Logboekbestanden over de werking van Tekla Structures

Tekla Structures
Aangepast: 15 jan 2024
2024
Tekla Structures

Logboekbestanden over de werking van Tekla Structures

Tekla Structures schrijft informatie over de werking van Tekla Structures naar logboekbestanden wanneer u bepaalde acties uitvoert, zoals het nummeren van een model of het opslaan van een model.

Bestand

Beschrijving

analysis.log

Tekla Structures slaat gegevens in dit bestand op als u de berekening uitvoert. Het bestand bevat ook gegevens over de fouten die tijdens de verdeling van de last zijn opgetreden. Dit logboekbestand wordt in de huidige modelmap opgeslagen.

check_database.log

Tekla Structures slaat gegevens in dit bestand op wanneer u het commando Repareren uitvoert in het menu Bestand > Controleer en repareer > Model. Dit logboekbestand wordt in de huidige modelmap opgeslagen.

ClashCheck.log

Bevat clashes die in de meest recente clash check zijn gevonden. Dit logboekbestand wordt in de huidige modelmap opgeslagen.

ClientLog_cat.txt

ClientLog_dog.txt

De logboekbestanden van de klant bevatten diagnostische gegevens en foutberichten met betrekking tot de deelservice Tekla Model Sharing, zoals het maken van een verbinding met de deelservice of de status van de deelservice. De logboekbestanden van de klant worden standaard in de \Users\<user>\AppData\Local\Tekla DataSharing-map opgeslagen.

Er zijn twee logboekbestanden van klanten met een maximale grootte van 1 MB, zodat de informatie niet te veel schijfruimte gebruikt. Als de maximale bestandsgrootte in een bestand is bereikt, worden wijzigingen in het logboek naar het andere bestand geschreven. Elke keer als er logboekbestand van de klant verandert, worden alle voorheen opgeslagen gegevens in het huidige logboekbestand gewist voordat nieuwe logboekgegevens naar het logboekbestand worden geschreven.

ComponentCatalog_<user>.log

Bevat informatie over het oplossen van problemen met betrekking tot de database Applicaties en componenten en fouten die in de database Applicaties en componenten zijn opgetreden. Fouten in catalogusdefinitie-bestanden worden bijvoorbeeld in het bestand ComponentCatalog_<user>.log opgeslagen. Dit logboekbestand wordt in de map \logs onder de huidige modelmap opgeslagen.

Een beperkt aantal oudere logboekberichten die betrekking hebben op de Applicaties en componenten-catalogus worden gearchiveerd en in het bestand ComponentCatalog_<user>.bak.log opgeslagen. Dit bestand bevat ongeveer 1024 kB aan gegevens.

conflict.log

Bevat conflicten die in zijn opgetreden wanneer meer dan een gebruiker een object in multi-usermodus heeft gewijzigd. Dit logboekbestand wordt in de huidige modelmap opgeslagen.

DocumentManager_<user>.log

Bevat informatie over het oplossen van problemen met betrekking tot de Documentmanager en fouten die in de Documentmanager zijn opgetreden. Dit logboekbestand wordt in de map \logs onder de huidige modelmap opgeslagen.

Een beperkt aantal oudere logboekberichten die betrekking hebben op de Documentmanager worden gearchiveerd en in het bestand DocumentManager_<user>.bak.log opgeslagen. Dit bestand bevat ongeveer 256 kB aan gegevens.

DPMPrinter_<user>.log

Bevat informatie over het oplossen van problemen met betrekking tot het afdrukken en eventuele fouten die bij het afdrukken van tekeningen of lijsten naar een printer, een plotbestand of een PDF-bestand zijn opgetreden. Dit logboekbestand wordt in de map \logs onder de huidige modelmap opgeslagen.

Een beperkt aantal oudere logboekberichten die betrekking hebben op printen worden gearchiveerd en opgeslagen in het DPMPrinter2_ <user>.log-bestand. Dit bestand bevat ongeveer 1024 kB aan gegevens.

drawing_cloning.log

Bevat gegevens over gekloonde tekeningen. Dit logboekbestand wordt in de huidige modelmap opgeslagen.

drawing_history.log

Bevat gegevens over de historie van tekeningen. Gebruik de variabele XS_​DRAWING_​HISTORY_​LOG_​TYPE om de inhoud van het bestand te definiëren. Dit logboekbestand wordt in de huidige modelmap opgeslagen.

dstv_nc.log

Elke keer wanneer u NC-bestanden maakt, slaat Tekla Structures gegevens over de verwerkte merken in dit bestand op. Dit logboekbestand wordt in de huidige modelmap opgeslagen.

error_<user>_<YYYYMMDD>_<HHMMSS>.log

Elke keer als er een fout in Tekla Structures optreedt, wordt de fout in een foutenlogboekbestand opgeslagen. Foutenlogboekbestanden bevatten de beschrijving van fouten die op een bepaald moment zijn opgetreden. Als er bijvoorbeeld op 1 april 2019 om 9.15.30 uur een fout is opgetreden, is de naam van het gerelateerde foutenlogboekbestand error_<user>_20190401_091530.log. Dit logboekbestand wordt opgeslagen in de map \logs onder de huidige modelmap.

filetranerror.log

Wordt alleen gebruikt voor koud gewalste componenten zoals Albion, Ayrshire en Hispan. Als de Bestandsoverdacht-componenten niet naar verwachting werken, slaat Tekla Structures foutmeldingen in dit bestand op. Dit logboekbestand wordt in de huidige modelmap opgeslagen.

modelsharing.log

Bevat de deelbewerkingen die in Tekla Model Sharing zijn uitgevoerd. Het openen van een gedeeld model en het inlezen van de wijzigingen die door andere gebruikers zijn aangebracht, worden bijvoorbeeld in het bestand modelsharing.log opgeslagen. Dit logboekbestand wordt opgeslagen in de map \logs onder de huidige modelmap.

numberinghistory.txt

Bevat de volledige gegevens over elke nummeringssessie die op het model is uitgevoerd. Elke sessie bevindt zich in een ander blok van het bestand. Dit logboekbestand wordt in de huidige modelmap opgeslagen.

PublishToTrimbleConnect.log

Bevat informatie over het uploaden en de fouten die zijn opgetreden tijdens het uploaden van het Tekla Structures model naar een gekoppeld Trimble Connect project als een .tekla-bestand. Dit logboekbestand wordt in de map \logs onder de huidige modelmap opgeslagen.

save_history.log

Tekla Structures slaat de gegevens elke keer wanneer u een model opslaat in dit bestand op. Dit logboekbestand wordt in de huidige modelmap opgeslagen.

sharingfacade.log

Bevat de essentiële gegevens van de logboekbestanden van de klant wanneer er een fout in de deelservice Tekla Model Sharing is opgetreden. Dit logboekbestand wordt in de map \logs onder de huidige modelmap opgeslagen.

TeklaStructures_<user>.log

Bevat gegevens over de hele Tekla Structures-sessie van het openen van het model tot aan het sluiten ervan. Het bestand bevat bijvoorbeeld fouten en gegevens over welke databases zijn gebruikt. Dit tijdelijke logboekbestand wordt in de map \TeklaStructuresModels opgeslagen en wordt verwijderd wanneer u Tekla Structures sluit.

wizard.log

Tekla Structures slaat gegevens in dit bestand op als u een tekeningvoorwaarde (wizard)-bestand uitvoert. Het bestand bevat bijvoorbeeld fouten en het aantal gemaakte tekeningen. Dit logboekbestand wordt in de huidige modelmap opgeslagen.

