Lassen in tekeningen

Tekla Structures
2018
Tekla Structures

Lassen in tekeningen

Tekla Structures toont de lassen in tekeningen die u in een model hebt toegevoegd als lasnaden en laslabels. U kunt laslabels ook handmatig in een geopende tekening toevoegen.

Lasconcepten

Modellassen worden in tekeningen als laslabels en lassen of lasnaden weergegeven. Lassen en laslabels kunnen afzonderlijk worden ingesteld. U wilt mogelijk bijvoorbeeld de lassen in één tekeningaanzicht en de laslabels in een ander aanzicht weergeven.

3D-modellassen zijn weergaven van lassen in de echte wereld. Solid lassen in tekeningen zijn weergaven van de lassen in modellen. Een lasnaad is het onderdeel van het laspad waar de solid las wordt getekend. Het laspad kan uit meerdere lasnaden bestaan.

Solid lassen worden voor de volgende lassen in tekeningen weergegeven:

  • Solid lassen worden in tekeningen weergegeven voor die lastypen die werkelijke solid ondersteuning hebben. Lassen die geen echte solid ondersteuning hebben, worden in het model weergegeven met een hexagonale tijdelijke aanduiding en in tekeningen worden solid lassen niet weergegeven.

  • Aangepaste doorsnedelassen worden ook ondersteund.

Solid lassen kunnen als omtrekken of paden, met of zonder verborgen lijnen worden weergegeven.

In het eerste voorbeeld zijn de lassen aan de rechterkant en in het midden met omtrekken en eigen verborgen lijnen getekend. De las aan de linkerkant geeft het laspad en de verborgen lijnen weer.

Het tweede voorbeeld is een doorsnede van de structuur. De lassen aan de linkerzijde en in het midden zijn met omtrekken getekend en de las aan de rechterzijde geeft het pad weer. De lasmaatlijnen zijn handmatig toegevoegd.

De lassymbolen binnen de laslabels geven de laseigenschappen aan die voor de modellas in het model of voor het tekeninglaslabel in de tekening zijn gedefinieerd. Hieronder ziet u een voorbeeld van een modellasnaad (rood) en een modellaslabel (groen) in een tekening.

Naast de lassymbolen bevat het laslabel een referentielijn en een pijl. De pijl verbindt de referentielijn met de pijlzijde van een verbinding. De lassen op de pijl en andere zijden van een onderdeel kunnen verschillende laseigenschappen hebben.

Lasplaatsing

Als onderdelen aan elkaar worden gelast, kunt u lassen plaatsen op:

  • Alleen de pijlzijden

  • Alleen de andere zijden

  • Zowel de pijlzijden als andere zijden

De volgende afbeeldingen beschrijven de basisprincipes voor de plaatsing van lassen.

(1) Boven lijn

(2) Onder lijn

(3) Pijlzijde voor las

(4) Andere zijde voor las

Tekla Structures plaatst de lassen standaard boven lijn volgens de ISO-standaard. U kunt dit met de variabele XS_AISC_WELD_MARK wijzigen naar onder lijn om aan de AISC-standaard te voldoen.

Modellaseigenschappen

Als u modellaseigenschappen wilt wijzigen, moet u de las in het model wijzigen. Wanneer u het model bijwerkt, worden de lasobjecten en de laslabels in de tekening volgens de modelwijzigingen bijgewerkt. U kunt in tekeningen de inhoud en het uiterlijk van de modellaslabels en de zichtbaarheid, de weergave en het uiterlijk van modellasobjecten wijzigen.

Solid lassen kunnen in onderdeel-, merk- en overzichttekeningen worden weergegeven. In overzichttekeningen kunt u alleen de weergave van lassen op aanzicht- en objectniveau wijzigen, niet op tekeningniveau.

Handmatige laslabels

U kunt als volgt laslabels toevoegen in een geopende tekening:

  • Selecteer de lassen en voeg een modellaslabel toe via het contextmenucommando Toevoegen laslabels Laslabel toevoegen.

  • Voeg een tekeninglaslabel toe door het commando Laslabel op het tabblad Tekening te gebruiken.

Klik voor meer informatie op onderstaande links:

Was dit nuttig?
Vorige
Volgende