Glasplaat max. 5 profielen (6)

Not version-specific

Tekla Structures

Environment

Netherlands

Component Glasplaat max. 5 profielen (6) kan worden gebruikt voor het maken van meerdere lagen (glas)platen in kozijnen. De afbakening van het glaskader moet met rechte profielen gebeuren, polyprofielen zijn niet toegestaan. Er kunnen tot 8 glaslagen gedefinieerd worden en maximaal 2 spouwen. Per spouw kunnen 1 of 2 afstandshouders gebruikt worden. Tevens kunnen openingssymbolen voor draai-/uitzetramen worden toegevoegd.

Gemaakte objecten

Glasplaten
Afstandhouders

Gebruiken voor

Voordat u begint

Modelleer een glaskader met behulp van rechte profielen.

Volgorde van selectie

Activeer de component.
Selecteer de kozijnprofielen waarin het vlak met glasplaten geplaatst moet worden.
Druk op de middelste muisknop.
De platen/afstandhouders wordt gemaakt.

Tabblad Afbeelding

U gebruikt tabblad Afbeelding voor het definiëren van de glasplaten en de afstanden tussen de glasplaten.

Optie	Beschrijving		Voorbeeld
1	Dikte van glasplaat 1. Als er een waarde is ingevuld, wordt glasplaat #1 gemaakt. Als er geen waarde is ingevuld, wordt er gekeken of Plaat 1 in het tabblad Onderdelen is ingevuld is. Zo ja, dan wordt glasplaat #1 alsnog gemaakt. Indien ook dit veld leeg is, dan wordt glasplaat #1 weggelaten. Als de dikte in beide velden is ingevuld, zal de dikte die is opgegeven bij Plaat 1 in tabblad Onderdelen aangehouden worden.
2	Dikte van glasplaat 2. Als er een waarde is ingevuld, wordt glasplaat #2 gemaakt. Als er geen waarde is ingevuld, wordt er gekeken of Plaat 2 in het tabblad Onderdelen is ingevuld is. Zo ja, dan wordt glasplaat #2 alsnog gemaakt. Indien ook dit veld leeg is, dan wordt glasplaat #2 weggelaten. Als de dikte in beide velden is ingevuld, zal de dikte die is opgegeven bij Plaat 2 in tabblad Onderdelen aangehouden worden.
3	De afstand tussen glasplaat #2 en extra glasplaat #7. Deze glasplaat #7 wordt in de spouw geplaatst. Voorbeeld: het in dubbelglas plaatsen van glas-in-lood.		Image
4	Dikte van glasplaat 7. Als er een waarde is ingevuld, wordt glasplaat #7 gemaakt. Als er geen waarde is ingevuld, wordt er gekeken of Plaat 7 in het tabblad Onderdelen is ingevuld is. Zo ja, dan wordt glasplaat #7 alsnog gemaakt. Indien ook dit veld leeg is, dan wordt glasplaat #7 weggelaten. Als de dikte in beide velden is ingevuld, zal de dikte die is opgegeven bij Plaat 7 in tabblad Onderdelen aangehouden worden.
5	Dikte van glasplaat 3. Als er een waarde is ingevuld, wordt glasplaat #3 gemaakt. Als er geen waarde is ingevuld, wordt er gekeken of Plaat 3 in het tabblad Onderdelen is ingevuld is. Zo ja, dan wordt glasplaat #3 alsnog gemaakt. Indien ook dit veld leeg is, dan wordt glasplaat #3 weggelaten. Als de dikte in beide velden is ingevuld, zal de dikte die is opgegeven bij Plaat 3 in tabblad Onderdelen aangehouden worden.
6	Dikte van glasplaat 4. Als er een waarde is ingevuld, wordt glasplaat #4 gemaakt. Als er geen waarde is ingevuld, wordt er gekeken of Plaat 4 in het tabblad Onderdelen is ingevuld is. Zo ja, dan wordt glasplaat #4 alsnog gemaakt. Indien ook dit veld leeg is, dan wordt glasplaat #4 weggelaten. Als de dikte in beide velden is ingevuld, zal de dikte die is opgegeven bij Plaat 4 in tabblad Onderdelen aangehouden worden.
7	Afstand tussen glasplaat #4 en extra glasplaat #8. Deze glasplaat #8 wordt in de spouw geplaatst. Voorbeeld: het in dubbelglas plaatsen van glas-in-lood.		Image
8	Dikte van glasplaat 8. Als er een waarde is ingevuld, wordt glasplaat #8 gemaakt. Als er geen waarde is ingevuld, wordt er gekeken of Plaat 8 in het tabblad Onderdelen is ingevuld is. Zo ja, dan wordt glasplaat #8 alsnog gemaakt. Indien ook dit veld leeg is, dan wordt glasplaat #8 weggelaten. Als de dikte in beide velden is ingevuld, zal de dikte die is opgegeven bij Plaat 8 in tabblad Onderdelen aangehouden worden.
9	Dikte van glasplaat 5. Als er een waarde is ingevuld, wordt glasplaat #5 gemaakt. Als er geen waarde is ingevuld, wordt er gekeken of Plaat 5 in het tabblad Onderdelen is ingevuld is. Zo ja, dan wordt glasplaat #5 alsnog gemaakt. Indien ook dit veld leeg is, dan wordt glasplaat #5 weggelaten. Als de dikte in beide velden is ingevuld, zal de dikte die is opgegeven bij Plaat 5 in tabblad Onderdelen aangehouden worden.
10	Dikte van glasplaat 6. Als er een waarde is ingevuld, wordt glasplaat #6 gemaakt. Als er geen waarde is ingevuld, wordt er gekeken of Plaat 6 in het tabblad Onderdelen is ingevuld is. Zo ja, dan wordt glasplaat #6 alsnog gemaakt. Indien ook dit veld leeg is, dan wordt glasplaat #6 weggelaten. Als de dikte in beide velden is ingevuld, zal de dikte die is opgegeven bij Plaat 6 in tabblad Onderdelen aangehouden worden.
11	Spouwbreedte tussen glasplaat #2 en glasplaat #3. Als er een waarde is ingevuld, wordt er een spouw gemaakt ter grootte van de ingestelde waarde. Als er geen waarde is ingevuld, wordt gekeken of in tabblad Onderdelen een spouwprofiel ingevuld is. Zo ja, dan wordt de spouw volgens het spouwprofiel gedefinieerd. Als ook hier geen waarde is ingevuld, worden de glasplaten #2 en #3 tegen elkaar geplaatst (0 mm spouw). Als zowel de spouwbreedte als een spouwprofiel zijn ingevuld, wordt de spouwbreedte bepaald door het spouwprofiel.
12	Spouwbreedte tussen glasplaten #4 en #5. Als er een waarde is ingevuld, wordt er een spouw gemaakt ter grootte van de ingestelde waarde. Als er geen waarde is ingevuld, wordt gekeken of in tabblad Onderdelen een spouwprofiel ingevuld is. Zo ja, dan wordt de spouw volgens het spouwprofiel gedefinieerd. Als ook hier geen waarde is ingevuld, worden de glasplaten #4 en #5 tegen elkaar geplaatst (0 mm spouw). Als zowel de spouwbreedte als een spouwprofiel zijn ingevuld, wordt de spouwbreedte bepaald door het spouwprofiel.
13	Keuzelijst voor het bepalen van hoogte spouwprofiel(en) tussen glasplaat #2 en #3, alsmede het wel of niet plaatsen van stelplaatjes. De opties zijn:		Image
	Image	Eén spouwprofiel. De spouwbreedte wordt bepaald door optie 11 (leeg = geen spouw.) De horizontale afstand definieert de hoogte van het spouwprofiel. Default hoogte = 10mm.	Image
	Image	Twee spouwprofielen. De spouwbreedte wordt bepaald door optie 11 (leeg = geen spouw). De horizontale afstand definieert de hoogte van het spouwprofiel. Default hoogte = 10mm.	Image
	Image	Het spouwprofiel gedefinieerd in tabblad Onderdelen. Binnenste randprofiel tussen #2 en #3 bepaald de spouwbreedte. (Optie 11 heeft geen invloed). Vulplaatjes links/rechts/beide zijden van het spouwprofiel. Vulplaat-profiel wordt gedefinieerd in tabblad Onderdelen. Binnenste wandprofiel tussen #2 en #3. Toevoegen van vulplaatje(s) zal de spouwbreedte automatisch doen toenemen.	Image
	Image	Geen spouwprofiel. De spouwbreedte wordt bepaald door optie 11 (leeg = geen spouw).
14	Hoogte van spouwprofiel(en) tussen glasplaten #2 en #3.
15	Keuzelijst voor het bepalen van hoogte spouwprofiel(en) tussen glasplaat #4 en #5, alsmede het wel of niet plaatsen van stelplaatjes. Zie optie 13 voor een beschrijving van de mogelijkheden.
16	Hoogte van spouwprofiel(en) tussen glasplaten #4 en #5.