Een logbestand weergeven

U kunt de meeste logboek bestanden weergeven in de Tekla Structures bestandviewer of in de toepassing die aan het bestands type is gekoppeld zoals Microsoft Kladblok.

Als het logbestand informatie bevat over onderdelen of merken, kunt u de onderdelen of merken in het model controleren. Selecteer in het logboekbestand een regel die een onderdeel of een merk bevat.

Onderdelen en merken hebben de prefix guid.

Tekla Structures markeert het onderdeel in het model. Als er meerdere onderdelen of merken in een regel staan en u die de regel selecteert, markeert Tekla Structures alle onderdelen in het model. U kunt ook onderdelen op verschillende regels selecteren.

Tip:

U kunt het snelmenu voor een onderdeel of een merk openen vanuit het logbestand door met de rechtermuisknop op een regel te klikken die een onderdeel of merk bevat. Tekla Structures geeft hetzelfde menu weer als wanneer u met de rechtermuisknop op een onderdeel of een merk in het model klikt.

  1. Open het model waarvoor u de Loghistorie wilt weergeven.
  2. Klik in het menu Bestand op Logboeken en selecteer vervolgens een logbestand.
    • Logbestand clash check-historie (ClashCheck.log)
    • Logbestand sessiehistorie (TeklaStructures_<user>.log)
    • Logbestand historie nummeren (numberinghistory.txt)
    • Logbestand historie opslaan (save_history.log)
    • Logbestand historie tekening (drawing_history.log)
    • Logbestand analysehistorie (analysis.log)
  3. U kunt het logbestand op een van de volgende manieren weergeven:
    • Als u het logbestand in de logbestandviewer wilt bekijken, selecteert u in Bestand > Logs de logbestandviewer Bekijken met Tekla Structures.
    • Om het logbestand te bekijken in de toepassing die bij het bestandstype hoort, Bestand > Logbestanden selecteer Toon met standaardapplicatie.

De naam en locatie van het logboekbestand van de sessiehistorie wijzigen

U kunt de naam en locatie van het logboekbestand van de sessiehistorie wijzigen (TeklaStructures_<user>.log).

Als iemand anders uw installatie van Tekla Structures beheert, moet u deze instellingen niet wijzigen tenzij u daarvoor instructies hebt gekregen.

De Windows-gebruikersnaam en de bestandsextensie .log worden altijd achter het aanpasbare deel van de naam toegevoegd.

  1. Open een geschikt initialisatiebestand voor bewerking.

    Bijvoorbeeld user.ini of company.ini.

  2. Als u de naam van het logboekbestand van de sessiehistorie wilt wijzigen, voegt u de volgende regel in het initialisatiebestand toe:

    set XS_LOG_FILE_NAME=<name of the file>

    Bijvoorbeeld:

    set XS_LOG_FILE_NAME=sessionhistory

    Als de Windows-gebruikersnaam 'achilles' is, zou dit voorbeeld resulteren in een logboekbestand met de naam sessionhistory_achilles.log.

    De standaardnaam is TeklaStructures_<user>.log.

  3. Als u de locatie van het logboekbestand van de sessiehistorie wilt wijzigen, voegt u de volgende regel in het initialisatiebestand toe:

    set XS_LOGPATH=<location of the file>

    Als er geen andere locatie is ingesteld, wordt het bestand in de bovenliggende map voor modelmappen opgeslagen (standaard c:\TeklaStructuresModels).

  4. Sla het initialisatiebestand op.
  5. Start Tekla Structures opnieuw op om de wijziging door te voeren.

Logboekbestand historie nummeren

Het logboekbestand numberinghistory.txt bevat volledige gegevens van elke nummeringssessie die op het model is uitgevoerd. Elke nummeringssessie bevindt zich in een ander blok van het bestand.

Als een nummeringreeks een andere overlapt, worden de fouten naar het logboekbestand geschreven.

