Centrale schijf/ring (18)

Not version-specific

Tekla Structures

Environment

Not environment-specific

Systeemcomponent Centrale schijf/ring (18) kan worden gebruikt voor het maken van een knoopplaat op de positie waar windverbandstaven samenkomen. De parameters zijn mede ontworpen ten behoeve van de specificaties van Willems Anker.

Gemaakte objecten

Knoopplaat
Gaffel of vlakke plaat
Spanners (optioneel)
Bouten
Lassen

Gebruiken voor

Situatie
Image	Image	Image

Voordat u begint

Modelleer ten minste drie windverbandstaven.

Volgorde van selectie

1. Selecteer de windverbandstaven.
2. Klik op de middelste muisknop.
De schijf/knoopplaat en gaffels worden gemaakt.

Onderdeelidentificatiecode

	Onderdeel
1	Knoopplaat
2	Gaffel
3	Windverbandstaaf
4	Spanner

Tabblad Afbeelding

In tabblad Afbeelding worden de vorm en de afmetingen van de schijf/ring gedefinieerd.

Optie	Beschrijving
1	Knoopplaatvorm definiëren. De opties zijn:
	Ronde knoopplaat	Image
	Ronde knoopplaat met gat	Image
	Vierkante knoopplaat	Image
	Vierkante knoopplaat met gat	Image
2	Hoogte van de knoopplaat.
3	Breedte van de knoopplaat. Niet van toepassing bij cirkelvormige knooplaatvorm.
4	Bout-randafstand. Bij vierkante plaatvorm horizontale bout-randafstand.
5	Verticale bout-randafstand. Alleen van toepassing bij vierkante knoopplaat.
6	Diameter van het gat in de knoopplaat. Alleen van toepassing als een knooplaatvorm wordt gekozen die wordt voorzien van een gat.
7	Lengte van gaffel, gerekend van hart gat tot uiteinde gaffel. Voorbeeld: Image Image
8	Afwerkopties van de hoekpunten. De opties zijn: Image
9	Lengte van afwerking als bij optie 8 voor een rechte afwerking is gekozen, of een radius indien bij optie 8 voor een ronde afwerking is gekozen.
10	Keuzelijst met twee opties voor de positionering van de knoopplaat ten opzichte van de staven.
	Image	Midden van de hoek tussen 1e en 2e staaf.
	Image	Knoopplaat loodrecht op 1e staaf.
11	Keuzelijst met opties hoe de knoopplaat gemaakt moet worden. De opties zijn: Willekeurige plaat. Het profiel krijgt dan bijv. de notatie PL12. Ligger. Het profiel krijgt dan bijv. de notatie *PL300300**.
12	Prefix van het profiel. Dit is alleen van toepassing wanneer de plaat wordt gemaakt als Ligger (Optie “Maak plaat uit).

Tabblad Gaffel

In tabblad Gaffel worden de eigenschappen van de gaffels gedefinieerd.

Optie	Beschrijving
1	Definieer de dikte van de gaffel(s). Tevens kan pos-prefix, merk-prefix, startnummer, materiaal, naam, klasse en afwerking gedefinieerd worden.
2	Selecteer de vorm van de gaffel in de keuzelijst. De opties zijn Deel 1 en Deel 2. De afmetingen van de gaffel worden bij Deel 1/Deel 2 gedefinieerd. Naast de vorm kunnen de volgende eigenschappen gedefinieerd worden: Pos. Nr.: Definieer de prefix en het startnummer van het positienummer van het onderdeel en van het merk. Het standaard startnummer van onderdelen is gedefinieerd in dialoogvenster Opties (via Bestand > Instellingen > Opties > categorie Componenten). Materiaal: Definieer de materiaalkwaliteit. De standaard materiaalkwaliteit van onderdelen is gedefinieerd in dialoogvenster Opties (via Bestand > Instellingen > Opties > categorie Componenten). Naam: Definieer een naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven. Klasse: Definieer de klasse van het onderdeel. Afwerking: Definieer de afwerking van het onderdeel.
3	Deel 1: Definieer de afmetingen van de gaffel met verjonging. Deel 2: Definieer de afmetingen van de gaffel zonder verjonging. Voor het definiëren van de afmetingen van de gaffel, zie de beschikbare optie bij Deel1/Deel2.

Tabblad Parameters

In tabblad Parameters wordt de vorm en de afmetingen van de eindplaat gedefinieerd.

Optie	Beschrijving
Eindplaat	Definieer de dikte, de breedte en de hoogte van de eindplaat. Naast de vorm kunnen de volgende eigenschappen gedefinieerd worden: Pos. Nr.: Definieer de prefix en het startnummer van het positienummer van het onderdeel. Het standaard startnummer van onderdelen is gedefinieerd in dialoogvenster Opties (via Bestand > Instellingen > Opties > categorie Componenten). Materiaal: Definieer de materiaalkwaliteit. De standaard materiaalkwaliteit van onderdelen is gedefinieerd in dialoogvenster Opties (via Bestand > Instellingen > Opties > categorie Componenten). Naam: Definieer een naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven. Klasse: Definieer de klasse van het onderdeel. Afwerking: Definieer de afwerking van het onderdeel.
2	Selecteer de vorm van de eindplaat. De opties zijn: Image
3	Definieer de offset van de eindplaat vanaf de windverbandstaaf. Voorbeeld: Image Image

Tabblad Algemeen

Klik op onderstaande link voor meer informatie:
Tabblad Algemeen

Tabblad Bouten

In tabblad Bouten definieert u de eigenschappen en de positie van de bouten.

