Opmerking:

De tool Orthogonaal heeft de laagste prioriteit onder de snappunten.

Zelfs als u de tool Orthogonaal hebt ingeschakeld maar Tekla Structures een ander mogelijk snappunt dan een orthogonaal punt detecteert, gebruikt Tekla Structures het gevonden snappunt in plaats van het orthogonale snappunt. Als er geen andere mogelijke snappunten worden gevonden, gebruikt Tekla Structures het orthogonale snappunt.

De orthogonaaltool inschakelen

Voordat u naar orthogonale richtingen kunt snappen, moet u ervoor zorgen dat de tool Orthogonaal is ingeschakeld. De letter O in de statusbalk aan de onderkant van het Tekla Structures hoofdvenster geeft aan dat Orthogonaal is ingeschakeld.

Als Orthogonaal niet is ingeschakeld:

  • druk op O om deze in te schakelen

  • of klik op Bestand > Instellingen en schakel het selectievakje Orthogonaal in.

Naar orthogonale punten snappen

Gebruik de tool Orthogonaal om naar het dichtstbijzijnde orthogonale punt op het vlak (0, 45, 90, 135, 180 graden, enzovoort) te snappen. De muisaanwijzer snapt automatisch naar posities op gelijke afstanden in de gegeven richting. Dit kan handig zijn als u bijvoorbeeld labels op een consistente wijze in exacte locaties in een tekening moet plaatsen.

  1. Zorg ervoor dat de tool Orthogonaal is ingeschakeld.
    • Druk op O om Orthogonaal in te schakelen als de tool niet is ingeschakeld.

    • Of klik in het menu Bestand op Instellingen en schakel het selectievakje Orthogonaal in.

  2. Voer een commando uit waarbij u punten moet aanwijzen.

    Begin bijvoorbeeld met het maken van een ligger. Tekla Structures geeft een hoeksymbool weer om de richting van het snappen aan te geven.

    De snapnauwkeurigheid is afhankelijk van het zoomniveau.

    De hoekinterval is afhankelijk van de instellingen in het dialoogvenster Snapinstellingen model.

  3. Klik met de linkermuisknop om de snappositie te bevestigen.

    Tekla Structures maakt het object. Bijvoorbeeld:

In orthogonale richting relatief ten opzichte van eerder aangewezen punten snappen

Wanneer u objecten maakt waarbij u meer dan twee punten moet aanwijzen, bijvoorbeeld wanneer u een polyprofiel of een willekeurige plaat maakt, kunt u in orthogonale richtingen ten opzichte van de twee eerder aangewezen punten snappen. Dit kan handig zijn als u bijvoorbeeld een rechthoekige plaat moet maken die zich wel op het kijkvlak maar niet op de x- en y-assen bevindt.

  1. Zorg ervoor dat de tool Orthogonaal is ingeschakeld.
    • Klik in het menu Bestand op Instellingen en schakel het selectievakje Orthogonaal in.

    • Daarnaast kunt u op O drukken.

  2. Voer een commando uit waarbij u meerdere punten moet aanwijzen.

    Begin bijvoorbeeld met het maken van een polyprofiel of een rechthoekige plaat.

  3. Wijs de eerste twee punten aan.

    Tekla Structures geeft een hoeksymbool weer om de richting van het snappen aan te geven.

  4. Verplaats de muisaanwijzer in het model om het hoeksymbool te zien.

    Als het snappen orthogonaal op een werkvlakas is, volgt de kleur van het hoeksymbool de kleur van de werkvlakas: rood voor x-as, groen voor y-as en blauw voor z-as.

    Als het snappen orthogonaal op de vorige punten is, is de kleur van het hoeksymbool zwart.

  5. Wijs de overige punten aan.

    Tekla Structures maakt het object. Bijvoorbeeld:

Een tijdelijk referentiepunt instellen

U kunt een tijdelijk referentiepunt instellen dat als een lokale oorsprong bij het snappen in modellen en tekeningen moet worden gebruikt. De tool Orthogonaal en de snapknop Naar loodrechte punten snappen gebruiken meestal de referentiepuntgegevens.

De referentiepuntgegevens worden automatisch op het laatste aangewezen punt ingesteld en als een grijs kruis weergegeven. Wanneer u een commando onderbreekt, worden de referentiepuntgegevens gewist, waarmee het laatste aangewezen punt wordt bedoeld. Als u het referentiepunt moet gebruiken, stelt u het tijdelijke referentiepunt handmatig in.

  1. Voer een commando uit waarbij u punten moet aanwijzen.

    Begin bijvoorbeeld met het maken van een ligger.

  2. Wijs het beginpunt aan.

  3. Houd de Ctrl-toets ingedrukt en wijs een positie aan.

    U kunt ook met de rechtermuisknop klikken, Tijdelijk snapreferentiepunt definiëren inschakelen en een positie aanwijzen.

    Een grijs kruis geeft aan dat deze positie nu een tijdelijk referentiepunt is. U kunt doorgaan met het snappen vanaf het tijdelijke referentiepunt.

  4. Herhaal stap 3 om zoveel referentiepunten te maken als nodig zijn.

    Als u het commando Tijdelijk snapreferentiepunt definiëren gebruikt, moet u dit voor elk referentiepunt dat u aanwijst inschakelen.

  5. Laat de Ctrl-toets los en wijs het eindpunt aan.

    Tekla Structures maakt het object tussen het beginpunt en het eindpunt. Bijvoorbeeld:

Instellingen voor de tool Orthogonaal

Gebruik de instellingen in het dialoogvenster Snapinstellingen om de hoekinterval voor Orthogonaal in te stellen. Gebruik de optie Hoekinterval of de optie Aangepaste hoeken.

De standaardwaarde voor de hoekinterval is 90 graden.

Was dit nuttig?
Vorige
Volgende