Bouten in onderdeel (1006)
Systeemcomponent Bouten in onderdeel (1006) plaatst een boutenpatroon in een profiel. In plaats van bouten kunnen ook deuvels of profielen geplaatst worden. Bij toepassing van profielen kunnen vanuit het component gebruikersattributen gevuld worden.
Back to topGemaakte objecten
- Bouten, deuvels of profielen
Gebruiken voor
| Situatie | Beschrijving |
|---|---|
|
Image
|
Verdeel bouten over de lengte van een profiel. |
|
Image
|
Verdeel deuvels over de lengte van een profiel. |
|
Image
|
Verdeel profielen over de lengte van een profiel. |
Voordat u begint
Modelleer een profiel of een plaat.
Back to topVolgorde van selectie
- Activeer de component.
- Selecteer het profiel.
- Klik een punt aan.
- De bouten/deuvels/profielen worden geplaatst volgens de component-instelling.
Onderdeelidentificatiecode
| Object | |
|---|---|
| 1 | Bouten |
| 2 | Deuvels |
| 3 | Profielen |
Tabblad Afbeelding
U gebruikt tabblad Afbeelding voor het definiëren en het te plaatsen van het object type (bout/deuvel/profiel), het aantal objecten en de verdeling ervan langs het profiel.
| Optie | Beschrijving | |
|---|---|---|
| 1 |
Kies bij Type voor het type object dat geplaatst moet worden. De opties zijn:
Image
|
|
| 2 |
Deze optie wordt gebruikt om een afstand waarop een fitvlak geplaatst wordt vanaf het systeempunt van de macro te definiëren. De opties zijn:
Image
Image
Image
Image
|
|
| 3 | Definieer de afstand waarop een trim- of een fitvlak geplaatst wordt vanaf het systeempunt van de macro. | |
| 4 |
Aantal bouten/deuvels, hartafstanden en randafstanden. De onderste keuzelijst bevat positionerings-opties. De opties met voorbeelden zijn: Standaard (gelijk aan Niet Exact) |
|
|
Niet exact Image
Image
|
||
|
Exact t.o.v. start profiel Image
Image
|
||
|
Exact t.o.v. einde profiel Image
Image
|
||
|
Exact t.o.v. midden profiel Image
Image
|
||
|
Begin-eind min. rest max. verdelen Image
Image
|
||
| 5 |
Definieer de positie van het patroon van de bouten/deuvels/profielen t.o.v. de positie die u hebt aangewezen bij het plaatsen van de component. De opties zijn: Image
Voorbeeld: Image
Image
Image
Image
|
|
| 6 |
Definieer de vorm van het gatenpatroon. De opties zijn: Image
|
|
Tabblad Bouten
U gebruikt tabblad Bouten voor het definiëren van de eigenschappen van de bouten.
| Optie | Beschrijving |
|---|---|
| Boutdiameter | Boutdiameter. De standaard is 16 mm. |
| Boutnorm | Boutnorm. De standaard is 4014-8.8. |
| Tolerantie | De ruimte tussen de bout en het gat. De standaard is 2 mm. |
| Draad in mat | Hiermee legt u vast of er zich op de bouten schroefdraad mag bevinden ter plaatse van de inklemming van de onderdelen. Dit heeft geen invloed op bouten met doorlopende draad. |
| Bouttype | Locatie waar de bouten moeten worden bevestigd. De standaard is Montage. |
| Roteer 90° |
Optie voor het roteren van de boutgroep/deuvelgroep/stiftengroep ten opzichte van het hoofdonderdeel om de bouten op/in de flens of in/tegen het lijf te plaatsen. Voorbeeld: Image
|
| Doordringlengte | Gebied waarin Tekla Structures zoekt naar onderdelen die bij de boutgroep horen. Met behulp van de doordringlengte kunt u bepalen of de bout door één of door twee flenzen gaat. |
| Boutcommentaar | Boutcommentaar. |
| Sleufgaten |
Sleufgaten definiëren. Image
1 = Verticale maat van sleufgat. 2 = Horizontale maat van sleufgat. |
| Offset | Om een offset mee te kunnen geven. |
| Boutcom. 2 | Boutcommentaar 2. |
| Boutsamenstelling |
Met de selectievakjes wordt ingesteld welke onderdelen (bout, ringen en moeren) worden gebruikt in de boutsamenstelling. Om alleen een gat te maken, schakelt u de selectievakjes uit. Image
Als u de boutsamenstelling van een bestaande component wilt aanpassen, schakelt u het selectievakje Effect bij wijzigen in en klikt u op Wijzig. |
| Extra boutlengte |
Definieer een extra lengte voor de bout. Image
Gebruik deze optie bijvoorbeeld wanneer diverse verflagen een langere boutlengte vereisen. |
Tabblad Deuvels
U gebruikt tabblad Deuvels voor het definiëren van de afmetingen van de deuvels.
