De weergave van de Vormendatabase rangschikken
U kunt de weergave van de vormcatalogus aanpassen aan uw behoeften en werkwijze.
In het dialoogvenster Vormendatabase kunt u eigenschappen-kolommen weergeven of verbergen of de volgorde van de eigenschappen-kolommen wijzigen. U kunt ook vormen filteren en deze met sterretjes en tags markeren.
In het dialoogvenster Vorm selecteren kunt u eigenschappen-kolommen weergeven of verbergen of de volgorde van de eigenschappen-kolommen wijzigen. U kunt ook vormen filteren en deze met sterretjes markeren.
Het dialoogvenster Vorm selecteren wordt geopend als u op de knop ... naast het vak Vorm in de eigenschappen van het item of in een componentdialoogvenster klikt om een vorm te selecteren.
De wijzigingen die u in de indeling van het dialoogvenster aanbrengt, worden automatisch opgeslagen in het bestand shape_catalog.settings.UI in de map ..\Users\<user>\AppData\Local\Trimble\Tekla Structures\<version>\Catalogs\. Tekla Structures gebruikt de opgeslagen indeling de volgende keer dat u het dialoogvenster opent.
Het databaselint weergeven of verbergen
U kunt het databaselint tonen of verbergen in database-dialoogvensters en selecteerdialoogvensters.
U kunt het databaselint in de volgende dialoogvensters weergeven of verbergen:
-
Stavendatabase
-
Staaf selecteren
-
Vormendatabase
-
Vorm selecteren
Het lint wordt standaard weergegeven in database-dialoogvensters, maar verborgen in selectie-dialoogvensters.
-
Als u het lint wilt weergeven, klikt u op de pijl omlaag
aan de rechterkant van de titelbalk van het lint (Home). -
Als u het lint wilt verbergen, klikt u op de pijl omhoog
aan de rechterkant van de titelbalk van het lint (Home).
Werken met eigenschappenkolommen in de weergave van de database
U kunt het databasevenster organiseren door de eigenschappenkolommen weer te geven en te verbergen en door de volgorde, de sorteervolgorde en de breedte van de kolommen te wijzigen.
U kunt de kolommen in het databasevenster in de volgende dialoogvensters organiseren:
-
Stavendatabase
-
Staaf selecteren
-
Vormendatabase
-
Vorm selecteren
Opmerking:
De kolom Favoriet is altijd zichtbaar en u kunt deze niet verbergen.
| Taak | Actie |
|---|---|
|
Een eigenschappenkolom weergeven of verbergen |
|
|
De volgorde van de eigenschappenkolommen wijzigen |
Sleep een kolomkop naar een nieuwe locatie. |
|
De sorteervolgorde van een eigenschappenkolom wijzigen |
Klik op de kolomkop. Het pijlsymbool naast de kolomkop geeft aan de sorteervolgorde oploopt U sorteert waarden als volgt op twee eigenschappen en in twee kolommen:
|
|
De grootte van een eigenschappenkolom wijzigen |
Versleep de rand tussen deze en de volgende kolomkop. Bijvoorbeeld:
U kunt ook op het dialoogvenster |
of 
afloopt.
Filter vormen
Door vormen te filteren kunt u het aantal vormen dat in het venster van de vormen database wordt weergegeven, kleiner maken.
U kunt vormen filteren in zowel het dialoogvenster Vormendatabase als in het dialoogvenster Vorm selecteren. U kunt filteren in combinatie met andere methoden zoals sorteren gebruiken.
Vormen aan de Favorietengroep toevoegen
U kunt aan belangrijke vormen of vormen van uw voorkeur sterretjes toevoegen zodat u deze vormen later eenvoudig kunt vinden. Vormen waaraan u sterren toevoegt, worden in groep Favorieten in de vormendatabase weergegeven.
Van sterren voorzien is gebruikerspecifiek, dus is het alleen voor u zichtbaar. De starring-instellingen worden opgeslagen in het shape_catalog.settings.user.<username>bestand in de map van het huidige model.
-
Klik in de vormenlijst op het witte stersymbool
in de Favoriet kolom voor elke definitie die u aan de Favorieten groep wilt toevoegen
De kolom Favoriet is standaard de eerste kolom en het stersymbool bevindt zich aan het begin van elke vormrij.
Het stersymbool wordt geel
en de vorm wordt toegevoegd aan de Favorieten groep.
Als u een vorm van de groep Favorieten wilt verwijderen, klikt u op het gele stersymbool in de vormrij. Het stersymbool wordt weer wit.
Tags aan vormen toevoegen
In het dialoogvenster Vormendatabase tags aan vormen toevoegen met sleutelwoorden of andere metagegevens.
Tags zijn modelspecifiek en worden opgeslagen in het bestand ShapeCatalog.Groups.User.<username>.xml in de huidige modelmap.
-
Voer in het vak Tags in de rechterbenedenhoek van het dialoogvenster Vormendatabase sleutelwoorden of metadata in en druk op Enter.
Om meerdere tags aan een vorm toe te voegen, voert u de volgende tag in het volgende tagvak in en drukt u op Enter.
Elke groep vormen met tags verschijnt met het symbool
symbool onder Tags in de lijst met groepen. -
Klik op
Opslaan om de wijzigingen in de vormendatabase op te slaan.
Tags uit vormen verwijderen of tags verwijderen
U kunt tags uit vormen verwijderen of tags verwijderen wanneer ze niet meer nodig zijn.
- Klik in het menu Bestand op om het dialoogvenster Vormendatabase te openen.
-
Tags verwijderen of wissen.
- Om een tag uit een vorm te verwijderen, selecteert u de vorm en klikt u op het X-symbool achter de tagnaam in het gedeelte Tags in het eigenschappengebied.
- Als u een tag volledig wilt wissen, selecteert u de groep met tags, selecteert u alle vormen in de groep en klikt u vervolgens op het X-symbool achter de tagnaam in het gedeelte Tags in het eigenschappengebied.
-
Klik op Opslaan om de wijzigingen in de vormendatabase op te slaan.