Bouten maken

Tekla Structures
2019
Tekla Structures

Bouten maken

U kunt bouten maken door een losse boutgroep te maken of door een component toe te passen die automatisch boutgroepen maakt.

Tekla Structures gebruikt hetzelfde commando voor het maken van bouten, deuvels en gaten. Als u alleen gaten wilt maken, gebruikt u geen boutelementen (zoals bouten, ringen en moeren).

U kunt verschillende labels voor bouten en gaten in tekeningen maken.

Een boutgroep maken

  1. Klik op het tabblad Staal op Bout .

    De eigenschappen Bout worden geopend.

  2. Wijzig indien nodig de eigenschappen Bout.

    De instellingen Boutgroep beïnvloeden bijvoorbeeld het eindresultaat.

  3. Selecteer het hoofdonderdeel waaraan de aansluitende onderdelen worden gebout.
  4. Selecteer de aansluitende onderdelen.
  5. Klik met de middelste muisknop om het selecteren van onderdelen te beëindigen.
  6. Wijs een punt aan om de oorsprong van de boutgroep aan te geven.
  7. Wijs een tweede punt aan om de richting van de x-as van de boutgroep aan te geven.
    Note:

    Tekla Structures bepaalt de locatie van de boutgroep aan de hand van de volgende waarden: de x-as van de boutgroep en het werkvlak. Maatlijnen zijn relatief ten opzichte van de oorsprong van de boutgroep die het eerste aangewezen punt is. Tekla Structures stelt de x-richting van de boutgroep in met het tweede punt dat wordt aangewezen. Het is van belang dat de punten die u aanwijst om de boutgroep te maken zich dicht genoeg bij de onderdelen bevinden die u wilt verbinden.

Een enkele bout maken

  1. Houd op het tabblad Staal de Shift ingedrukt en klik op Bout om de eigenschappen Bout te openen.
  2. Onder Boutgroep selecteert u Array in de lijst Vorm.
  3. Voer in de vakken Bout H.O.H. X en Bout H.O.H. Y een 0 in.
  4. Maak de bout op dezelfde wijze als u een boutgroep maakt:
    1. Selecteer het hoofdonderdeel waaraan de aansluitende onderdelen worden gebout.
    2. Selecteer de aansluitende onderdelen.
    3. Klik met de middelste muisknop om het selecteren van onderdelen te beëindigen.
    4. Wijs een punt aan om de oorsprong van de bout aan te geven.
    5. Wijs een tweede punt aan om de richting van de x-as aan te geven.

Bouten maken met de component Auto bout

Gebruik de component Auto bout om onderdelen, dichtbijgelegen onderdelen, vulplaten, platen in buizen of andere platen te bouten. Auto bout volgt de rotatie van het onderdeel en zoekt naar de beste rotatie zodat u het werkvlak niet hoeft in te stellen. Met Auto bout kan één boutgroep meerdere onderdelen omvatten, zodat u bijvoorbeeld een overlap als één enkele groep kunt beheren.

  1. Klik in het zijvenster op de knop Applicaties en componenten om de database Applicaties en componenten te openen.
  2. Start met het invoeren van auto bout in het zoekvak.
  3. Dubbelklik op Auto bout in de database om het dialoogvenster Auto bout te openen.
  4. Definieer de bouteigenschappen.
  5. U kunt indien nodig doordringlengte als tijdelijke lijnen weergeven om zelfs als de bouten niet worden gemaakt weer te geven waar de bouten moeten worden geplaatst.
    • Selecteerin de lijst aan de onderkant van het dialoogvenster om de tijdelijke lijnen niet weer te geven.

    • Selecteerin de lijst aan de onderkant van het dialoogvenster om de tijdelijke lijnen weer te geven.

    Als u de tijdelijke lijnen wilt verwijderen, klikt u met de rechtermuisknop op het venster en selecteert u Regenereer venster.

  6. Klik op Toepassen.
  7. Selecteer het hoofdonderdeel.

    Auto bout gebruikt dit onderdeel om de beste rotatie vast te stellen. Dit onderdeel wordt het hoofdonderdeel van het merk.

  8. Selecteer het aansluitende onderdeel.
  9. Klik met de middelste muisknop.
  10. Wijs de eerste en tweede positie aan om de richting van de boutgroep te definiëren.

