Houten dakelement (63)
Systeemcomponent Houten dakelement (63) maakt houten dakelementen op basis van stijlen, regels en platen.
Back to topGemaakte objecten
- Houten dakelementen.
Gebruiken voor
| Situatie | Beschrijving |
|---|---|
|
Image
|
Dakelementen |
|
Image
|
(zadel) dak |
|
Image
|
Hoekkepers |
|
Image
|
Kilkepers |
Volgorde van selectie
Het component wordt geplaatst door als eerste de contour van het dakelement middels polygoon punten (1) (driehoek, vierhoek, vijfhoek, veelhoek) uit te zetten. Hiermee is ook gelijk het vlak waarin het element gegenereerd moet worden bepaald. Na aanklikken van het laatste polygoonpunt dient met de middelste muisknop de selectie van het polygoon te worden afgesloten.
De volgende stap is de richting van de sporen welke met 2 punten ingegeven dient te worden (2). Als laatste dient de positie van de knieschotten aangeklikt te worden (3). Ook wanneer deze niet gegenereerd hoeven te worden heeft het component bij handmatige plaatsing deze punten nodig. De beschreven aanwijsvolgorde wordt ook als zodanig op het tabblad afbeelding aangegeven.
Gebruik van component Houten Dakelement (m025).
In component Houten Dakelement (m025) kan worden aangegeven om component Houten dakelement (63) aan te roepen. Bij Configuratie kan de instelling, gemaakt in component Houten dakelement (63), worden ingeladen.
Tabblad Afbeelding
In tabblad Afbeelding de plaatsing van het component bepaald. Als ook de prefix, startnummer en export voor eventuele machines.
| Optie | Beschrijving |
|---|---|
| 1 |
Definieer of er een Hoekkeper of Kilkeper aan de bewuste zijde van het element gegenereerd moet worden. Afhankelijk van de keuze worden de bijbehorende tabbladen actief. Wanneer Algemeen gekozen wordt is geen enkele van de keper tabbladen actief. |
| 2 | Definieer of er een Hoekkeper of Kilkeper aan de bewuste zijde van het element gegenereerd moet worden. Afhankelijk van de keuze worden de bijbehorende tabbladen actief. Wanneer Algemeen gekozen wordt is geen enkele van de keper tabbladen actief. |
| 3 | Definieer de onderlinge hoek tussen beide dakvlakken indien hoek- of kilkeper oplossingen verreist zijn. |
| 4 | Definieer de onderlinge hoek tussen beide dakvlakken indien hoek- of kilkeper oplossingen verreist zijn. |
| Klasses voor sparingen |
Wanneer er volumes gemodelleerd zijn ter plaatsen van de sparingen in het dakvlak, kan component Houten dakelement 63 hier rekening mee houden. Voor elke klasse kan tevens een instelling gekozen worden voor het Component Dakraam 64 welke vanuit component Houten dakelement 63 aangeroepen wordt. Wordt de positie of de afmeting van de solid aangepast, dan zal component Houten dakelement 63 een keer doorgerekend moeten worden zodat de nieuwe situatie gebruikt wordt. Image
|
| Instellingen dakraam macro |
Vul hier de Klasse in van het onderdeel dat de sparing vormt en vervolgens de instelling die gebruikt wordt door Component Dakraam 64. Image
|
| Offset lijst | Door hier (gescheiden door een spatie) offsetwaardes in te geven kan voor elke zijde van het element zowel een positieve als negatieve offsetwaarde ingegeven worden ten opzichte van de aangeklikte punten. |
| Positie in diepte |
Verplaatsing van de houten wand loodrecht op het vlak van de houten wand (m.a.w. loodrecht op het vlak waarin de 3 punten zicht bevinden). Met de keuzelijst kan de positie ten opzicht van de punten ingesteld worden. De opties zijn:
In naast gelegen veld kan een extra verplaatsing opgegeven worden. |
| Prefix merk |
Voor het verkrijgen van een samenstelling, worden de onderdelen van de houten wand aan elkaar gelast. De opgegeven letter wordt ingevuld in de merk prefix van het hoofdonderdeel, standaard is dit de onderregel. |
| Startnummer merk | Startnummer van het dakelement. |
| Naam negatief volume volgens |
Voor correcte machine uitvoer in BTL of BVX formaat is het noodzakelijk dat de verschillende gegenereerde uitsnijdingen de juiste benaming krijgen. Selecteer hier de het gewenste bestandformaat. |
Tabblad Onderdelen 1 en 2
In tabblad Onderdelen 1 en 2 kunnen in totaal 16 verschillende profielen worden gedefinieerd. In verschillende tabbladen kunnen deze profielnummer(s) gekozen worden via een keuzelijst.
| Optie | Beschrijving |
|---|---|
| Profiel | Selecteer een profiel uit de profielendatabase. |
|
Image
|
Omdraaien van het start en eindpunt van het profiel (gele en roze punt) Te gebruiken bij asymmetrische profielen. |
| Prefix | Prefix van het onderdeel. |
| Klasse | Klasse van het profiel. |
| Start num. | Startnummer van het onderdeel. |
| Materiaal | Materiaal van het onderdeel. Te selecteren uit de materialendatabase. |
| Commentaar | Gebruikersattribuut (UDA) Commentaar van een profiel. |
| Naam | Naam van het onderdeel. |
| Zone | Geef aan in welke zone de profielen moet komen te staan. Standaard staat dit op 0. |
| Rotatie |
Rotatie van het onderdeel. De opties zijn:
|
| Afwerking |
Afwerking van het onderdeel. |
Tabblad Onderdelen kepers
| Optie | Beschrijving |
|---|---|
| Profiel |
De eigenschappen zijn hetzelfde als die op tabblad Onderdelen 1 en 2. |
| Platen | De eigenschappen zijn hetzelfde als die op tabblad Houten platen. |
Tabblad Houten platen
| Optie | Beschrijving |
|---|---|
| t | Dikte van de plaat. |
| b | Breedte van de plaat. |
| h | Lengte van de plaat. |
| Pos nr. | Prefix van de plaat. |
| Start num. | Startnummer van de plaat. |
| Materiaal | Materiaal van de plaat. Te selecteren uit de materialendatabase. |
| Naam | Naam van de plaat. |
| Zone | Geef aan in welke zone de plaat moet komen te staan. |
| Afwerking | Afwerking van de plaat. |
Tabblad Langsdoorsnede
In tabblad Langsdoorsnede wordt de opbouw van het dakelement gedefinieerd.
