U kunt een groep ronde gaten of één enkel rond gat maken. Tekla Structures berekent de diameter van een rond gat als de som van Grootte en Tolerantie.

1. Houd op het tabblad Staal de Shift ingedrukt en klik op Bout om de eigenschappen Bout te openen.
2. Als u geen bouten wilt maken, schakelt u alle selectievakjes Merk uit.

   

3. Wijzig indien nodig de gateigenschappen.

   Als u bijvoorbeeld gaten met gedeeltelijke diepte wilt maken, stelt u Gattype zonder opmaak in op Blind en voert u een waarde in het vak Gatdiepte in.

4. Maak de gaten op dezelfde wijze als wanneer u een boutgroep maakt.

U kunt een groep oversized gaten maken.

1. Houd op het tabblad Staal de Shift ingedrukt en klik op Bout om de eigenschappen Bout te openen.
2. Als u geen bouten wilt maken, schakelt u alle selectievakjes Merk uit.

   

3. Geef naast Onderdelen met speciale gaten aan welke onderdelen van de verbinding oversized gaten krijgen door de gewenste selectievakjes Speciaal gat in te schakelen.

   Bijvoorbeeld:

   

4. Als u vergelijkbare gaten in elk van de onderdelen met oversized gaten wilt maken, schakelt u het selectievakje Gebruik dezelfde instellingen voor alle speciale gaten in.

   De gaten worden gemaakt met de eigenschappen van de gaten in het eerste onderdeel van de boutkop.

   Als u dit selectievakje uitschakelt, kunt u voor elk onderdeel met oversized gaten afzonderlijk gateigenschappen definiëren.

5. In de lijst Speciaal gattype selecteert u Oversized.
6. Voer in het vak Oversized de tolerantie in voor het oversized gat.
7. Wijzig indien nodig de andere eigenschappen voor gaten en bouten.
8. Maak de gaten op dezelfde wijze als wanneer u een boutgroep maakt.

U kunt een groep sleufgaten maken. U kunt ook sleufgaten met offsets van de bouten maken.

1. Houd op het tabblad Staal de Shift ingedrukt en klik op Bout om de eigenschappen Bout te openen.
2. Als u geen bouten wilt maken, schakelt u alle selectievakjes Merk uit.

   

3. Geef naast Onderdelen met speciale gatenaan welke onderdelen sleufgaten moeten krijgen door de gewenste selectievakjes Speciaal gat in te schakelen.

   Tekla Structures telt de stalen onderdelen vanaf de kop van de bout naar beneden. Als u bijvoorbeeld het tweede selectievakje vanaf de kop van de bout inschakelt, maakt Tekla Structures een sleufgat in het tweede stalen onderdeel vanaf de kop van de bout.

   

4. Als u vergelijkbare gaten in elk van de onderdelen met sleufgaten wilt maken, schakelt u het selectievakje Gebruik dezelfde instellingen voor alle speciale gaten in.

   De gaten worden gemaakt met de eigenschappen van de gaten in het eerste sleufgatonderdeel van de boutkop.

   Als u dit selectievakje uitschakelt, kunt u voor elk onderdeel afzonderlijk speciale onderdelen met sleufgaten definiëren.

5. In de lijst Speciaal gattype selecteert u Sleufgat.
6. Voer de tolerantie voor het sleufgat in de x- en y-richting van de gaten in het vak Sleufgat X of Sleufgat Y in.

   

   (1) Tolerantie

   (2) Sleufgat X of Y

   (3) Boutdiameter

7. Als u de sleufgaten wilt verschuiven ten opzichte van de bouten, zodat de bouten niet in het midden van de gaten zitten, voert u een offsetwaarde in, in het vak Sleuf-offset bij Sleufgat X en Sleufgat Y.
8. Wijzig indien nodig de andere eigenschappen voor gaten en bouten.
9. Maak de gaten op dezelfde wijze als wanneer u een boutgroep maakt.

U kunt tapgaten maken waar schroefdraad in zit.

1. Houd op het tabblad Staal de Shift ingedrukt en klik op Bout om de eigenschappen Bout te openen.
2. Als u geen bouten wilt maken, schakelt u alle selectievakjes Merk uit.

   

3. Geef vervolgens aan Onderdelen met speciale gaten welke onderdelen van de verbinding tapgaten krijgen door de gewenste Speciaal gat selectievakjes in te schakelen.

   Bijvoorbeeld:

   

4. Als u vergelijkbare gaten in elk van de onderdelen met tapgaten wilt maken, schakelt u het selectievakje Gebruik dezelfde instellingen voor alle speciale gaten in.

   De gaten worden gemaakt met de eigenschappen van de gaten in het eerste onderdeel met tapgaten van de boutkop.

   Als u dit selectievakje uitschakelt, kunt u de gat-eigenschappen voor elk afzonderlijk onderdeel met tapgaten definiëren.

5. In de lijst Speciaal gattype selecteert u Tapgat.
6. Voer in Gatgrootte kern de grootte van het voorgeboorde gat in.

   De grootte van het kerngat heeft geen invloed op de DSTV-uitvoer. Deze waarde is alleen voor het markeren en weergeven van het gat in het model en de tekeningen.

7. Wijzig indien nodig de andere eigenschappen voor gaten en bouten.
8. Maak de gaten op dezelfde wijze als wanneer u een boutgroep maakt.

Wanneer verschillende onderdelen met elkaar worden verbonden met een boutgroep of een enkele bout, kunt u in elk van de onderdelen verschillende gaten maken. De gaten in een onderdeel kunnen bijvoorbeeld sleufgaten zijn en de gaten in de andere delen kunnen speciale gaten of reguliere ronde gaten zijn.

1. Houd op het tabblad Staal de Shift ingedrukt en klik op Bout om de eigenschappen Bout te openen.
2. Geef naast Onderdelen met speciale gaten aan welke onderdelen speciale gaten krijgen door de gewenste Speciaal gat selectievakjes in te schakelen.

   Bijvoorbeeld:

   

3. Schakel het Gebruik dezelfde instellingen voor alle speciale gaten selectievakje uit.
4. Selecteer voor elk van de onderdelen met speciale gaten een optie in de lijst Speciaal gattype.
5. Voer afhankelijk van het type van de speciale gaten in elk van de onderdelen de benodigde gaten en andere eigenschappen in.
6. Maak de gaten op dezelfde wijze als wanneer u een boutgroep maakt.