Voorbeelden

Voorbeelden van onderdelen die met de component Auto bout zijn gebout, worden hieronder weergegeven. De hoofdonderdelen en de geselecteerde punten zijn gemarkeerd.

Een boutgroep maken door een component te exploderen

Een alternatieve manier om bouten te maken, is om eerst een component toe te passen die boutgroepen bevat en vervolgens de component te exploderen.

  1. Pas een component toe die boutgroepen bevat.

    Verbind bijvoorbeeld twee liggers of een ligger en een kolom met behulp van een eindplaat met bouten.

  2. Explodeer de component.
    1. Selecteer de te exploderen component.
    2. Klik met de rechtermuisknop en selecteer Component exploderen.

      Tekla Structures scheidt de objecten in de component.

  3. Wijzig de boutgroep.
    1. Selecteer de boutgroep en dubbelklik erop om de eigenschappen te openen.
    2. Wijzig de eigenschappen.
    3. Klik op Wijzigen.

Geboute onderdelen wijzigen of toevoegen

U kunt de onderdelen wijzigen waarmee een boutgroep wordt verbonden.

  1. Klik op het tabblad Staal op Geboute onderdelen.
  2. Selecteer de boutgroep.
  3. Selecteer het hoofdonderdeel en de aansluitende onderdelen opnieuw.
  4. Klik met de middelste muisknop om het selecteren van de onderdelen te beëindigen.

Boutgroepvorm

Tekla Structures gebruikt de waarden van de vakken Bout H.O.H. X en Bout H.O.H. Y in de eigenschappen Bout om te bepalen hoeveel bouten de boutgroep bevat, zoals weergegeven in de onderstaande tabel:

Vorm

Bout H.O.H. X

Bout H.O.H. Y

Array

Afstand tussen bouten in de x-richting van de boutgroep.

Afstand tussen bouten in de y-richting van de boutgroep.

Cirkel

Aantal bouten.

Diameter van de boutgroep.

Lijst

x-coördinaat van elke bout vanaf de oorsprong van de boutgroep.

y-coördinaat van elke bout vanaf de oorsprong van de boutgroep.

Voorbeelden

Boutgroepvorm

Afmetingen

Resultaat

Array

Bout H.O.H. X : 150

Bout H.O.H. Y : 100

Cirkel

Aantal bouten : 6

Diameter : 100

Lijst

Bout H.O.H. X : 75 175 250

Bout H.O.H. Y : 75 -50 0

Bouteigenschappen

Gebruik de eigenschappen Bout om de eigenschappen van een boutgroep weer te geven of te wijzigen. De eenheden hangen af van de instellingen in het menu Bestand > Instellingen > Opties > Eenheden en decimalen .

Instelling

Beschrijving

Bout

Grootte

Boutdiameter.

Standaard

Boutsamenstellingennorm/-kwaliteit.

Bouttype

Definieer of de bouten op montageplaats of in de werkplaats moeten worden gemonteerd.

Verbinden als

Geef aan of u een aansluitend onderdeel of een submerk bout.

Draad in materiaal

Geef aan of de schroefdraad van de bout zich binnen de geboute onderdelen kan bevinden. Tekla Structures gebruikt deze waarde niet bij het berekenen van de lengte van bouten met een volledige schroefdraad.

Doordringlengte

Geef aan welke onderdelen door de bout worden verbonden. Deze waarde geeft het gebied aan waarin Tekla Structures moet zoeken naar onderdelen die bij de boutgroep horen. Met behulp van de doordringlengte kunt u bepalen of de bout door één of door twee flenzen gaat.

Tekla Structures zoekt met behulp van de halve doordringlengte naar onderdelen in beide richtingen van het vlak van de boutgroep. In de afbeelding hieronder is A de doordringlengte en is B de oorsprong van de bout. Tekla Structures berekent het zoekgebied als A/2 in beide richtingen vanuit punt B.

Tekla Structures waarschuwt u als de doordringlengte te klein is (dit betekent dat de boutgroep geen onderdelen bevat) en maakt de boutlengte 100 mm.

Als er grote openingen tussen de verbonden onderdelen zijn, wordt de opening opgeteld bij de lengte van de bout. Tekla Structures berekent de boutlengte met behulp van de totale afstand tussen het eerste en laatste oppervlak.

