Tekla Structures gebruiken met applicatie- en desktopvirtualisatie

Tekla Structures
2019
Tekla Structures

Tekla Structures gebruiken met applicatie- en desktopvirtualisatie

Het gebruik van Tekla Structures met de Citrix-applicatie en de desktopvirtualisatie is een flexibele en veilige manier om snel gebruikers aan Tekla Structures -projecten toe te voegen zonder Tekla Structures lokaal te installeren en projectgegevens naar de computer van een gebruiker te hoeven kopiëren. Citrix-applicatie- en desktopvirtualisatieproducten zijn producten van Citrix Systems, Inc.

De onderstaande afbeelding geeft de belangrijkste concepten bij Tekla Structures -virtualisatie weer.

Door van applicaties vanaf de server te streamen, wordt het gebruik van Tekla Structures mogelijk op clientcomputers, tablets en smartphones die verschillende hardware- en softwareconfiguraties hebben. Tekla Structures draait op Windows op de externe server en door de virtualisatieoplossing kunnen clientapparaten voor weergave en gebruikersinvoer worden gebruikt.

Gebruikers maken verbinding via een veilige verbinding naar het datacentrum dat zich in uw kantoor of de cloud bevindt. De projectgegevens worden beveiligd omdat alles alleen op de server is opgeslagen. Het gebruik van Tekla Structures vanaf een centrale locatie zorgt ervoor dat alle gebruikers in het project dezelfde installatie van de projectomgeving gebruiken.

Vereisten voor het gebruik van Tekla Structures in een virtuele omgeving

Citrix-virtualisatie wordt op een fysieke server of op een virtuele server geconfigureerd. De aanbevolen hardware wordt beschreven in Hardwareaanbevelingen voor het uitvoeren van Tekla Structures op Citrix en Hardwareaanbevelingen Tekla Structures 2019.

Raadpleeg voor gedetailleerde instructies over het installeren en instellen van XenApp en XenDesktop de Citrix-documentatie.

De onderstaande afbeelding geeft de belangrijkste componenten bij Tekla Structures -virtualisatie weer.

  1. Thin client-applicatie: gebruikers hebben toegang tot Tekla Structures met de Citrix Receiver via de Citrix XenApp-client of de Citrix XenDesktop-desktopviewer op een ondersteund besturingssysteem en ondersteunde hardware. Meerdere gelijktijdige clients kunnen één exemplaar van de virtuele machine delen.

    Een goede internetverbinding is vereist. De aanbevolen netwerkbandbreedte is 1 Mbps of meer.

  2. Elke TeklaStructures.exe die op de virtuele machine wordt uitgevoerd, heeft een geldige licentie nodig.

    Een Tekla-licentieserver die lokaal is, van een onderneming is of zich in de cloud bevindt, kan worden gebruikt en de licentieserver kan binnen of buiten het datacentrum worden gehost.

  3. Lees/schrijf projectbestanden van de aan het netwerk gekoppelde opslag (NAS). Snelle schijftoegang is nodig. Gebruik nooit de lokale schijf van de virtuele server voor het opslaan van modelmappen.

    De toegang tot bestanden van het lokale bestandssysteem van de klant vereist het uploaden van de bestanden naar de server, wat erg langzaam kan gaan en zoveel mogelijk moet worden vermeden. Projectgegevens die omgevingen bevatten, moeten op een andere (server) machine in het datacentrum of in het bestandssysteem van het bedrijfsnetwerk worden opgeslagen.

De belangrijkste componenten voor het gebruik van Tekla Structures met de Citrix-applicatie en desktopvirtualisatie zijn:

  • Een high-end Windows-server die meerdere gelijktijdige gebruikers kan beheren. De server wordt meestal geconfigureerd door de IT-afdeling van het bedrijf.
  • Een bestandsserver die snelle toegang tot projectbestanden van de virtualisatieserver biedt.
  • Tekla Structures geïnstalleerd op de server of de virtuele machine die op de server wordt uitgevoerd.
  • Een betrouwbare verbinding van de virtuele hosts met een Tekla-licentieserver omdat elke Tekla Structures -gebruiker een geldige Tekla Structures -licentie nodig heeft.
  • Leveringsgroepen (gebruikersgroepen) en toegangsrechten die op de server met Citrix Studio zijn gedefinieerd.
    • Leveringsgroepen worden door de beheerder van de virtualisatieomgeving ingesteld.
    • Toegangsrechten voor leveringsgroepen moeten door de beheerder op de server worden gedefinieerd.
  • Citrix Receiver op clientcomputers geïnstalleerd. De Citrix-Receiver wordt meestal geleverd via een Internetbrowser en geïnstalleerd door de eindgebruiker.

De virtuele omgeving voor Tekla Structures instellen

U moet de server instellen, leveringsgroepen definiëren, de Tekla Structures -software en -omgevingen op de server installeren en Tekla Structures -gebruikers moeten de Citrix Receiver op hun computer installeren.

  1. Stel de server in.

    De server moet een high-end computer zijn met een snelle grafische kaart, een snelle processor en voldoende hoofdgeheugen voor alle gebruikers, afhankelijk van de grootte en het detailniveau van de projecten waaraan ze werken. Raadpleeg Hardwareaanbevelingen voor het uitvoeren van Tekla Structures op Citrix voor meer gedetailleerde informatie.

    Raadpleeg de Citrix-documentatie voor gedetailleerde instructies over het installeren en instellen van XenApp en XenDesktop.

  2. Installeer Tekla Structures -software en de benodigde omgevingen op de server.
    Note:

    Het opslaan van modellen op de lokale schijf van de virtuele computer kan tot toegangsproblemen leiden. Gebruik een vaste bestandsserver voor modellen en vergeet niet tijdens de installatie van Tekla Structures de juiste netwerklocatie voor de modelmap te selecteren.

    Omgevingsinstellingen van Tekla Structures zijn voor alle gebruikers die dezelfde virtuele computer gebruiken hetzelfde. Op dezelfde manier als met normale desktopinstallaties moet u er nog steeds voor zorgen dat de omgevingen op verschillende virtuele machines hetzelfde zijn of overeenkomen.

    We raden u sterk aan standaard Tekla Structures -omgevingen te gebruiken en deze met bedrijfs- of projectspecifieke instellingen (op de netwerkbestandsserver) aan te passen.

  3. Installeer de Citrix Receiver op de Tekla Structures -clientcomputer:

    We raden u aan de webinterface van de Citrix Receiver te gebruiken.

    1. Open de webinterface van de Citrix Receiver in uw webbrowser.

      Gebruik het https -adres dat door de beheerders van uw bedrijf wordt geleverd.

    2. Installeer de clientsoftware van de Citrix Receiver door de stappen in de installatiewizard te volgen. Maak geen account of login in de installatiewizard, maar voltooi de installatie en ga terug naar de webinterface.
    3. Ga na de installatie terug naar de webinterface van de Citrix Receiver en log in met de referenties die door de beheerders van uw bedrijf worden geleverd.
    4. Selecteer de gewenste virtuele desktop. Als de virtuele desktop niet automatisch start, voert u het gedownloade Citrix-bestand ( .ica ) uit.

    U kunt nu Tekla Structures op de virtual desktop gaan gebruiken, op dezelfde manier als wanneer deze op uw eigen computer zou zijn geïnstalleerd.

    • Als u de virtuele desktop voor het eerst gebruikt, kunt u lees- en schrijftoegang tot uw lokale bestanden geven in het dialoogvenster van de bestandstoegang.
    • Let erop dat het in Tekla Structures rechtstreeks vanaf uw computer naar lokale bestanden verwijzen niet wordt aanbevolen. Als u in Tekla Structures toegang tot die bestanden moet hebben, moet u deze eerst naar een gedeelde netwerklocatie kopiëren.
    • Modelmappen worden niet naar de clientcomputers gekopieerd.

    De Citrix Receiver-client wordt regelmatig bijgewerkt. Installeer altijd de meest recente client wanneer de webinterface u voorstelt dit te doen.

Was dit nuttig?
Vorige
Volgende