Optie	Beschrijving
Boutdiameter	Boutdiameter. De standaard is `20` mm.
Boutnorm	Boutnorm. De standaard is `4014-8.8`.
Tolerantie	De ruimte tussen de bout en het gat. De standaard is 3 mm.
Draad in mat	Hiermee legt u vast of er zich op de bouten schroefdraad mag bevinden ter plaatse van de inklemming van de onderdelen. Dit heeft geen invloed op bouten met doorlopende draad.
Montage/werkplaats	Locatie waar de bouten moeten worden bevestigd. De standaard is `Montage`.
Sleufgaten	U kunt de afmeting van sleufgaten in de x- en de y-richting definiëren en de speling voor oversized of tapgaten: Image De standaard is `0` mm met als resultaat een rond gat.
Boutsamenstelling	Met de selectievakjes wordt ingesteld welke onderdelen (bout, ringen en moeren) worden gebruikt in de boutsamenstelling. Om alleen een gat te maken, schakelt u de selectievakjes uit. Image Als u de boutsamenstelling van een bestaande component wilt aanpassen, schakelt u het selectievakje Effect bij wijzigen in en klikt u op Wijzig.
Extra boutlengte	Definieer een extra lengte voor de bout. Gebruik deze optie bijvoorbeeld wanneer diverse verflagen een langere boutlengte vereisen. Image
1	Aantal bouten in de langsrichting (axiaal aan staaf).
2	Hart op hart afstand(en) in de langsrichting.
3	Aantal bouten in de dwarsrichting.
4	Hart op hartafstand(en) in de dwarsrichting.
5	Verplaatsing van de boutgroep in de dwarsrichting.

Tabblad Spanner

Op tabblad Spanner definieert u de eigenschappen en de positie van de spanners.

Optie	Beschrijving
Spanner	Het profiel van de spanner. Standaard profiel is D40.Tevens kan pos-prefix, startnummer, materiaal, naam, klasse en afwerking gedefinieerd worden.
Onderdeel B	Het staafprofiel tussen de gaffel en de spanner. Tevens kan het pos-prefix, startnummer, materiaal, naam, klasse en afwerking gedefinieerd worden.
A	Image	Er wordt geen spanner gemaakt.	Image
	Image	Er wordt een spanner gemaakt.	Image
	Image	Er wordt een spanner gemaakt. Aan het windverband wordt een pal toegevoegd. Wordt gebruikt voor drukbuizen.	Image
	Image	Er wordt een spanner gemaakt. Er is een pal binnenin de drukbuis geplaatst.	Image
B	Image	Definieer de positie van het schijf/ring op de gaffel.	Image
C	Image	Definieer de positie van de gaffel op de trekstrang.	Image
D	Image	Selecteer of een opening wordt gemaakt in de gaffel. De opening is altijd vierkant. U kunt de opening definiëren als zowel de spanner als het extra windverband zijn gemaakt.	Image
D	Image	Definieer de ruimte voor de opening. De standaardwaarde is 1 mm.	Image Image
1	Definieer de overlap van de extra trekstang in de spanner. De standaardwaarde is 0 mm.
2	Definieer de overlap van de trekstang. Image
3	Definieer de lengte van de extra trekstang tussen de gaffel en de spanner. De standaardwaarde is 300 mm.
4	Definieer de lengte van de spanner. De standaardwaarde is 40 mm.
5	Definieer de overlap van de trekstang in de spanner. De standaardwaarde is 0 mm.
6	Definieer de overlap van de extra trekstang in de spanner. De standaardwaarde is 0 mm.
Deel B uitsnijden in gaffel	Definieer of de gaffel wordt uitgesneden als de trekstang door de gaffel gaat. De uitsnijding in de gaffel past zich aan de grootte van de windverbandstaaf aan. Image
Onderdeel T samenvoegen aan aansluitend onderdeel	Selecteer of de spanner aan de trekstang moet worden toegevoegd of wordt beschouwd als los onderdeel en aan de trekstang wordt gelast. Met Ja wordt de spanner aan de trekstang toegevoegd. Met Nee wordt de spanner aan de trekstang gelast. Image

Tabblad Extra spanners

Gebruik het tabblad Extra spanners om extra spanners toe te voegen in de verbinding Centrale schijf/ring (18). Er kunnen twee typen spanners kunnen worden gedefinieerd.

De opties in dit tabblad zijn alleen van toepassing indien er meer dan één staaf verbonden wordt. Bij een enkele staaf wordt de spanner ingesteld volgens de instellingen in tabblad Spanner.

Optie	Beschrijving
Spanner	Het profiel van de extra spanner. Tevens kan pos-prefix, startnummer, materiaal, naam, klasse en afwerking gedefinieerd worden.
Onderdeel B	Het staafprofiel tussen de gaffel en de spanner. Tevens kan het pos-prefix, startnummer, materiaal, naam, klasse en afwerking gedefinieerd worden.
Toepassen op anker	Geef hier de staven op waarop de instelling voor de extra spanners moeten worden toegepast. Bij meerdere staafnummers gebruikt u een spatie als scheidingsteken. Voorbeeld: Image Image

Tabblad UDA

Tabblad UDA kunt gebruiken om gebruikersattributen te definiëren die worden weggeschreven in de schijf/ring en gaffels.

Voorbeeld

Tabblad Berekening

Klik voor meer informatie op onderstaande koppeling:
Tabblad Berekening

Aan de inhoud van dit document kunnen geen rechten worden ontleend. Aan de weergave van de afbeeldingen kunnen geen conclusies worden verbonden met betrekking tot de besturingssystemen waar Tekla Structures onder werkt.

Dit werk valt onder de Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken 4.0 Internationaal Licentie. Ga naar http://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/4.0/deed.nl om de inhoud van de licentie te bekijken of stuur een brief naar Creative Commons, 444 Castro Street, Suite 900, Mountain View, California, 94041, USA.