Logboekbestanden over de werking van Tekla Structures
Tekla Structures schrijft informatie over de werking van Tekla Structures naar logboekbestanden wanneer u bepaalde acties uitvoert, zoals het nummeren van een model of het opslaan van een model.
Bestand |
Beschrijving |
---|---|
analysis.log |
Tekla Structures slaat gegevens in dit bestand op als u de berekening uitvoert. Het bestand bevat ook gegevens over de fouten die tijdens de verdeling van de last zijn opgetreden. Dit logboekbestand wordt in de huidige modelmap opgeslagen. |
check_database.log |
Tekla Structures slaat gegevens in dit bestand op wanneer u het commando Repareren uitvoert in het menu . Dit logboekbestand wordt in de huidige modelmap opgeslagen. |
ClashCheck.log |
Bevat clashes die in de meest recente clash check zijn gevonden. Dit logboekbestand wordt in de huidige modelmap opgeslagen. |
ClientLog_cat.txt ClientLog_dog.txt |
De logboekbestanden van de klant bevatten diagnostische gegevens en foutberichten met betrekking tot de deelservice Tekla Model Sharing, zoals het maken van een verbinding met de deelservice of de status van de deelservice. De logboekbestanden van de klant worden standaard in de \Users\<user>\AppData\Local\Tekla DataSharing-map opgeslagen. Er zijn twee logboekbestanden van klanten met een maximale grootte van 1 MB, zodat de informatie niet te veel schijfruimte gebruikt. Als de maximale bestandsgrootte in een bestand is bereikt, worden wijzigingen in het logboek naar het andere bestand geschreven. Elke keer als er logboekbestand van de klant verandert, worden alle voorheen opgeslagen gegevens in het huidige logboekbestand gewist voordat nieuwe logboekgegevens naar het logboekbestand worden geschreven. |
ComponentCatalog_<user>.log |
Bevat informatie over het oplossen van problemen met betrekking tot de database Applicaties en componenten en fouten die in de database Applicaties en componenten zijn opgetreden. Fouten in catalogusdefinitie-bestanden worden bijvoorbeeld in het bestand ComponentCatalog_<user>.log opgeslagen. Dit logboekbestand wordt in de map \logs onder de huidige modelmap opgeslagen. Een beperkt aantal oudere logboekberichten die betrekking hebben op de Applicaties en componenten-catalogus worden gearchiveerd en in het bestand ComponentCatalog_<user>.bak.log opgeslagen. Dit bestand bevat ongeveer 1024 kB aan gegevens. |
conflict.log |
Bevat conflicten die in zijn opgetreden wanneer meer dan een gebruiker een object in multi-usermodus heeft gewijzigd. Dit logboekbestand wordt in de huidige modelmap opgeslagen. |
DocumentManager_<user>.log |
Bevat informatie over het oplossen van problemen met betrekking tot de Documentmanager en fouten die in de Documentmanager zijn opgetreden. Dit logboekbestand wordt in de map \logs onder de huidige modelmap opgeslagen. Een beperkt aantal oudere logboekberichten die betrekking hebben op de Documentmanager worden gearchiveerd en in het bestand DocumentManager_<user>.bak.log opgeslagen. Dit bestand bevat ongeveer 256 kB aan gegevens. |
DPMPrinter_<user>.log |
Bevat informatie over het oplossen van problemen met betrekking tot het afdrukken en eventuele fouten die bij het afdrukken van tekeningen of lijsten naar een printer, een plotbestand of een PDF-bestand zijn opgetreden. Dit logboekbestand wordt in de map \logs onder de huidige modelmap opgeslagen. Een beperkt aantal oudere logboekberichten die betrekking hebben op printen worden gearchiveerd en opgeslagen in het DPMPrinter2_ <user>.log-bestand. Dit bestand bevat ongeveer 1024 kB aan gegevens. |