| Optie | Beschrijving |
|---|---|
| 1 | Keuzelijst voor de onderste panlat (te definiëren op het tabblad Onderdelen 1 en 2). Indien gewenst kan er ook een dubbele panlat gedefinieerd worden. |
| 2 | Afstand vanaf eind element tot bovenzijde eerste panlat. (D in voorbeeldafbeelding / berekening). |
| 3 | Keuze om een afwijkende afstand in te geven voor de volgende panlat. (D - E in voorbeeldafbeelding / berekening) Deze waarde wordt niet in alle situaties direct doorgevoerd. Wanneer de minimale panlatafstand gelijk is aan de maximale panlatafstand C, zal deze waarde automatisch worden aangepast. Uitgangspunt blijft namelijk om ten allen tijde gehele dakpannen te gebruiken. Zie ook onderstaande afbeelding en voorbeeldberekening. |
| 4 | Keuzemenu voor plaatverdeling aan de bovenzijde van het element. Eventuele spelingen tussen de platen onderling kunnen hier ook gedefinieerd worden. |
| 5 | Keuze voor een plaat (te definiëren op het tabblad Houten platen) aan de bovenzijde van het dakelement. |
| 6 | Keuze voor standaard panlatprofiel (te definiëren op het tabblad Onderdelen). |
| 7 |
Minimale panlatafstand C. |
| 8 | Keuze voor standaard tengellatprofiel (te definiëren op het tabblad Onderdelen). |
| 9 | Positie van de bovenste panlat en het einde van de tengel. Keuze om deze afmetingen horizontaal of in de dakhelling te laten genereren. (A en B in voorbeeldafbeelding / berekening). |
| 10 |
Indien 1 of meerdere knieschotten gedefinieerd worden, kan tevens opnieuw bepaald worden welk type plaat er gedefinieerd moet worden (te definiëren op het tabblad Houten platen), en hoe er met hele en restplaten moet worden omgegaan. |
| 11 | Keuzemenu voor plaatverdeling aan de onderzijde van het element. Eventuele spelingen tussen de platen onderling kunnen hier ook gedefinieerd worden. |
| 12 | Definieer een maximale lengte van de tengels en de locatie waar het reststuk gegenereerd moet worden (Goot of nokzijde). |
| 13 |
Mogelijkheid om een extra onderdeel te plaatsen ter hoogte van de afsteunregels voor het knieschot. Detail ter hoogte van de knieschotten. Profiel: Keuze voor profiel te selecteren (te definiëren op het tabblad Onderdelen). L: Lengte van het profiel. c: Afstand dat het profiel uit het midden van de afsteunregel geplaatst kan worden. Image
|
| Onderstaand een aantal afbeeldingen en een voorbeeld hoe de panlatverdeling bepaald wordt. In de basis wordt er ten allen tijde gerekend naar hele dakpannen. | |
|
Gemeten afstand in model: L = 7053.74 Ingesteld in component 63: |
Image
n = (L – D – E - B) = (7053.74 – 45 – 200 – 70) / 315 = 21.39 Wanneer er een geheel aantal dakpanafstanden moet worden gegenereerd en de beschikbare ruimte (cmax ; cmin) is zodanig klein dat dat niet kan, dan is het mogelijk dat volgens het algoritime een c waarde wordt bepaald die niet binnen die range [cmin,cmax] valt.
|
Tabblad Dwarsdoorsnede
Op tabblad Dwarsdoorsnede wordt de profilering en de verdeling bepaald voor de sporen, alsmede de positie van een eventueel reststuk plaat.
