Waarden van variabelen wijzigen

Tekla Structures
Aangepast: 12 dec 2024
2025
Tekla Structures

Waarden van variabelen wijzigen

Met variabelen kunt u Tekla Structures configureren en aan uw werkwijze aanpassen, of voldoen om aan specifieke projectvereisten of industrienormen. U kunt de waarden in het Variabelen dialoogvenster of in de initialisatiebestanden (.ini) wijzigen.

Opmerking:

De instellingen in het Variabelen dialoogvenster overschrijven de instellingen in andere initialisatiebestanden (.ini). In de meeste gevallen is het aan te raden om waarden van variabelen te wijzigen in het dialoogvenster Variabelen.

De waarden van variabelen in het dialoogvenster Variabelen wijzigen

  1. Klik in het menu Bestand op Instellingen > Variabelen om het dialoogvenster Variabelen te openen.
  2. Blader door de categorieën of zoek naar de variabele die u wilt instellen.

    Als u naar variabelen wilt zoeken, voert u een zoekterm in in het Zoek-veld. Selecteer In alle categorieën om in alle categorieën naar de zoekterm te zoeken .

    U kunt ook jokertekens in zoekopdrachten gebruiken. Als u bijvoorbeeld alle variabelen wilt zoeken die de woorden anker en filter bevatten met willekeurige tekens tussen deze twee woorden hebben, dan voert u anker*filter in.

  3. Selecteer het type variabelen in de lijst naast het optietype.
    • U kunt het type van de rolspecifieke variabele wijzigen in SYSTEM (ROLE), MODEL (ROLE) of DRAWING (ROLE).
      • Als u de variabele naar SYSTEM(ROLE) wijzigt, wijzigt de waarde automatisch naar de standaardwaarde.
      • Wanneer u een waarde voor een SYSTEM (ROLE) invoert, wijzigt deze in MODEL (ROLE) of DRAWING(ROLE).
    • U kunt het type systeemspecifieke variabelen van SYSTEM wijzigen in MODEL(SYSTEM). Wanneer u het optie type wijzigt in MODEL (SYSTEM), wordt de waarde in de optiedatabase opgeslagen. Als u de variabele SYSTEM wijzigt, wordt de waarde uit de optiedatabase verwijderd en de waarde wordt gebruikt die in initialisatiebestanden is opgegeven.
  4. Voer de waarde voor de variabele in of selecteer de waarde in de lijst.
    • Bij bepaalde variabelen kunt u knoppen gebruiken, bijvoorbeeld om de inhoud van labels te definiëren: %TPL:PROJECT.NUMBER%.

      Als u een knop definieert voor een variabele in het dialoogvenster Variabelen, plaats de knop dan tussen enkele procenttekens: %xxx%.

      Als u de knop definieert in een .ini-bestand, plaats de knop dan tussen dubbele procenttekens: %%xxx%%.

      Voeg bijvoorbeeld %%BOLT_NUMBER%%*D%%HOLE.DIAMETER%% toe om de variabele XS_​BOLT_​MARK_​STRING_​FOR_​SIZE in een .ini-bestand te definiëren.

    • Als u een mappad moet invoeren, kunt u een backslash aan het einde van het mappad invoeren of deze weglaten.
  5. Klik op Toepassen of OK.
    Tip:

    Als u een complete lijst met variabelen in een tekstbestand wilt maken, klikt u op Naar bestand schrijven. De lijst geeft de naam van de variabele samen met de huidige waarde en het huidige type weer. Naar een bestand schrijven is alleen een export van de huidige instellingen, het is niet een andere manier voor het wijzigen van de variabelen.

Waarden van variabelen in de .ini bestanden wijzigen

In sommige gevallen moet u de variabele mogelijk wijzigen in een .ini-bestand, zoals wanneer de variabele niet in het dialoogvenster Variabelen voorkomt of als u in alle nieuwe modellen dezelfde waarde wilt gebruiken.

U kunt bijvoorbeeld de variabele aan een .ini- of een user.ini-bestand van een omgeving toevoegen.

Raadpleeg voor meer informatie over .ini-bestanden Gebruikelijke initialisatiebestanden (. ini-bestanden) en hun leesvolgorde.

Raadpleeg voor meer informatie over het toevoegen van een variabele in het user.ini-bestand Een variabele aan het bestand user.ini toevoegen.

Knoppen gebruiken als waarden voor variabelen

  • Als u in een .ini-bestand een knop als waarde voor een variabele moet opgeven, plaatst u de knop tussen dubbele procenttekens (%%). Voer bijvoorbeeld de volgende variabele in op een eigen regel in een .ini-bestand: set XS_DRAWING_PLOT_FILE_NAME_C=%%TPL:DR_PART_POS%%
  • Als u een knop moet opgeven als waarde voor een variabele in het dialoogvenster Variabelen, plaatst u de knop tussen enkele procenttekens (%). Voer bijvoorbeeld %TPL:DR_PART_POS% in als de waarde voor XS_DRAWING_PLOT_FILE_NAME_C in de categorie Afdrukken van het dialoogvenster Variabelen.
Was dit nuttig?
Vorige
Volgende