Opmerking:

Als u het logboekbestand numberinghistory.txt verwijdert of wist, genereert Tekla Structures de volgende keer wanneer u de nummering uitvoert een nieuw bestand met dezelfde naam. Het nieuwe bestand bevat geen historie van voorgaande nummeringsessies.

Voorbeeld

In dit voorbeeld wordt de inhoud van een numberinghistory.txt-logboekbestand weergegeven.

1

Gebruikersnaam, datum en tijd van de nummering.

2

Nummeringsmethode.

  • Modified numbering wordt weergegeven wanneer u het commando Gewijzigde objecten nummeren uitvoert.

  • Modified numbering for selected series wordt weergegeven wanneer u het commando Reeks van geselecteerde objecten nummeren uitvoert.

  • Diagnose & Repair Numbering: All wordt weergegeven wanneer u het commando Controleer en herstel nummering uitvoert: Commando Alle.

  • Diagnose & Repair Numbering: Series of selected objects wordt weergegeven wanneer u het commando Controleer en herstel nummering uitvoert: Serie van geselecteerde objecten commando.

  • Renumber all wordt weergegeven als u de optie Hernummer alles in het dialoogvenster Nummering setup selecteert.

3

Enkele Vergelijken-options die in het dialoogvenster Nummering instelling worden weergegeven worden alleen in het logbestand van de numbering.history weergeven als ze anders ingesteld zijn dan de standaardwaarde:

  • Compare modified to old parts

  • Compare new to old part

  • No holes comparing

  • No part name comparing

  • Beam orientation

  • Column orientation

4

Nummeringsopties.

  • Use old numbers wordt alleen weergegeven als u de Hergebruik vervallen nummers-optie in het dialoogvenster Nummering instelling hebt geselecteerd.

  • Check for standard parts wordt alleen weergegeven als u de Controleren op standaardonderdelen-optie in het dialoogvenster Nummering instelling hebt geselecteerd.

5

Toleranties worden ingesteld in het dialoogvenster Nummeringinstelling.

6

Wijzigingen in de positienummers en in de nummerreeks tijdens een nummeringssessie.

Nummeringreeks in het logboekbestand met de nummeringshistorie

Tekla Structures geeft informatie over de genummerde onderdelen en merken in het numberinghistory.txt-logbestand.

Voorbeeld 1

Het numberinghistory.txt-logboek nadat een betonbalk B/20 is gemaakt en genummerd:

1

Onderdeel positienummer.

  • Het onderdeel met het GUID ID510F595D-0000-0030-3133-353939383335 is een onderdeel van de nummeringreeks Concrete_B-20/1.

  • Het onderdeel wordt het eerste onderdeel in de nummeringreeks: Concrete_B-20/0 -> Concrete_B-20/1.

2

Merk positienummer.

  • Het merk-ID van het onderdeel is ID510F595D-0000-002F-3133-353939383335.

  • Het onderdeel behoort tot de B/20 merknummeringreeks, dat ook de nummeringreeks van het betonelement is.

  • Het onderdeel krijgt het merk positienummer: B/20: B/0 -> B/20.

Voorbeeld 2

Het numberinghistory.txt-logboek een andere betonbalk B/21 is gemaakt en genummerd:

1

Onderdeel positienummer van het nieuwe onderdeel.

  • Het onderdeel met het ID ID510F595D-0000-0030-3133-353939383335 is onderdeel van de nummeringreeks Concrete_B-20/1.

  • Het onderdeel wordt het tweede onderdeel in de nummeringreeks: Concrete_B-20/0 -> Concrete_B-20/2.

2

Merk positienummer.

  • Het merk-ID van het onderdeel is ID510F595D-0000-002F-3133-353939383335.

  • Het onderdeel behoort tot de B/20 merknummeringreeks, dat ook de nummeringreeks van het betonelement is.

  • Het onderdeel krijgt het merk positienummer: B/20 B/0 -> B/21.

Was dit nuttig?
Vorige
Volgende