| Optie | Beschrijving | |
|---|---|---|
| 1 | Keuzemenu voor de positie van het reststuk van de onderplaat. | |
|
Image
|
Reststuk aan de linkerzijde van het element. | |
|
Image
|
Reststuk na de 1e volledige plaat bekeken vanaf de linkerzijde van het element. | |
|
Image
|
Reststuk na de 2e volledige plaat bekeken vanaf de linkerzijde van het element. | |
|
Image
|
Reststuk na de 3e volledige plaat bekeken vanaf de linkerzijde van het element. | |
|
Image
|
Reststuk aan de rechterzijde van het element. | |
|
Image
|
Reststuk na de 1e volledige plaat bekeken vanaf de rechterzijde van het element. | |
|
Image
|
Reststuk na de 2e volledige plaat, bekeken vanaf de rechterzijde van het element. | |
|
Image
|
Reststuk na de 3e volledige plaat, bekeken vanaf de rechterzijde van het element. | |
| 2 | Terugligafstand van de plaat aan de linkerzijde van het element ten opzichte van het spoor. | |
| 3 | Profielkeuze voor de tussen sporen op de hele platen (te definiëren op het tabblad Onderdelen). | |
| 4 | Speling tussen de platen. | |
| 5 | Profielkeuze voor de tussensporen op de restplaat (te definiëren op het tabblad Onderdelen). | |
| 6 | Terugligafstand van de plaat aan de rechterzijde van het element ten opzichte van het spoor. | |
| 7 | Profielkeuze voor het spoorprofiel aan de linkerzijde van het element (te definiëren op het tabblad Onderdelen). | |
| 8 | Definieer de breedtes van de te gebruiken onderplaten in de dwarsdoorsnede van het element. | |
| 9 | Profielkeuze voor het spoorprofiel aan de rechterzijde van het element (te definiëren op het tabblad Onderdelen). | |
| 10 | Bepaal het aantal sporen of de hart op hart afstand van de sporen op een volledige plaat. | |
|
Image
|
Geen extra sporen. | |
|
Image
|
1 extra spoor gelijk verdeeld (op het midden van de plaat). | |
|
Image
|
2 extra sporen gelijk verdeeld over de plaat. | |
|
Image
|
3 extra sporen gelijk verdeeld over de plaat. | |
|
Image
|
X aantal extra sporen met een hart op hart maat niet groter dan de ingegeven waarde. | |
|
Image
|
||
| 11 | Bepaal het aantal sporen of de hart op hart afstand van de sporen op een rest plaat. | |
|
Image
|
Geen extra sporen. | |
|
Image
|
1 extra spoor op een te definiëren afstand, gemeten vanaf de linkerzijde. | |
|
Image
|
1 extra spoor op een te definiëren afstand, gemeten vanaf de rechterzijde. | |
|
Image
|
1 extra spoor gelijk verdeeld (op het midden van de plaat). | |
|
Image
|
2 extra sporen gelijk verdeeld over de plaat. | |
|
Image
|
X aantal extra sporen met een hart op hart maat niet groter dan de ingegeven waarde. | |
| Aansluiting sporen 1 | Definieer de aansluiting van de sporen bij niet rechthoekige elementen (hoek- en kilkepers) aan de onderzijde. | |
|
Image
|
Onderste spoor loopt door ten opzichten van de bovenste spoor. | |
|
Image
|
Bovenste spoor loopt door ten opzichten van de onderste spoor. | |
| Aansluiting sporen 2 | Definieer de aansluiting van de sporen bij niet rechthoekige elementen (kilkepers) aan de bovenzijde. | |
|
Image
|
Onderste spoor loopt door ten opzichten van de bovenste spoor. | |
|
Image
|
Bovenste spoor loopt door ten opzichten van de onderste spoor. | |
| Aansluiting tengels | Definieer de aansluiting van de tengels bij niet rechthoekige elementen. Afhankelijk van de gekozen optie kan extra maatvoering worden ingegeven. | |
|
Image
|
12: Afstand van de tengellat van het bovenste dakelelement tot de hoek waar de sporen van het onderste en bovenste dakelement samenkomen. 13: Afstand van de tengellat van het onderste dakelelement tot de hoek waar de sporen van het onderste en bovenste dakelement samenkomen. |
|
|
Image
|
14: Speling tussen de tengellaten onderling. | |
|
Image
|
14: Speling tussen de tengellaten onderling. | |
| Aansluiting tengels in nok | Aansluitingen van de tengels in de nok. Afhankelijk van de gekozen optie kan extra maatvoering worden ingegeven. | |
|
Image
|
Tengellat wordt evenwijdig met de globale Z-richting afgekort. 15: afstand van de nok tot de tengellat. |
|
|
Image
|
Tengellat wordt haaks afgekort. 15: afstand van de nok tot de tengellat. |
|
| 16 | Offset voor de tengellatten aan de linkerkant van het dakelement. Zowel een positieve als negatieve waarde is mogelijk. | |
| 17 | Offset voor de tengellatten aan de rechterkant van het dakelement. Zowel een positieve als negatieve waarde is mogelijk. | |
| 18 | Offset voor de panlatten aan de linkerkant van het dakelement. Zowel een positieve als negatieve waarde is mogelijk. | |
| 19 | Offset voor de panlatten aan de rechterkant van het dakelement. Zowel een positieve als negatieve waarde is mogelijk. | |
| Afkorten panlatten | Bij niet rechthoekige elementen kunnen de panlatten op de uiteinden haaks gekort worden of afgeschuind met de bijbehorende dak hoek. | |
|
Image
|
Panlatten worden haaks (loodrecht met de globale Z-richting) afgekort. | |
|
Image
|
Panlatten worden onder de schuine hoek van de hoek- of kilkeper afgekort. | |
Tabblad Detail onderzijde
In tabblad Detail onderzijde wordt de detaillering van de onderzijde van het dakelement gedefinieerd. Dit houdt in het gootdetail, muuplaat en afsteunregels.
