Nadat u een geschetst profiel hebt gemaakt en hebt opgeslagen, kunt u de deze in het model gebruiken. Als u de koppelingen correct hebt toegepast, blijft de vorm van het profiel behouden als u de maatlijnen wijzigt.
-
Open de onderdeeleigenschappen in het eigenschappenvenster.
Als u bijvoorbeeld de liggereigenschappen wilt openen, houdt u op het tabblad Staal Shift ingedrukt en klikt u vervolgens op
.
-
Klik op de knop ... naast het veld Profiel.
Het dialoogvenster Selecteer profiel wordt geopend.
-
Open de sectie Overig aan het einde van de profielstructuur.
-
Selecteer een geschetst profiel.
-
Als het profiel parametrisch is, definieert u de maatlijnen in de kolom Waarde op het tabblad Algemeen.
-
Klik op OK om het dialoogvenster Selecteer profiel te sluiten.
-
Wijs punten aan om het onderdeel in het model te plaatsen.