Commentaar #1 ….#6

Per glasplaat kunnen 2 gebruikersattributen worden ingevuld:

Commentaar.
Commentaar 2 (heeft effect op nummering).

Tabblad Onderdelen

U gebruikt tabblad Onderdelen om de plaatdikte en profilering te definiëren.

Plaat 1 … Plaat 8

Definieer voor maximaal 8 glasplaten de glasplaatdikte, nummer prefix en –startnummer, materiaal, naam en klasse.

Indien een plaatdikte is gedefinieerd, dan zal de plaat deze dikte krijgen. Ook wanneer in tab Afbeelding een plaatdikte is gedefinieerd. (plaatdiktes in tab Afbeelding hebben een lagere prioriteit)

Indien veld Materiaal blanco blijft, dan zal de materiaalkwaliteit uit de Opties dialoog aangehouden worden. Standaard is dat S235JR.

Indien voor materiaal GLAS wordt gekozen, zal dit naast een correcte gewicht berekening ook voor een doorzichtige plaat zorgen.

Voorbeeld:

Buiten randprofiel tussen plaat 1 en 2

Binnen randprofiel tussen plaat 2 en 3

Definieer de spouwprofielen tussen glasplaten 2 en 3 en tussen glasplaten 4 en 5.

Naast het profiel kunnen de volgende eigenschappen gedefinieerd worden:

Pos.nr, Prefix en – Startnummer.
Materiaal.
Naam (Default=SPACER) .
Klasse.
Rotatie.

Naast het definiëren van de rand-/spouwprofielen, moet ook de Spouwprofiel-keuzelijst in tab Afbeelding correct ingesteld worden.

Voorbeeld:

Tabblad Parameters

U gebruikt tabblad Parameters voor het definiëren van de positie van de glasplaten en de offsets.

Vlak van het glas

Definieer het vlak ten opzichte waarvan de glasplaten georiënteerd worden. De opties zijn:

Profiel 1-3.
Profiel 2-4.
Profiel 1-2.
Profiel 2-3.

(zie voorbeelden)

Afstand uit het vlak

Definieer vanaf welke zijde van het kozijn de glasplaten geplaatst worden. Ook kan een offset ingesteld worden. De opties zijn:

Achter.
Midden.
Voor.
Referentielijn.

(zie voorbeelden)

Offsets

Definieer of de offset (zie tab Offsets) van de glasprofielen aan alle kozijnzijden gelijk is, of dat de offset per zijde instelbaar is. De opties zijn:

Alle grenzen hetzelfde.
Verschillend.

Bij Alle grenzen hetzelfde zal de bij profiel #1 opgegeven offset aangehouden worden voor alle overige kozijnzijden.

Voorbeeld:

Volgorde platen

Mogelijkheid om de plaatvolgorde om te draaien. De opties zijn:

1 > 6
6 > 1

Richting plaat

Definieer de uitbouwrichting van de glasplaten. De opties zijn:

Beneden.
Boven.

(zie voorbeelden)

Merk maken

Definieer of van de glasplaten en spouwprofielen een samenstelling (merk) gemaakt moet worden of niet. Ja last alle platen en spouwprofielen aan de bovenste glasplaat.

Verbind profielen met macro 41

Definieer of de spouwprofielen met Verstek component (41) aangesloten moeten worden. Opties:

Ja.
Nee.