| Optie | Beschrijving | |
|---|---|---|
| 1 |
Terugligafstand van de gootplank. |
|
| 2 | Profielkeuze voor de gootplank (te definiëren op het tabblad Onderdelen 1 en 2). | |
| 3 | Speling bovenplaat ten opzichte van het houten frame. | |
| 4 | Optie om een extra onderregel tegen het frame te monteren. Kies uit de gedefinieerde op het tabblad Onderdelen 1 en 2). | |
| 5 | Dikte van randprofiel. | |
| 6 | Profielkeuze voor het randprofiel. In dit geval wordt de dikte van het profiel bij bovenstaand punt 5 gedefinieerd. De hoogte is bepaald door de geometrie van het detail. Alle overige eigenschappen zoals naam, materiaal en klasse worden op het tabblad Onderdelen 1 en 2 gedefinieerd. | |
| 7 | Terugligafstand van de tengellat. | |
| 8 | Positie van de afsteunregel ten opzichte van het gedefinieerde systeempunt. Afstand kan horizontaal gedefinieerd worden of in de richting van de dakhelling. | |
| 9 | Afstand bij punt 8 horizontaal of in de richting van de dakhelling. | |
| 10 |
Keuze van het onderdetail en de vorm van de keep. De afmetingen worden in de boven- en onderstaande nummers beschreven. De opties zijn: |
|
|
Image
|
||
|
Image
|
||
|
Image
|
||
|
Image
|
||
| 11 | Definieer de breedte het horizontale gedeelte van de gootplank. Enkel beschikbaar bij optie 2 (10). | |
| 12 | Lengte van de keep aan de onderzijde. Keuze om horizontaal of gelijk aan de dakhoek te definiëren. | |
| 13 | Hoogte van de keep, indien geen keep gewenst is; deze afstand op 0 definiëren. | |
| 14 | Geef aan met Ja of Nee of er een boorgat gecreëerd moet worden door het spoor naar de muurplaat. Deze optie is enkel beschikbaar in het geval van halfronde muurplaten (laatste opties punt 19). | |
| 15 | Diameter van het boorgat. | |
| 16 | Afstand tussen de tengellatten die open gelaten moet worden voor het boorgat. | |
| 17 | Profielkeuze voor de afsteunregel (te definiëren op het tabblad Onderdelen 1 en 2). | |
| 18 | Profielkeuze voor de muurplaat (te definiëren op het tabblad Onderdelen 1 en 2). | |
| 19 | Definieer de uitvoering voor de steunregel ten behoeve van de muurplaat. | |
|
Image
|
Er wordt geen afsteunregel gegenereerd. Plaat loopt door. | |
|
Image
|
Er wordt geen afsteunregel gegenereerd. Plaat wordt onderbroken door afstand b. |
|
|
Image
|
Rechthoekige afsteunregel wordt gegenereerd. Profiel afsteunregel is te definiëren bij punt 9. |
|
|
Image
|
Rechthoekige afsteunregel wordt gegenereerd. b: speling tussen de plaat en de afsteunregel boven en onder. |
|
|
Image
|
T-vormige afsteunregel wordt gegenereerd. a: overlap dat de plaat op afsteunregel ligt. |
|
|
Image
|
T-vormige afsteunregel wordt gegenereerd. a: overlap dat de plaat op afsteunregel ligt. |
|
|
Image
|
T-vormige afsteunregel wordt gegenereerd. a: overlap dat de plaat op afsteunregel ligt. |
|
|
Image
|
Halfronde muurplaat en L-vormige afsteunregel wordt gegenereerd. a: overlap dat de plaat op afsteunregel ligt. |
|
| 20 | Afstand tot voor-, midden- of achterzijde van de steunregel ten opzichte van punt 8. Horizontaal of in de helling van het dak te bepalen. | |
| 21 | Detail A: Afhankelijk van de keuze worden de omliggende invoervelden actief en kan de afmeting van de keep gedefinieerd worden. de opties zijn: | |
|
Image
|
Keep met plaat aan de onderzijde. 22: Afstand van de plaat tot uiteinde van de keep. |
|
|
Image
|
Keep met plaat en balk aan de onderzijde. 22: Afstand van de balk tot uiteinde van de keep.
|
|
|
Image
|
Keep met plaat en L-vormige balk aan de onderzijde. 22: Afstand van de balk tot uiteinde van de keep.
|
|
|
Image
|
Keep met 2 balken aan de onderzijde. 22: Afstand van de balk tot uiteinde van de keep. |
|
| 25 | Detail B: Definieer van een eventuele extra regel bij de keep. De opties zijn: | |
|
Image
|
Geen extra regel. b: Afstand dat de plaat terugligt vanaf de start van de keep. |
|
|
Image
|
Extra regel. Profielafmetingen wordt bepaald door de hoogte van de keep (13). b: Afstand dat de plaat terug ligt vanaf de start van de keep aan de onderzijde. |
|
|
Image
|
Extra regel. De plaat aan de onderzijde van de keep wordt op de regel geplaatst. b: Afstand dat de plaat terug ligt vanaf de start van de keep aan de onderzijde. |
|
| 29 | Detail C: Extra opties ten behoeve van de positionering en oriëntatie van de gootplank. De opties zijn: | |
|
Image
|
Gootplank wordt onder de hellingshoek van het dak geplaatst. |
|
|
Image
|
Gootplank wordt lood geplaatst. Gelijk met de globale Z-as van het model. | |
Tabblad Detail bovenzijde
In tabblad Detail bovenzijde wordt de detaillering van de bovenzijde van het dakelement gedefinieerd. Dit houdt in het nokdetail en bovenste afsteunregels.
| Optie | Beschrijving | |
|---|---|---|
| 1 | Keuze voor de uitvoering van het boven detail, afhankelijk van de keuze worden sommige waardes actief of zijn uit gegrijsd. | |
|
Image
|
Bovenregel gepositioneerd in de dakhoek; definieer de afmetingen ten behoeve van de keep en de diverse terugligafstanden. Afzonderlijk kunnen de details A-B-C gedefinieerd worden. |
|
|
Image
|
Gedeelde bovenregel gepositioneerd in de dakhoek; definieer de verschillende afmetingen ten behoeve van de profielen, de keep en de diverse terugligafstanden voor de plaat. Afzonderlijk kunnen de details A-B-C gedefinieerd worden. |
|
|
Image
|
Bovenregel verticaal gepositioneerd; definieer de afmetingen ten behoeve van de keep en de diverse terugligafstanden. Afzonderlijk kunnen de details A-B-C gedefinieerd worden. |
|
|
Image
|
Gedeelde bovenregel verticaal gepositioneerd; definieer de verschillende afmetingen ten behoeve van de profielen, de keep en de diverse terugligafstanden voor de plaat. Afzonderlijk kunnen de details A-B-C gedefinieerd worden. |
|
|
Image
|
Afgeschuinde bovenregel, gepositioneerd in de dakhoek; definieer de afmetingen ten behoeve van de keep en de diverse terugligafstanden. Bij deze optie komen er extra invulvelden beschikbaar waarbij de breedte van de bovenregel aan de boven en onderzijde gedefinieerd kunnen worden. Afzonderlijk kunnen de details B-C gedefinieerd worden. |
|
|
Image
|
Optie zonder nokruiter, sporen haaks gekort; definieer de afmetingen ten behoeve van de keep en de diverse terugligafstanden. Afzonderlijk kan detail C gedefinieerd worden. |
|
|
Image
|
Optie zonder nokruiter, sporen afgeschuind; definieer de afmetingen ten behoeve van de keep en de diverse terugligafstanden. Afzonderlijk kan detail C gedefinieerd worden. |
|
| 2 | Terugligafstand van de nokbalk tot plaat aan de bovenzijde van het spoor. | |
| 3 | Breedte van de nokbalk. | |
| 4 | Hoogte bovenste regel. | |
| 5 | Terugligafstand van de nokbalk tot het gedefinieerde systeempunt. | |
| 6 | Hoogte onderste regel. | |
| 7 | Afstand einde van de sporen tot de start van de afschuining aan de nokbalk | |
| 8 | Hoogte van de keep. | |
| 9 | Lengte van de keep en de keuze om de lengte horizontaal of in de lengte van de dakhelling in te geven. | |
| 10 | Afstand dat de plaat in de keep terug ligt ten opzichte van de buitenzijde van de nokbalk. | |
| 11 | Detail A: detail van de bovenzijde van de nokbalk. De opties zijn: | |
|
Image
|
Rechthoekige nokbalk zonder keep met horizontaal vlak aan de bovenzijde. 12: lengte van het horizontale vlak. |
|
|
Image
|
Nokbalk met keep. 12: lengte van het horizontale vlak.
|
|
|
Image
|
Rechthoekige balk die boven de sporen uitsteekt. 12: hoogte dat de nokplank boven de sporen uitsteekt. In het geval van een negatief getal, |
|
| 17 | ||
| Optie om de nok balk aan of uit te schakelen. | ||
|
Image
|
Optie om de nok balk uit te schakelen. 18: profielkeuze van de nokbalk (te definiëren op het tabblad Onderdelen 1 en 2). |
|
|
Image
|
Optie om de nok balk in te schakelen. 18: profielkeuze van de nokbalk (te definiëren op het tabblad Onderdelen 1 en 2). |
|
| 19 | Detail B: keuze uit verschillende opties om een keep of een extra scharnierlat te genereren. Indien als in hoofddetail (1) is gedefinieerd dat er een gedeelde bovenregel gebruikt wordt, kan voor deze onderste regel het profieltype en de eigenschappen op het tabblad Onderdelen 1 en 2 gedefinieerd worden. Afhankelijk van de keuze worden de omliggende invoervelden actief voor de keepafmetingen, vorm van het onderste profiel en scharnierlat. | |
|
Image
|
Geen keep aan de onderzijde, deels afgeschuind. 24: speling tussen de plaat aan de binnenzijde en de nokplank. |
|
|
Image
|
Geen keep aan de onderzijde. 24: speling tussen de plaat aan de binnenzijde en de nokplank. |
|
|
Image
|
Keep aan de onderzijde, deels afgeschuind. 20: breedte van de keep. |
|
|
Image
|
Inclusief scharnierlat. 20: breedte van de keep. |
|
|
Image
|
Inclusief scharnierlat welke tevens de onderplaat afdekt. 20: breedte van de keep. |
|
| 26 | Afdekplaat | |
|
Image
|
Automatisch gegenereerde afdekplaat. | |
|
Image
|
Automatisch gegenereerde afdekplaat. Middels de keuzelijst kan het gewenste profiel gedefinieerd worden. 27: profielkeuze van de afdekplaat (te definiëren op het tabblad Onderdelen 1 en 2). |
|
|
Image
|
Automatisch gegenereerde afdekplaat in combinatie met een afstand ten opzichte van het aangegeven snijpunt. 27: profielkeuze van de afdekplaat (te definiëren op het tabblad Onderdelen 1 en 2). |
|
| 29 | Detail C: keuze uit verschillende mogelijkheden voor de uitvoering van de onderzijde van de keep. Afhankelijk van de keuze worden de omliggende invoervelden actief voor de verschillende afmetingen en vormeigenschappen van het eventueel te genereren profiel. | |
|
Image
|
Geen keep. | |
|
Image
|
Keep zonder balk. b: speling tussen de plaat bovenzijde en de keep. |
|
|
Image
|
Keep met balk. b: speling tussen de plaat bovenzijde en de keep. |
|
|
Image
|
Keep met balk. b: speling tussen de plaat bovenzijde en de keep. |
|
|
Image
|
Keep zonder balk. b: speling tussen de plaat bovenzijde en de keep. |
|
|
Image
|
Keep met balk. b: speling tussen de plaat bovenzijde en de balk. |
|
|
Image
|
Keep met balk. b: speling tussen de plaat bovenzijde en de balk. |
|
|
Image
|
Opening in de plaat. b: breedte van de opening. |
|
|
Image
|
Plaat met afsteunregel. 30: profielkeuze van de afsteunregel(te definiëren op het tabblad Onderdelen 1 en 2). |
|
|
Image
|
Afsteunregel wordt gegenereerd. b: speling tussen de plaat en de afsteunregel. |
|
|
Image
|
T-vormige afsteunregel wordt gegenereerd. a: overlap dat de plaat op afsteunregel ligt. |
|
|
Image
|
T-vormige afsteunregel wordt gegenereerd. a: overlap dat de plaat op afsteunregel ligt. |
|
|
Image
|
T-vormige afsteunregel wordt gegenereerd. a: overlap dat de plaat op afsteunregel ligt. |
|
Tabblad Knieschot
Op tabblad Knieschotten kunnen de afscheunregels voor de knieschotten worden gedefinieerd.
