Door de gebruiker gedefinieerde doorsneden in profielen maken

Tekla Structures
Aangepast: 26 sep 2025
2025
Tekla Structures

Door de gebruiker gedefinieerde doorsneden in profielen maken

U kunt oor de gebruiker gedefinieerde doorsneden gebruiken voor het maken van bibliotheekprofielen. Definieer de doorsneden voordat het profiel wordt gemaakt.

Gebruik een van de volgende methoden om een doorsnede te definiëren:

  • Definieer een doorsnede met een polygoon met of zonder binnencontouren.

    Gebruik deze methode om een doorsnede met vaste maatlijnen te maken.

  • Definieer een doorsnede met een plaat.

    Gebruik deze methode als u een willekeurige plaat in het model hebt.

  • Definieer een doorsnede met een DWG-bestand.

    Gebruik deze methode als u een .dwg-bestand hebt van het profiel dat u wilt definiëren.

Definieer een doorsnede zonder binnencontouren met een polygoon

Definieer een doorsnede zonder binnencontouren door de vorm van de doorsnede te kiezen.

Omdat de vorm van de door snede verdwijnt nadat u op de middelste muisknop hebt geklikt om de vorm te sluiten, kan het kiezen van het middelpunt van de doorsnede moeilijk zijn.

Om het eenvoudiger te maken de vorm te definiëren, voegt u in het model een referentiemodel van de doorsnede in. Gebruik dan het referentiemodel als de basis om de vorm van de doorsnede aan te wijzen. U kunt ook een paar constructielijnen of punten in het model maken en die gebruiken om de vorm van de doorsnede te definiëren.

  1. Klik in het menu Bestand op Databases > Profielen definiëren > Doorsnede met polygoon definiëren.
  2. Wijs de hoekpunten van de doorsnede aan om de vorm te definiëren.

    Begin in de rechterbenedenhoek en wijs tegen de klok in de punten aan.

  3. Wijs het beginpunt aan en klik dan met de middelste muisknop om de vorm te sluiten.
  4. Wijs het middelpunt van de doorsnede aan.

  5. Voer in het dialoogvenster Gebruikers-profiel doorsnede een naam voor de doorsnede in.
  6. Klik op OK om het dialoogvenster Gebruikersprofiel doorsnede te sluiten.
  7. Klik in het dialoogvenster Opslaan bevestigen op OK om de wijzigingen op te slaan.

Gebruik deze doorsnede als u een nieuw profiel aan de profielendatabase toevoegt. Het Profieltype is Door gebruiker gedefinieerd, vast.

Definieer een doorsnede met binnencontouren met een polygoon

Definieer een doorsnede met binnencontouren door de vorm van de doorsnede te kiezen.

  1. Klik in het menu Bestand op Databases > Profielen definiëren > Doorsnede met polygoon definiëren.
  2. Wijs de hoekpunten van de doorsnede aan om de vorm te definiëren en wijs vervolgens het beginpunt aan om de vorm te sluiten.
  3. Wijs voor elke binnenste Contour de hoekpunten van de binnencontour van de doorsnede aan. Wijs vervolgens het beginpunt aan om de vorm te sluiten.
  4. Wanneer u klaar bent met het selecteren van alle binnencontouren, klikt u met de middelste muis knop.
  5. Wijs het middelpunt van de doorsnede aan.
  6. Voer in het dialoogvenster Gebruikers-profiel doorsnede een naam voor de doorsnede in.
  7. Klik op OK om het dialoogvenster Gebruikersprofiel doorsnede te sluiten.
  8. Klik in het dialoogvenster Opslaan bevestigen op OK om de wijzigingen op te slaan.

Gebruik deze doorsnede als u een nieuw profiel aan de profielendatabase toevoegt. Het Profieltype is Door gebruiker gedefinieerd, vast.

Een doorsnede definiëren met een plaat

Als u een willekeurige plaat in het model hebt, kunt u een doorsnede met een willekeurige plaat definiëren.

  1. Maak een willekeurige plaat die alle afwerkingen bevat.
  2. Klik in het menu Bestand op Databases > Profielen definiëren > Doorsnede met plaat definiëren.
  3. Voer op het tabblad Parameters van het Profiel van plaat (10) een naam in, in de velden Doorsnedenaam en Profielnaam.

    Andere eigenschappen zijn optioneel.

  4. Klik op OK.
  5. Selecteer de willekeurige plaat.

Tekla Structures maakt de doorsnede met de vorm van de willekeurige plaat.

Eigenschappen: Profiel van plaat (10)

Gebruik het tabblad Parameters om de profieleigenschappen in de component Profiel van plaat (10) te definiëren.

Optie

Beschrijving

Doorsnedenaam

De naam van de doorsnede die in het dialoogvenster Profielendatabase bewerken wordt weergegeven.

Als u dit vak leeg laat, wordt er geen profiel gemaakt.

Profielnaam

De naam van het profiel dat in de eigenschappen Ligger en in het dialoogvenster Profielendatabase bewerken wordt weergegeven.

Als u dit vak leeg laat, wordt er geen profiel gemaakt.

