Hoekprofiel steun (170)

Tekla Structures
Aangepast: 15 jan 2024
2024
Tekla Structures

Hoekprofiel steun (170)

Hoekprofiel steun (170) verbindt een ligger met een kolom met een hoeksteun. De hoeksteunen kunnen aan de onderste of bovenste, of aan zowel de onderste als bovenste flens van de aansluitende ligger worden geplaatst. Aan de hoeksteunen kunnen schotjes worden gelast. Er kunnen tevens lijfschotjes aan de aansluitende ligger worden toegevoegd.

Gemaakte objecten

  • