U kunt bibliotheekprofielen maken met één enkele doorsnede of met meerdere doorsneden.

1. Klik in het menu Bestand op Databases > Profielendatabase om het dialoogvenster Profielendatabase bewerken te openen.
2. Klik met de rechtermuisknop in de profielstructuur en selecteer vervolgens Profiel toevoegen.

   Er wordt een vast profiel met de naam PROFIEL1 gemaakt.

3. Definieer de eigenschappen van het profiel.
   1. Voer in het veld Profielnaam een nieuwe naam voor het profiel in.

      De profielnaam moet in hoofdletters zijn, zonder spaties. Tekla Structures converteert automatisch kleine letters naar hoofdletters.

   2. In de lijst Profieltype selecteert u Door gebruiker gedefinieerd, vast.
   3. Selecteer in de lijst Profielsubtype de doorsnede die u wilt gebruiken.

      Als u uw eigen door de gebruiker gedefinieerde doorsneden hebt gemaakt, kunt u er een van gebruiken.

   4. Selecteer onder Equivalenttype een profieltype dat zoveel mogelijk overeenkomt met de nieuwe doorsnede. Dit is belangrijk omdat sommige verbindingen alleen werken voor bepaalde profieltypen.

      Het equivalenttype en de profielafmetingen zoals hoogte en breedte zijn van invloed op welke verbindingen op het profiel kunnen worden toegepast. Een ongeschikt equivalenttype of ontbrekende maatlijnwaarden kan tot problemen met verbindingen leiden.

   5. Klik op Bijwerken.
4. Wijzig de maatlijnwaarden.

   Voer altijd waarden voor de afmetingen Hoogte h en Breedte b in, omdat deze waarden van invloed zijn op de manier waarop Tekla Structures de profielen weergeeft. Als de waarden 0 zijn, wordt het onderdeel als een lijn getekend.

5. Definieer onder Doorsnede een relatieve locatie voor elke doorsnede.
   1. Selecteer in de lijst Nummer het nummer van de doorsnede.
   2. Voer in het veld Relatieve locatie de locatie van de doorsnede in.

      De waarde geeft de locatie van de doorsnede langs de as aan: 0,0 voor het beginuiteinde en 1,0 voor het tweede uiteinde. Als u maar één enkele doorsnede hebt, selecteert u 1 voor Nummer en voert u 0,000 in voor Relatieve locatie.

   3. Klik, na het definiëren van elke doorsnede, op Bijwerken.
6. Klik op Toevoegen om indien nodig meer doorsneden toe te voegen.
   • Als u een andere doorsnede in het profiel wilt gebruiken, selecteert u een nieuwe uit de lijst Profielsubtype.
   • Als u een doorsnede wilt verwijderen, selecteert u de doorsnede in de lijst Nummer. Vervolgens klikt u op Verwijderen.
7. Klik op OK om het dialoogvenster Profielendatabase bewerken te sluiten.
8. Klik op OK in het dialoogvenster Opslaan bevestigen om de wijzigingen op te slaan.

U kunt een nieuw bibliotheekprofiel maken door een bestaand vergelijkbaar profiel te kopiëren.

1. Klik in het menu Bestand op Databases > Profielendatabase om het dialoogvenster Profielendatabase bewerken te openen.
2. Selecteer een bibliotheekprofiel dat vergelijkbaar is met dat, dat u wilt maken.
3. Klik met de rechtermuisknop en selecteer vervolgens Profiel kopiëren.

   Er wordt een nieuw profiel met de naam <existing_profile_name KOPIEER> gemaakt.

4. Voer in het veld Profielnaam een nieuwe naam voor het profiel in.

   De profielnaam moet in hoofdletters zijn, zonder spaties. Tekla Structures converteert automatisch kleine letters naar hoofdletters.

5. Wijzig de profieleigenschappen op de tabbladen Algemeen, Berekening en Gebruikersattributen.

   • Het tabblad Algemeen bevat informatie over profieltypen en maatlijnen.

     Attentie:

     Selecteer onder Equivalenttype een profieltype dat zoveel mogelijk overeenkomt met de nieuwe doorsnede. Dit is belangrijk omdat sommige verbindingen alleen werken voor bepaalde profieltypen.

     Voer altijd waarden voor de afmetingen Hoogte h en Breedte b in, omdat deze waarden van invloed zijn op de manier waarop Tekla Structures de profielen weergeeft. Als de waarden 0 zijn, wordt het onderdeel als een lijn getekend.

     Het equivalenttype en de profielafmetingen zoals hoogte en breedte zijn van invloed op welke verbindingen op het profiel kunnen worden toegepast. Een ongeschikt equivalenttype of ontbrekende maatlijnwaarden kan tot problemen met verbindingen leiden.

   • Het tabblad Rekenen bevat informatie over de eigenschappen die in structurele berekeningen worden gebruikt. De structuur kan worden berekend met verschillende soorten rekensoftware.

   • Op het tabblad Gebruikersattributen kunt u gebruikersattributen voor profielen weergeven of invoeren.

6. Klik op Bijwerken.
7. Klik op OK om het dialoogvenster Profielendatabase bewerken te sluiten.
8. Klik op OK in het dialoogvenster Opslaan bevestigen om de wijzigingen op te slaan.

U kunt een bestaand parametrische profiel naar een vast profiel converteren.

1. Klik in het menu Bestand op Databases > Profielendatabase om het dialoogvenster Profielendatabase bewerken te openen.
2. Selecteer een parametrisch profiel in de lijst.
3. Klik met de rechtermuisknop en selecteer Profiel toevoegen.

U kunt indien nodig een bestaand bibliotheekprofiel wijzigen met de profielendatabase.

1. Klik in het menu Bestand op Databases > Profielendatabase om het dialoogvenster Profielendatabase bewerken te openen.
2. Selecteer een bibliotheekprofiel in de structuur en wijzig de eigenschappen.

   • Het tabblad Algemeen bevat informatie over profieltypen en maatlijnen.

   • Het tabblad Rekenen bevat informatie over de eigenschappen die in structurele berekeningen worden gebruikt. De structuur kan worden berekend met verschillende soorten rekensoftware.

   • Op het tabblad Gebruikersattributen kunt u gebruikersattributen voor profielen weergeven of invoeren.

3. Als u klaar bent met het wijzigen van het profiel, klikt u op Bijwerken.
4. Klik op OK om het dialoogvenster Profielendatabase bewerken te sluiten.

   Tekla Structures vraagt u of u de wijzigingen in de modelmap wilt opslaan.

5. Klik op OK in het dialoogvenster Opslaan bevestigen om de wijzigingen op te slaan.