Opslaan naar

De locatie van de profielendatabase.

Selecteer een van de volgende opties:

  • Modelmap: De huidige modelmap.

  • Systeemmap: ..\ProgramData\Trimble\Tekla Structures\<version>\environments\<environment>\profil

  • Niet opslaan: Slaat het profiel niet op. Dit is handig voor het testen.

Min. afstand tussen de punten

De minimale afstand tussen de hoekpunten van de doorsnede.

Verhoog de waarde om eenvoudiger tekeningen van gecompliceerde doorsneden te maken.

Centerpunt verplaatsing

De oorsprong van de plaat definieert de locatie van de referentielijn van het profiel.

Voer een offsetwaarde in om de referentielijn relatief ten opzichte van de doorsnede te verplaatsen.

Coördinatensysteem

Selecteer een van de volgende opties:

  • Lokale assen

  • Globale assen

Spiegelen

Selecteer een van de volgende opties:

  • Niet spiegelen

  • Spiegel x-richting

  • Spiegel y-richting

  • Spiegel x- en y-richting

Gebruik deze doorsnede als u een nieuw profiel aan de profielendatabase toevoegt. Het Profieltype is Door gebruiker gedefinieerd, vast.

Een DWG-bestand voorbereiden om te converteren naar een profiel

Voordat u een doorsnede uit een .dwg-bestand importeert in de profielendatabase, moet u het DWG-bestand voorbereiden zodat het correct kan worden geïmporteerd in Tekla Structures.

Tekla Structures ondersteunt DWG-bestanden die met versie ACAD2012 of eerder zijn gemaakt.

  1. Let erop dat alleen de lijnen van de profielvorm die u naar een profiel wilt converteren zichtbaar zijn.

    Extra objecten zoals tekst, maatlijnen, XREF-objecten of aanhaallijnen mogen niet zichtbaar zijn.

    • Om te voorkomen dat extra objecten zichtbaar zijn, raden we u aan de extra objecten te verwijderen.
    • U kunt ook de layers die extra objecten bevatten uitschakelen. Als u echter het profiel opschaalt vóór het importproces, worden de meeste objecten niet meer uitgelijnd op dezelfde manier als in het oorspronkelijke DWG-bestand.
  2. Verwijder arceringen en overbodige lijnen.

    Tekla Structures importeert alle lijnen die het in het DWG-bestand vindt.

    Profielen worden gedefinieerd door omtrekken: de buitenste vorm is het totale profiel en alle interne vormen zijn gaten in het profiel. Om het profiel correct te laten importeren, mogen er alleen interne lijnen zijn die een gat weergeven.

    In dit voorbeeld wordt een sierlijke leuning getoond. De vier interne vormen worden correct gemaakt:

    Maar de lijnen erboven en eronder die meer detail aan de vorm toevoegen, werken niet. Deze extra lijnen moet u verwijderen:

  3. Let erop dat uw profiel alleen basisobjecten bevat die de profielvorm bepalen.

    Het profiel mag lijnen, bogen en cirkels bevatten. Andere vormen, zoals splines, polylijnen en gebieden, worden niet correct in Tekla Structures geïmporteerd. Als uw profiel deze vormen bevat, moeten de vormen worden geëxplodeerd.

    Wanneer bogen worden geïmporteerd, converteert Tekla Structures de bogen naar gesegmenteerde bogen. Als zich langs de boog te veel facetten bevinden, wordt het profiel mogelijk vervormd wanneer het wordt geïmporteerd. Om het aantal facetten langs de kromming te verminderen, verwijdert u complexe bogen en tekent u in plaats daarvan eenvoudige lijnen om de kromming aan te geven.

    Teken de boog over met de lijntool en verwijder daarna de boog.

  4. Zorg ervoor dat de omtrek uit slechts één gesloten polylijn bestaat.

    Elke omtrek moet volledig sluiten, zonder openingen, overlappingen of andere inconsistenties. Sluit de vormen met de trim- en verlengingstools.

    Vooral bij DWG-bestanden van derden kan het efficiënter zijn om een sectie van het profiel op te schonen en dit dan te kopiëren of te spiegelen naar vergelijkbare of symmetrische gebieden.

    Tip: U kunt de integriteit van het profiel testen met de functie Region in AutoCAD. Als alle lijnen een gesloten vorm vormen, wordt in AutoCAD een gebied gemaakt. Als de vorm niet gesloten is, wordt geen gebied gemaakt. Explodeer het gebied nadat u het hebt getest. Gebieden kunnen niet worden geïmporteerd in Tekla Structures.
  5. Als uw profiel meer dan 10 gebieden heeft, voegt u deze met kleine openingen samen om van meerdere omtrekken één grotere vorm te maken.

    Wanneer u een DWG-bestand converteert naar een profiel, is de vorm beperkt tot 10 gesloten omtrekken of gebieden: de totale profielvorm plus negen openingen.

  6. Schaal het profiel op met 25,4 zodat het correct wordt gemeten in een Tekla Structures-model.

    Tekla Structures werkt met metrische eenheden. Wanneer u een DWG-bestand importeert dat naar een profiel wordt geconverteerd, moet dus rekening worden gehouden met de conversie naar metrische eenheden.

