U kunt nu rechtstreeks een TrimBIM-bestand (.trb) maken in Tekla Structures en selecteren welke IFC-eigenschappensets in het TrimBIM-bestand worden opgenomen.

U kunt dezelfde IFC-eigenschappensets voor de efficiënte TrimBIM-export gebruiken als wanneer u IFC-bestanden exporteert. Met het dialoogvenster Definities eigenschappenset kunt u de sets met eigenschappen toevoegen en wijzigen. Wanneer u de instellingen van de eigenschappenset hebt gemaakt, kunt u deze gebruiken met de gewenste export.

Als u wilt exporteren, gaat u naar Bestand > Exporteren > TrimBIM.

• Exporteer het hele model of alleen de geselecteerde modelobjecten.
• Selecteer de objecttypen die u in de export wilt opnemen. Zo definieert u de inhoud die in de export wordt opgenomen.
• Definieer waar het .trb-bestand lokaal wordt opgeslagen. Het bestand wordt altijd lokaal geëxporteerd. Daarna kunt u het bestand uploaden naar een geselecteerd Trimble Connect-project. Het lokale bestand blijft bestaan op de locatie waarnaar u het oorspronkelijk hebt geëxporteerd. Het .trb-bestand wordt standaard geëxporteerd naar een plek onder de modelmap.

Wanneer u een Tekla Structures-model uploadt als een .tekla-bestand naar een Trimble Connect-project, kunt u nu eenvoudig instellingen voor de upload definiëren.

Met het nieuwe dialoogvenster Modelinstellingen uploaden kunt u de uploadmap voor het .tekla-bestand definiëren en selecteren welke IFC-eigenschappensets in de upload worden opgenomen. Dit biedt flexibiliteit bij het beheer van gegevens die in het .tekla-bestand zijn opgenomen. Gebruik dezelfde IFC-eigenschappensets voor het .tekla-bestand als wanneer u IFC-bestanden exporteert. Wanneer u de instellingen van de eigenschappenset hebt gemaakt, kunt u deze gebruiken met de gewenste export.

De IFC-eigenschappensets vervangen het eerder gebruikte part.epr-bestand.

Als u Tekla Model Sharing gebruikt, kunt u daarnaast de frequentie voor het uploaden van .tekla-bestanden selecteren.

Om de instellingen voor de .tekla-bestandsupload te definiëren, gaat u naar Bestand > Trimble Connect > Modelinstellingen uploaden.

• Selecteer de Trimble Connect projectmap waar het huidige model als een .tekla bestand wordt geüpload. Het mappad is standaard Structural\Tekla Models.

• Selecteer indien nodig de IFC-eigenschappensets die u bij de upload wilt opnemen. U kunt het dialoogvenster Definities eigenschappenset openen, waarin u eigenschappensets kunt toevoegen en wijzigen.

• Als u een Tekla Model Sharing-model gebruikt, selecteert u de uploadfrequentie van het .tekla-bestand. De opties zijn:

  • Basislijn (standaard) = Het gedeelde model wordt automatisch naar de ingestelde Trimble Connect-projectmap geüpload, telkens wanneer een gebruiker een nieuwe basislijn maakt.

  • Uit = Het gedeelde model wordt na elke succesvolle uitlezing automatisch geüpload naar de ingestelde Trimble Connect-projectmap.

  • Nooit = Het gedeelde model wordt nooit naar de ingestelde Trimble Connect-projectmap geüpload.

Deze nieuwe instellingen vervangen de voorheen gebruikte variabelen XS_CONNECT_UPLOAD_MODEL_FOLDER en XS_UPLOAD_SHARED_MODEL_TO_CONNECT.

De extensie Documenten koppelen aan Trimble Connect uit Tekla Warehouse ondersteunt nu een eigen mapstructuur. U kunt ook een pad definiëren naar de Trimble Connect-projectmap voor elk documenttype dat wordt gebruikt wanneer documenten worden geüpload naar Trimble Connect.