Een stalen kolom maken
Daarnaast kunt u het commando in het eigenschappenvenster starten.
-
Zorg ervoor dat u niets in het model hebt geselecteerd.
-
Klik in het eigenschappenvenster op de knop Objecttypelijst
en selecteer Stalen kolom in de lijst. Tekla Structures start het commando en geeft de eigenschappen weer in het eigenschappenvenster.
Eigenschappen van stalen kolom wijzigen
- Als het eigenschappenvenster niet is geopend, dubbelklikt u op de kolom om de eigenschappen Stalen kolom te openen.
- Wijzig indien nodig de eigenschappen.
- Klik op Wijzigen.
Eigenschappen stalen kolom
Gebruik de eigenschappen Stalen kolom in het eigenschappenvenster om de eigenschappen van een stalen kolom weer te geven en te wijzigen. Als u de eigenschappen wilt openen, dubbelklikt u op de stalen kolom. De bestandsextensie van een eigenschappenbestand van een stalen kolom is *.clm.
Als u de opmaak van het eigenschappenvenster hebt aangepast, kan de lijst met eigenschappen verschillen.
|
Instelling |
Beschrijving |
|---|---|
|
Algemeen |
|
|
Naam |
Door de gebruiker te definiëren naam van de kolom. De naam mag maximaal 61 tekens bevatten. Tekla Structures gebruikt onderdeelnamen in lijsten en in de Documentmanager, en om onderdelen van hetzelfde type te identificeren. |
|
Profiel |
Profiel van de kolom. |
|
Kwaliteit |
Materiaal van de kolom. |
|
Afwerking |
Het type afwerking. De afwerking kan door de gebruiker worden gedefinieerd. Deze beschrijft hoe het oppervlak van het onderdeel is bewerkt, bijvoorbeeld met anticorrosielak, gegalvaniseerd, brandvertragende coating, enzovoort. |
|
Klasse |
Wordt gebruikt om kolommen te groeperen. U kunt bijvoorbeeld onderdelen van verschillende klassen in verschillende kleuren weergeven. |
|
Nummeringreeks |
|
|
Onderdeelnummering |
Onderdeelprefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel. |
|
Merknummering |
Merkprefix en startnummer voor het positienummer van het merk. |
|
Positie |
|
|
Verticaal |
Verticale positie van de kolom, relatief ten opzichte van het referentiepunt van de kolom. |
|
Rotatie |
Rotatie van de kolom rond zijn as op het werkvlak. |
|
Horizontaal |
Horizontale positie van de kolom, relatief ten opzichte van het referentiepunt van de kolom. |
|
Boven |
Positie van het tweede uiteinde van de kolom in de globale z-richting. |
|
Onder |
Positie van het eerste uiteinde van de kolom in de globale z-richting. |
|
Vervorming |
|
|
Torderen |
Hiermee tordeert u kolommen met vervormingshoeken. |
|
Voortoog |
Wordt gebruikt voor het voortogen van de kolom. |
|
Inkorten |
Wordt gebruikt voor het inkorten van de kolom in het model. De werkelijke lengte van de kolom is in de tekening afgenomen. |
|
IFC export |
|
|
IFC entiteit |
Selecteer voor IFC-export het IFC-entiteitstype en het subtype van het onderdeel. De beschikbare subtypen zijn afhankelijk van de geselecteerde IFC-entiteit. U kunt het subtype van de IFC4 onder de vooraf gedefinieerde opties selecteren of u kunt USERDEFINED selecteren en dan een tekst invoeren in Door de gebruiker gedefinieerd type (IFC4). |
|
Subtype (IFC4) |
|
|
Door de gebruiker gedefinieerd type (IFC4) |
|
|
Meer |
|
|
Gebruikersattributen |
Klik op de knop Gebruikersattributen om de gebruikersattributen (UDA's) van het onderdeel te openen. Gebruikersattributen geven extra informatie over het onderdeel. |
. 