  7. Sla de omtrek van de doorsnede op als een DWG-bestand.

Een doorsnede definiëren met een DWG-bestand

Nadat u het .dwg-bestand hebt voorbereid dat u als doorsnede wilt gebruiken, kunt u de doorsnede in de profielendatabase importeren als een DWG-profiel.

  1. Open een model.
  2. Klik in het menu Bestand op Databases > Profielen definiëren > Doorsnede definiëren met DWG-bestand.
  3. Blader op het tabblad Parameters van het dialoogvenster DWG-profiel in database (6) naar het DWG-bestand.

    Het bestandsnaampad voor het DWG-bestand kan maximaal 255 tekens lang zijn.

  4. Definieer de doorsnede-eigenschappen.

    Optie

    Beschrijving

    Doorsnedenaam

    De naam van de doorsnede die in het dialoogvenster Profielendatabase bewerken wordt weergegeven.

    Profielnaam

    De naam van het profiel dat in het dialoogvenster Profielendatabase bewerken wordt weergegeven.

    Opslaan naar

    De locatie van de profielendatabase.

    Selecteer een van de volgende opties:

    • Modelmap: De huidige modelmap.

    • Systeemmap: ..\ProgramData\Trimble\Tekla Structures\<version>\environments\<environment>\profil

    • Niet opslaan: Slaat het profiel niet op. Dit is handig voor het testen.

    Min. afstand tussen de punten

    De minimale afstand tussen de hoekpunten van de doorsnede.

    Verhoog de waarde om eenvoudiger tekeningen van gecompliceerde doorsneden te maken.

    Centerpunt verplaatsing

    De oorsprong van de plaat definieert de locatie van de referentielijn van het profiel.

    Voer een offsetwaarde in om de referentielijn relatief ten opzichte van de doorsnede te verplaatsen.

  5. Wijzig de standaardwaarden op het tabblad Profielattributen niet.

    Met de Profiel-attributen wordt informatie gedefinieerd over het profiel die wordt getoond op het tabblad Algemeen in de profielendatabase. We raden u aan de standaardwaarden alleen te wijzigen als u zeker bent van de waarden. Als de waarden op dit tabblad conflicteren met de werkelijke vorm, werkt de import mogelijk niet correct.

  6. Klik op OK.
  7. Wijs in het model de begin- en eindpunten van de te importeren doorsnede aan.

    Tekla Structures importeert de doorsnede en plaatst de referentielijn van het profiel op de oorsprong van het DWG-bestand.

    Het profiel wordt automatisch toegevoegd aan uw profielendatabase. Het profiel wordt mogelijk pas zichtbaar in de profielendatabase wanneer u het model sluit en opnieuw opent. Het Profieltype is Door gebruiker gedefinieerd, vast.

  8. Als het profiel niet wordt getoond in de profielendatabase of het profiel niet is geconverteerd zoals verwacht, bewerk het DWG-bestand dan en importeer het profiel opnieuw.

    U moet dit proces mogelijk meerdere keren herhalen voordat het profiel wordt geconverteerd zoals verwacht.

    Mogelijke problemen:

    • Te veel bogen: verminder het aantal facetten door de bogen na te trekken met de lijntool en dan de bogen te verwijderen.
    • Radii die te klein zijn: erg kleine krommingen worden mogelijk niet correct geconverteerd. Vervang kleine krommingen door segmenten van rechte lijnen.
    • Lijnen op lijnen: verwijder extra lijnen.
    • Openingen of overlappende snijpunten: Sluit de vormen met de trim- en verlengingstools.

Een door de gebruiker gedefinieerde doorsnede wijzigen

U kunt doorsneden wijzigen die met een polygoon, een plaat of een DWG-bestand zijn gedefinieerd.

  1. Klik op het Bestand menu Databases > Profielen definiëren > Polygoondoorsnede bewerken.
  2. Selecteer in het dialoogvenster Wijzig doorsnede de doorsnede die u wilt wijzigen.
    Tip:

    Als u een doorsnede wilt verwijderen, selecteert u de doorsnede. Vervolgens klikt u op Verwijderen.

  3. Wijzig de eigenschappen van de doorsnedepunten.
    • Nummer verwijst naar elk punt dat is aangewezen toen de doorsnede werd gemaakt, in numerieke volgorde. Het eerste punt dat u aanwijst, is 1.

    • Afwerking verwijst naar de vorm van de afwerking.

    • x: en y: is van toepassing op het afwerkingstype. Als u de afwerking aan beide zijden van de hoek gelijk wilt hebben, voert u alleen een waarde voor x: in.

      Voor een ongelijke afwerking voert u de waarden voor x: en y: in.

  4. Klik op Bijwerken.
  5. Klik op OK om het dialoogvenster Wijzig doorsnede te sluiten.
  6. Klik in het dialoogvenster Opslaan bevestigen op OK om de wijzigingen op te slaan.
Was dit nuttig?
Vorige
Volgende