Een deuvel is een speciaal soort bout, die aan stalen onderdelen is gelast, om belastingen tussen staal en beton over te brengen. De deuvels in dit tabblad zijn objecten van het type "bout" met de boutnorm "DEUVEL".
| Optie | Beschrijving |
|---|---|
| 1 |
Opties om de deuvelgrootte in te stellen. De opties zijn: ● Standaard ● 10 ● 12 ● 16 ● 20 |
| 2 |
Opties om het type van de deuvels in te stellen. De opties zijn: ● Standaard ● DEUVEL |
| 3 |
Opties om de lengte van de deuvels in te stellen. De opties zijn: ● Standaard ● 50 ● 60 ● 70 ● 80 ● 90 ● 100 ● 110 ● 120 ● 130 ● 140 ● 150 |
Tabblad Algemeen
Klik op onderstaande link voor meer informatie:
Tabblad Algemeen
Tabblad Profiel
U gebruikt tabblad Profiel voor het definiëren van de afmetingen van de profielen (stiften.)
Indien in tabblad Afbeelding de keuzelijst Type op Profiel is ingesteld, gebruikt u de opties in dit tabblad om de profiel (stift)-eigenschappen in te stellen.
Als er geen profiel wordt ingesteld, krijgen de profielen (stiften) de volgende afmetingen:
Profiel = D30.
Lengte = 50 mm.
| Opties | Beschrijving | Standaard |
|---|---|---|
| Profiel | Het te gebruiken profiel. | |
| Pos. nr. |
Prefix en startnummer voor het positienummer van het profiel. Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren. |
Het standaard startnummer van het profiel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties. |
| Materiaal | Materiaalkwaliteit. | Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties. |
| Naam | De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven. | |
| Klasse | De klasse (kleur) van het profiel. | |
| 1 | Lengte van het profiel. |
Tabblad UDA
U gebruikt tabblad UDA voor het vullen van gebruikersattributen van onderdelen.
| Optie | Beschrijving |
|---|---|
| Onderdeel |
Definieer bij welke onderdelen de gebruikersattributen ingevuld moeten worden. De opties zijn: ● Nee ● Ja |
| UDA-naam | Definieer de naam van het in te vullen gebruikersattribuut. |
| Type |
Selecteer het type gebruikersattribuut. Gebruik String voor tekst, Integer voor getallen, Float voor getallen met decimalen en Optie om een item in een lijst te selecteren. U kunt het type gebruikersattribuut in het bestand objects.inp vinden. |
| Waarde | Voer een waarde voor het gebruikersattribuut in die moet worden weggeschreven. |
Indien in tabblad Afbeelding de keuzelijst Type op Profiel is ingesteld, kunnen met de opties in dit tabblad gebruikersattributen (UDA's) van de profielen (stiften) gevuld worden. Bijvoorbeeld het toevoegen van een type en artikelnummer.
Om gebruikersattributen in te vullen:
- Stel keuzelijst Onderdeel in op Ja.
- Type vervolgens een geldige gebruikersattribuut-naam in.
- Stel bij Type het type gebruikersattribuut in.
- Geef bij Waarde de gewenste tekst/nummer op welke naar een gebruikersattribuut geschreven moet worden.
Voorbeeld:
In de gebruikersattributen van de onderdelen:
Daarnaast is in Tekla Structures voor deuvels de lijst deuvellijst beschikbaar:
Tabblad Berekening
Klik voor meer informatie op onderstaande koppeling:
Tabblad Berekening
Lassen
Klik voor meer informatie op onderstaande koppeling:
Lassen maken
Aan de inhoud van dit document kunnen geen rechten worden ontleend. Aan de weergave van de afbeeldingen kunnen geen conclusies worden verbonden met betrekking tot de besturingssystemen waar Tekla Structures onder werkt.
Dit werk valt onder de Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken 4.0 Internationaal Licentie. Ga naar http://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/4.0/deed.nl om de inhoud van de licentie te bekijken of stuur een brief naar Creative Commons, 444 Castro Street, Suite 900, Mountain View, California, 94041, USA.