| Optie | Beschrijving | |
|---|---|---|
| 1 |
Horizontale afstand van het systeempunt van het dak tot aan het eerste knieschot. |
|
| 2 | Horizontale afstand van het systeempunt van het dak tot aan het tweede knieschot. | |
| 3 | Verticale afstand van het systeempunt van het dak tot aan het eerste knieschot. | |
| 4 | Verticale afstand van het systeempunt van het dak tot aan het tweede knieschot. | |
| Knieschotregel 1 | Detail van de afsteunregel. | |
| 5 |
Image
|
Er wordt geen afsteunregel gegenereerd. Plaat loopt door. |
|
Image
|
Er wordt geen afsteunregel gegenereerd. Plaat wordt onderbroken door afstand b. | |
|
Image
|
Rechthoekige afsteunregel wordt gegenereerd. d: diepte dat de afsteungerel in de plaat wordt geplaatst. |
|
|
Image
|
Rechthoekige afsteunregel wordt gegenereerd. b1: speling tussen de plaat onderzijde (gootzijde) en de afsteunregel. |
|
|
Image
|
T-vormige afsteunregel wordt gegenereerd. a1: overlap dat de plaat op afsteunregel ligt aan de onderzijde (gootzijde). |
|
|
Image
|
T-vormige afsteunregel wordt gegenereerd. a1: overlap dat de plaat op afsteunregel ligt aan de onderzijde (gootzijde). |
|
|
Image
|
T-vormige afsteunregel wordt gegenereerd. a1: overlap dat de plaat op afsteunregel ligt aan de onderzijde (gootzijde).
|
|
|
Image
|
Rechthoekige afsteunregel wordt gegenereerd. d: diepte dat de afsteungerel in de plaat wordt geplaatst. |
|
| 6 | Extra offset ten opzichte van het in het model gedefinieerde systeempunt voor de positie van het knieschot. | |
|
Image
|
Offset van gedefinieerd systeempunt tot buitenkant afsteunregel (nokzijde) in de horizontale richting. | |
|
Image
|
Offset van gedefinieerd systeempunt tot binnenkant afsteunregel (gootzijde). | |
|
Image
|
Offset van gedefinieerd systeempunt tot buitenkant afsteunregel (nokzijde) in de richting van de dakhelling. | |
|
Image
|
Geen extra offset. | |
| 7 | Mogelijkheid om op de afsteunregel een extra profiel te plaatsen. | |
|
Image
|
Geen extra profiel. | |
|
Image
|
9: Profielkeuze voor het extra profiel (te definiëren op het tabblad Onderdelen 1 en 2.) |
|
| 8 | Profielkeuze voor de knieschotregel (te definiëren op het tabblad Onderdelen 1 en 2.) | |
| Knieschotregel 2 | Net als bij Knieschotregel 1 kunnen hier de details van Knieschotregel 2 gedefinieerd worden. | |
Tabblad Linker kilkeper
Op tabbladen Linker kilkepers wordt de detaillering van de linker kilkeper ingesteld.
| Optie | Beschrijving | |
|---|---|---|
| 1 | Keuze uit een basisoplossing voor het kildetail. Afhankelijk van deze keuze kunnen vervolgens de overige in de afbeelding getoonde details gedefinieerd worden. | |
|
Image
|
Detail met de sporen loodrecht op het dakvlak. 2: Terugligafstand panlat ten opzichte van de eerste kilkeper. |
|
|
Image
|
Detail met de sporen gepositioneerd loodrecht op de kilgoot. 2: Terugligafstand panlat ten opzichte van de eerste kilkeper. |
|
|
Image
|
Detail met de kilkepers loodrecht op dakvlak en een doorstekende bovenplaat. 2: Terugligafstand panlat ten opzichte van de eerste kilkeper. |
|
| Detail E |
Detail E: Mogelijkheid om meerdere sporen evenwijdig toe te voegen aan de kilkeper. |
|
|
Image
|
Mogelijkheid om meerdere sporen evenwijdig toe te voegen aan de kilkeper. |
|
|
Image
|
Mogelijkheid om één spoor en een plaat toe te voegen aan de kilkeper. De optie is alleen beschikbaar wanneer bij 1 het type gekozen is welke de kepers loodrecht op het dakvlak plaatst. 7: Plaat bovenzijde van de kil. |
|
|
Image
|
Mogelijkheid om één spoor, een plaat en extra balk toe te voegen aan de kilkeper. 6: Extra balk tussen langs de tengellat. Profiel eigenschappen zijn te definiëren op tabblad Onderdelen kepers. |
|
| Detail A |
Detail A wordt enkel actief wanneer bij 1 de eerste optie uit het keuzemenu wordt geselecteerd. Mogelijkheid om horizontaal en verticaal extra balken te plaatsen. |
|
|
Image
|
Geen extra balken. | |
|
Image
|
2 balken loodrecht op de kilkeper. 12: Profielkeuze voor de bovenste extra balk. Profiel eigenschappen zijn te definiëren op tabblad Onderdelen kepers. |
|
|
Image
|
2 balken loodrecht op de kilkeper. 12: Profielkeuze voor de bovenste extra balk. Profiel eigenschappen zijn te definiëren op tabblad Onderdelen kepers. |
|
|
Image
|
Verticale balk in de hoek van de kil. 11: Start afschuining boven.
|
|
|
Image
|
Horizontale balk. 13: Profielkeuze van de extra balk. Profiel eigenschappen zijn te definiëren op tabblad Onderdelen kepers. |
|
|
Image
|
Verticale balk in de hoek van de kil. 11: Afstand dat de extra balk terug ligt ten op zichten van de kilkeper (horizontaal gemeten).
|
|
| Detail B | Detail B: Plaat onderzijde kilkeper. | |
|
Image
|
Plaat wordt haaks afgekort ten opzichte van de dakhelling. | |
|
Image
|
Plaat wordt loodrecht afgekort (evenwijdig met de globale Z-as). | |
| Detail F | Detail: Extra balken onder de kil. | |
|
Image
|
Er worden geen extra balken onder de kepers geplaatst. | |
|
Image
|
Er worden 2 extra balken onder de kepers geplaatst. De rechter balk loopt onder de linker balk door. 16: Profielkeuze voor de linker balk van detail F. Profiel eigenschappen zijn te definiëren op tabblad Onderdelen kepers. |
|
|
Image
|
Er worden 2 extra balken onder de kepers geplaatst. De linker balk loopt onder de rechter balk door. 16: Profielkeuze voor de linker balk van detail F. Profiel eigenschappen zijn te definiëren op tabblad Onderdelen kepers. |
|
|
Image
|
Er worden 2 extra balken onder de kepers geplaatst. De linker en recht blak komen tegen elkaar aan (zonder verstek). 16: Profielkeuze voor de linker balk van detail F. Profiel eigenschappen zijn te definiëren op tabblad Onderdelen kepers. |
|
|
Image
|
Er worden 2 extra balken onder de kepers geplaatst. De linker en recht blak komen tegen elkaar aan (met verstek). 16: Profielkeuze voor de linker balk van detail F. Profiel eigenschappen zijn te definiëren op tabblad Onderdelen kepers. |
|
| Detail G | Detail G: plaat aan de bovenzijde van het dakelement loopt tegen of over de sporen van de kilkeper. Enkel mogelijk wanneer er een plaat aan de bovenzijde van het dakelement aanwezig is. Te definiëren op tabblad Langsdoorsnede. | |
|
Image
|
Plaat loopt tot tegen de sporen. | |
|
Image
|
Plaat loopt over de sporen. 18: offset van de plaat tot binnenste spoor. |
|
| Detail C | Detail C: definieer het aantal extra sporen. | |
|
Image
|
Geen extra spoor. | |
|
Image
|
1 extra spoor: optioneel is het mogelijk om voor het extra spoor een ander profiel te kiezen. Default wordt voor de extra sporen hetzelfde profiel gebruikt als het hoofdprofiel. | |
|
Image
|
2 extra sporen: optioneel is het mogelijk om voor de extra sporen een ander profiel te kiezen. Default wordt voor de extra sporen hetzelfde profiel gebruikt als het hoofdprofiel. | |
|
Image
|
3 extra sporen: optioneel is het mogelijk om voor de extra sporen een ander profiel te kiezen. Default wordt voor de extra sporen hetzelfde profiel gebruikt als het hoofdprofiel. | |
|
Image
|
Definieer in het waardeveld n het aantal extra sporen: optioneel is het mogelijk om voor de extra sporen een ander profiel te kiezen. Default wordt voor de extra sporen hetzelfde profiel gebruikt als het hoofdprofiel. | |
Tabblad Linker hoekkeper
In tabblad Linker hoekkeper wordt de detaillering van de linker hoekkeper ingesteld.
| Optie | Beschrijving | |
|---|---|---|
| 1 | Keuze uit een basisoplossing voor het hoekkeper detail. Afhankelijk van deze keuze kunnen vervolgens de overige in de afbeelding getoonde details gedefinieerd worden. | |
|
Image
|
Sporen gepositioneerd loodrecht op het dakvlak. 2: Terugligafstand panlat ten opzichte van de eerste hoekkeper. |
|
|
Image
|
Sporen gepositioneerd gelijk aan de deelhoek. Mogelijkheid om ook Detail A in te definiëren. 2: Terugligafstand panlat ten opzichte van de eerste hoekkeper. |
|
| 7 | In Detail D kan een extra nokregel, tengellat en plaat toegevoegd worden. | |
|
Image
|
Geen onderdelen worden toegevoegd. | |
|
Image
|
Extra nokregel wordt toegevoegd. 9: Profielkeuze voor extra nokregel. Profiel eigenschappen zijn te definiëren op tabblad Onderdelen kepers.
|
|
|
Image
|
Extra nokregel wordt toegevoegd en er is een mogelijkheid om een vulplaatje onder de nokregel te definiëren. 9: Profielkeuze voor extra nokregel. Profiel eigenschappen zijn te definiëren op tabblad Onderdelen kepers. |
|
|
Image
|
Extra nokregel, tengellat en horizontale balk wordt toegevoegd. 9: Profielkeuze voor extra nokregel. Profiel eigenschappen zijn te definiëren op tabblad Onderdelen kepers. |
|
| 12 | Detail A wordt enkel actief wanneer bij 1 de eerste optie uit het keuzemenu wordt geselecteerd. Mogelijkheid om horizontaal en verticaal extra balken te plaatsen. | |
|
Image
|
Geen extra balken. | |
|
Image
|
2 balken loodrecht op de kilkeper. 13: Start afschuining bovenste balk. |
|
|
Image
|
2 balken loodrecht op de kilkeper. 13: Start afschuining bovenste balk. |
|
|
Image
|
Verticale balk in de hoek van de hoek.
|
|
|
Image
|
Horizontale balk. 14: Profielkeuze extra balk. Profiel eigenschappen zijn te definiëren op tabblad Onderdelen kepers. |
|
|
Image
|
Verticale balk in de hoek van de hoek.
|
|
| 18 | Detail B: Afwerking van de hoek van de plaat. | |
|
Image
|
Plaat wordt haaks afgekort ten opzichte van de dakhelling. | |
|
Image
|
Plaat wordt loodrecht afgekort (evenwijdig met de globale Z-as). | |
|
Image
|
Plaat afschuinen volgens te definiëren hoek. 19: Hoek dat het einde van de plaat afgeschuind moet worden. |
|
| 20 | Detail F: Extra balken onder de hoekverbinding. | |
|
Image
|
Er worden geen balken onder de hoekverbinding geplaatst. |
|
|
Image
|
Er wordt een balk onder de hoekverbinding geplaatst. 21: Profielkeuze voor balk. Profieleigenschappen zijn te definiëren op tabblad Onderdelen kepers. |
|
| 23 | Detail G: plaat aan de bovenzijde van het dakelement loopt tegen of over de sporen van de hoekkeper. Enkel mogelijk wanneer er een plaat aan de bovenzijde van het dakelement aanwezig is. Te definiëren op tabblad Langsdoorsnede. | |
|
Image
|
Plaat loopt tot tegen de sporen. | |
|
Image
|
Plaat loopt over de sporen. 22: offset van de plaat tot binnenste spoor. |
|
| 24 | Detail C: definieer het aantal extra sporen. | |
|
Image
|
Geen extra sporen. | |
|
Image
|
1 extra spoor: optioneel is het mogelijk om voor het extra spoor een ander profiel te kiezen. Default wordt voor de extra sporen hetzelfde profiel gebruikt als het hoofdprofiel. | |
|
Image
|
2 extra sporen: optioneel is het mogelijk om voor de extra sporen een ander profiel te kiezen. Default wordt voor de extra sporen hetzelfde profiel gebruikt als het hoofdprofiel. | |
|
Image
|
3 extra sporen: optioneel is het mogelijk om voor de extra sporen een ander profiel te kiezen. Default wordt voor de extra sporen hetzelfde profiel gebruikt als het hoofdprofiel. | |
|
Image
|
Definieer in het waardenveld n het aantal extra sporen: optioneel is het mogelijk om voor de extra sporen een ander profiel te kiezen. Default wordt voor de extra sporen hetzelfde profiel gebruikt als het hoofdprofiel. | |
Tabblad Rechter kilkeper
De beschikbare opties voor de Rechter kilkeper zijn gelijk aan die van de linkerzijde echter dan uiteraard in tegenovergestelde uitvoering.
Tabblad Rechter hoekkeper
De beschikbare opties voor de Rechter hoekkeper zijn gelijk aan die van de linkerzijde echter dan uiteraard in tegenovergestelde uitvoering.
Tabblad Isolatie
In tabblad Isolatie worden de eigenschappen van de isolatie gedefinieerd.
| Optie | Beschrijving |
|---|---|
| t | Dikte van de isolatieplaat. Door een dikte in te vullen wordt de isolatie gegenereerd. |
| b | Breedte van de isolatieplaat. |
| h | Hoogte van de isolatieplaat. |
| Profiel | De eigenschappen definiëren zijn hetzelfde als die op tabblad Onderdelen. |
| Isolatie toevoegen | Het is mogelijk om de isolatie toe te voegen aan het merk Ja of Nee. |
| 1 | Definieer de verschillende randafstanden van de isolatie ten opzichte van de frameonderdelen. |
Tabblad Folie
In tabblad Folie worden de eigenschappen van de folie gedefinieerd.
| Optie | Beschrijving |
|---|---|
| Binnen folie |
Folie aan de onderzijde van het dakelement. |
| Buiten folie | Folie aan de bovenzijde van het dakelement. |
| Profiel | Definieer de eigenschappen van de folie aan de onderzijde van het element. Vul een waarde in voor de dikte om de folie te genereren, als de waarde voor de dikte wordt weggelaten zal ook de folie niet gegenereerd worden. De eigenschappen instellen zijn hetzelfde als die op tabblad Onderdelen. |
| Folie toevoegen | Het is mogelijk om de folie toe te voegen aan het merk Ja of Nee. |
| 1 | Definieer de overlengtes voor de folie rondom het element aan zowel de binnen- als de buitenzijde. Wanneer de overlengte aan de bovenzijde is gespecificeerd en de overlengte aan de onderzijde niet, dan wordt de waarde uit het bovenste veld overgenomen en andersom. Hetzelfde geldt voor links en rechts. |
Aan de inhoud van dit document kunnen geen rechten worden ontleend. Aan de weergave van de afbeeldingen kunnen geen conclusies worden verbonden met betrekking tot de besturingssystemen waar Tekla Structures onder werkt.
Dit werk valt onder de Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken 4.0 Internationaal Licentie. Ga naar http://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/4.0/deed.nl om de inhoud van de licentie te bekijken of stuur een brief naar Creative Commons, 444 Castro Street, Suite 900, Mountain View, California, 94041, USA.