OPMERKING: Als u wilt afdwingen dat een bout een bepaalde lengte heeft, voert u een negatieve waarde voor de doordringlengte in (bijvoorbeeld -150).

Extra lengte

Extra boutlengte.

Vergroot de materiaaldikte die Tekla Structures gebruikt bij het berekenen van de boutlengte. U kunt bijvoorbeeld een extra boutlengte nodig hebben om te kunnen schilderen. U kunt ook extra lengten in boutsamenstellingen inbouwen.

Merk

Selecteer of ringen en moeren met de bout moeten worden gemaakt.

Als u alleen gaten zonder bouten wilt maken, schakelt u alle selectievakjes uit.

Boutgroep

Vorm

Vorm van de boutgroep. U beschikt over de volgende opties:

  • Array voor rechthoekig

  • Cirkel voor cirkelvormig

  • xy-lijst voor elke vorm

Bout H.O.H. X

Boutafstand, aantal bouten of coördinaat, afhankelijk van de boutgroepvorm.

Bout H.O.H. Y

Boutafstand, groepdiameter of coördinaat, afhankelijk van de boutgroepvorm.

Aantal bouten

Aantal bouten in een cirkelvormige boutgroep.

Diameter

Diameter van bouten in een cirkelvormige boutgroep.

Gaten

Tolerantie

Tolerantie = gatdiameter - boutdiameter

Onderdelen met sleufgaten

Als u oversized gaten of sleufgaten wilt maken, schakelt u de gewenste selectievakjes in om aan te geven welke onderdelen speciale gaten moeten krijgen.

Speciaal gattype

Oversized gaten, sleufgaten of geen gaten. Deze optie wordt ingeschakeld als u de Speciaal gat selectievakjes naast Onderdelen met sleufgaten inschakelt.

Sleufgat X

x-tolerantie van een sleufgat. Nul voor een rond gat.

Sleufgat Y

y-tolerantie van een sleufgat. Nul voor een rond gat.

Roteer sleufgaten

Als de bout meerdere onderdelen verbindt, wilt u de gaten mogelijk om en om met 90 graden roteren. Hierdoor kan de bout in verschillende richtingen bewegen.

Oversized

Speling van een oversized gat.

Positie

Op vlak

Verplaats de boutgroep loodrecht ten opzichte van de x-as van de boutgroep.

Rotatie

Definieer hoe ver de boutgroep ten opzichte van het huidige werkvlak rond de x-as wordt geroteerd.

U kunt in dit vak bijvoorbeeld aangeven aan welke zijde van de verbonden onderdelen de boutkop moet komen.

In diepte

Verplaats de boutgroep loodrecht ten opzichte van het huidige werkvlak.

Offset vanaf

Dx, Dy, Dz

Offsets die de boutgroep verplaatsen door de x-as van de boutgroep te verplaatsen. Wordt gebruikt om de positie van een boutgroep te wijzigen.

Met de beginpuntwaarden Dx , Dy en Dz wordt het eerste einde van de boutgroep ten opzichte van de x-as van de boutgroep verplaatst. Met de eindpuntwaarden wordt het eindpunt van de boutgroep verplaatst.

  • Met een positieve Dx -waarde wordt het beginpunt naar het eindpunt verplaatst.

  • Met Dy wordt het eindpunt loodrecht op het huidige werkvlak ten opzichte van de x-as van de boutgroep geplaatst.

  • Met Dz wordt het eindpunt loodrecht ten opzichte van het huidige werkvlak geplaatst.

Een voorbeeld van een boutgroep met het Dx -beginpunt ingesteld op 75:

Gebruikerseigenschappen

Meer

Klik op de knop Meer om de gebruikersattributen (UDA's) van de bout te openen. Gebruikersattributen bieden meer informatie over de bouten.

Doordringlengte als tijdelijke lijnen weergeven

Deze optie is beschikbaar in de component Auto bout.

Geeft zelfs als de bouten niet worden gemaakt aan waar ze moeten worden geplaatst.

  • Selecteerom de tijdelijke lijnen niet weer te geven.

  • Selecteerom de tijdelijke lijnen weer te geven.

Was dit nuttig?
Vorige
Volgende