drawing_cloning.log |
Bevat gegevens over gekloonde tekeningen. Dit logboekbestand wordt in de huidige modelmap opgeslagen. |
drawing_history.log |
Bevat gegevens over de historie van tekeningen. Gebruik de variabele XS_DRAWING_HISTORY_LOG_TYPE om de inhoud van het bestand te definiëren. Dit logboekbestand wordt in de huidige modelmap opgeslagen. |
dstv_nc.log |
Elke keer wanneer u NC-bestanden maakt, slaat Tekla Structures gegevens over de verwerkte merken in dit bestand op. Dit logboekbestand wordt in de huidige modelmap opgeslagen. |
error_<user>_<YYYYMMDD>_<HHMMSS>.log |
Elke keer als er een fout in Tekla Structures optreedt, wordt de fout in een foutenlogboekbestand opgeslagen. Foutenlogboekbestanden bevatten de beschrijving van fouten die op een bepaald moment zijn opgetreden. Als er bijvoorbeeld op 1 april 2019 om 9.15.30 uur een fout is opgetreden, is de naam van het gerelateerde foutenlogboekbestand error_<user>_20190401_091530.log. Dit logboekbestand wordt opgeslagen in de map \logs onder de huidige modelmap. |
filetranerror.log |
Wordt alleen gebruikt voor koud gewalste componenten zoals Albion, Ayrshire en Hispan. Als de Bestandsoverdacht-componenten niet naar verwachting werken, slaat Tekla Structures foutmeldingen in dit bestand op. Dit logboekbestand wordt in de huidige modelmap opgeslagen. |
modelsharing.log |
Bevat de deelbewerkingen die in Tekla Model Sharing zijn uitgevoerd. Het openen van een gedeeld model en het inlezen van de wijzigingen die door andere gebruikers zijn aangebracht, worden bijvoorbeeld in het bestand modelsharing.log opgeslagen. Dit logboekbestand wordt opgeslagen in de map \logs onder de huidige modelmap. |
numberinghistory.txt |
Bevat de volledige gegevens over elke nummeringssessie die op het model is uitgevoerd. Elke sessie bevindt zich in een ander blok van het bestand. Dit logboekbestand wordt in de huidige modelmap opgeslagen. |
PublishToTrimbleConnect.log |
Bevat informatie over het uploaden en de fouten die zijn opgetreden tijdens het uploaden van het Tekla Structures model naar een gekoppeld Trimble Connect project als een |
save_history.log |
Tekla Structures slaat de gegevens elke keer wanneer u een model opslaat in dit bestand op. Dit logboekbestand wordt in de huidige modelmap opgeslagen. |
sharingfacade.log |
Bevat de essentiële gegevens van de logboekbestanden van de klant wanneer er een fout in de deelservice Tekla Model Sharing is opgetreden. Dit logboekbestand wordt in de map \logs onder de huidige modelmap opgeslagen. |
TeklaStructures_<user>.log |
Bevat gegevens over de hele Tekla Structures-sessie van het openen van het model tot aan het sluiten ervan. Het bestand bevat bijvoorbeeld fouten en gegevens over welke databases zijn gebruikt. Dit tijdelijke logboekbestand wordt in de map \TeklaStructuresModels opgeslagen en wordt verwijderd wanneer u Tekla Structures sluit. |
wizard.log |
Tekla Structures slaat gegevens in dit bestand op als u een tekeningvoorwaarde (wizard)-bestand uitvoert. Het bestand bevat bijvoorbeeld fouten en het aantal gemaakte tekeningen. Dit logboekbestand wordt in de huidige modelmap opgeslagen. |
Een logbestand weergeven
U kunt de meeste logboek bestanden weergeven in de Tekla Structures bestandviewer of in de toepassing die aan het bestands type is gekoppeld zoals Microsoft Kladblok.
Als het logbestand informatie bevat over onderdelen of merken, kunt u de onderdelen of merken in het model controleren. Selecteer in het logboekbestand een regel die een onderdeel of een merk bevat.