Macro 41 naam instelling

Definieer de te gebruiken instelling voor Verstek component (41), indien Verbind profielen met macro 41 op Ja is ingesteld.

Explodeer component 41

Definieer of Verstek component (41) na toepassen geëxplodeerd moet worden. De opties zijn:

Ja.
Nee.

Afstand tussen plaat 1-2 / Afstand tussen plaat 3-4 / Afstand tussen plaat 5-6

Definieer de afstand (speling) tussen glasplaten 1 en 2, glasplaten 3 en 4 en glasplaten 5 en 6.

Voorbeelden:

Tabblad Offsets

U gebruikt tabblad Offsets om de offsets in te stellen voor de glasplaten en spouwprofielen ten opzichte van de kozijnprofielen (maximaal 5).

Indien de Offsets-keuzelijst in tabblad Parameters is ingesteld op Alle grenzen hetzelfde, dan worden de offsets ingesteld bij profiel #1 worden toegepast op alle kozijnzijden. Indien ingesteld op Verschillend, dan worden de offsets bij Profiel #1 t/m Profiel #5 in behandeling genomen.

Voor elk profiel kan gedefinieerd worden vanaf welke kozijnzijde de offset bepaald moet worden. De opties zijn:

Buitenzijde.
Midden.
Binnenzijde.
Referentielijn.

Tabblad Afstandhouders

U gebruikt tabblad Afstandhouders om voor elk kozijnprofiel afstandhouders/glasklemmen toe te voegen.

Voorbeeld:

Optie	Beschrijving
1	Kies verdeling van afstandhouders. Ook kan gekozen worden of er per afstandhouder 1 of 2 profiel geplaatst moeten worden. De opties zijn:
1	Image	Geen afstandhouders. 1 Afstandhouder in midden, 1 profiel. 2 Afstandhouders aan uiteinden, 1 profiel. 3 Afstandhouders, 1 profiel. 1 Afstandhouder in midden, 2 profielen. 2 Afstandhouders aan uiteinden, 2 profielen. 3 Afstandhouders, 2 profielen.
2	Positie en offset van afstandhouders. Referentie is referentielijn kozijnprofiel. Voorbeeld: Image
3	Definieer de afstandhouder profielen. Voor 1 profiel, gebruik enkel het onderste Profielen-veld. Voorbeeld: Image
4	Definieer de afstand vanaf rand kozijnprofiel. De afstand kan een vaste waarde zijn (mm) of een percentage (%). Voorbeeld: Image
5	Definieer de dikte van het afstandhouderprofiel. Bij 2 afstandprofielen geldt deze dikte voor beide profielen. Voorbeeld: Image
6	Definieer het referentievlak van de afstandhouders. De opties zijn: Plaat #1. Plaat #3. Plaat #5. Referentie assen. Midden assen. Assen binnenin. Voorbeelden: Image

Voor elk van de maximaal 5 kozijnprofielen kunnen afstandhouders ingesteld worden. Indien enkel voor kozijnprofiel #1 afstandhouders ingesteld worden (velden van overige zijden blijven leeg), dan geldt de instelling van zijde #1 ook voor alle overige zijden.

Indien voor kozijnprofiel #1 en #2 afstandhouders ingesteld worden (velden van overige zijden #3, #4 en #5 blijven leeg), dan geldt de instelling van zijde #2 automatisch ook voor zijden #3, #4 en #5.

Voorbeeld:

Tabblad Opening

U gebruikt tabblad Opening voor het toevoegen van diagonale lijnen/profielen voor het aangeven van de draairichting van een raam.

Voorbeelden:

Aan de inhoud van dit document kunnen geen rechten worden ontleend. Aan de weergave van de afbeeldingen kunnen geen conclusies worden verbonden met betrekking tot de besturingssystemen waar Tekla Structures onder werkt.

Dit werk valt onder de Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken 4.0 Internationaal Licentie. Ga naar http://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/4.0/deed.nl om de inhoud van de licentie te bekijken of stuur een brief naar Creative Commons, 444 Castro Street, Suite 900, Mountain View, California, 94041, USA.