Onderdelen en merken hebben de prefix guid
.
Tekla Structures markeert het onderdeel in het model. Als er meerdere onderdelen of merken in een regel staan en u die de regel selecteert, markeert Tekla Structures alle onderdelen in het model. U kunt ook onderdelen op verschillende regels selecteren.
U kunt het snelmenu voor een onderdeel of een merk openen vanuit het logbestand door met de rechtermuisknop op een regel te klikken die een onderdeel of merk bevat. Tekla Structures geeft hetzelfde menu weer als wanneer u met de rechtermuisknop op een onderdeel of een merk in het model klikt.
- Open het model waarvoor u de Loghistorie wilt weergeven.
-
Klik in het menu Bestand op Logboeken en selecteer vervolgens een logbestand.
- Logbestand clash check-historie (ClashCheck.log)
- Logbestand sessiehistorie (TeklaStructures_<user>.log)
- Logbestand historie nummeren (numberinghistory.txt)
- Logbestand historie opslaan (save_history.log)
- Logbestand historie tekening (drawing_history.log)
- Logbestand analysehistorie (analysis.log)
-
U kunt het logbestand op een van de volgende manieren weergeven:
- Als u het logbestand in de logbestandviewer wilt bekijken, selecteert u in Bekijken met Tekla Structures. de logbestandviewer
- Om het logbestand te bekijken in de toepassing die bij het bestandstype hoort, Toon met standaardapplicatie. selecteer
De naam en locatie van het logboekbestand van de sessiehistorie wijzigen
U kunt de naam en locatie van het logboekbestand van de sessiehistorie wijzigen (TeklaStructures_<user>.log
).
Als iemand anders uw installatie van Tekla Structures beheert, moet u deze instellingen niet wijzigen tenzij u daarvoor instructies hebt gekregen.
De Windows-gebruikersnaam en de bestandsextensie .log
worden altijd achter het aanpasbare deel van de naam toegevoegd.
Logboekbestand historie nummeren
Het logboekbestand numberinghistory.txt bevat volledige gegevens van elke nummeringssessie die op het model is uitgevoerd. Elke nummeringssessie bevindt zich in een ander blok van het bestand.
Als een nummeringreeks een andere overlapt, worden de fouten naar het logboekbestand geschreven.
Als u het logboekbestand numberinghistory.txt verwijdert of wist, genereert Tekla Structures de volgende keer wanneer u de nummering uitvoert een nieuw bestand met dezelfde naam. Het nieuwe bestand bevat geen historie van voorgaande nummeringsessies.
Voorbeeld
In dit voorbeeld wordt de inhoud van een numberinghistory.txt-logboekbestand weergegeven.
1 |
Gebruikersnaam, datum en tijd van de nummering. |
2 |
Nummeringsmethode.
|
3 |
Enkele Vergelijken-options die in het dialoogvenster Nummering instelling worden weergegeven worden alleen in het logbestand van de numbering.history weergeven als ze anders ingesteld zijn dan de standaardwaarde:
|
4 |
Nummeringsopties.
|
5 |
Toleranties worden ingesteld in het dialoogvenster Nummeringinstelling. |
6 |
Wijzigingen in de positienummers en in de nummerreeks tijdens een nummeringssessie. |
Nummeringreeks in het logboekbestand met de nummeringshistorie
Tekla Structures geeft informatie over de genummerde onderdelen en merken in het numberinghistory.txt-logbestand.
Voorbeeld 1
Het numberinghistory.txt-logboek nadat een betonbalk B/20 is gemaakt en genummerd:
1 |
Onderdeel positienummer.
|
2 |
Merk positienummer.
|
Voorbeeld 2
Het numberinghistory.txt-logboek een andere betonbalk B/21 is gemaakt en genummerd:
1 |
Onderdeel positienummer van het nieuwe onderdeel.
|
2 |
Merk positienummer.
|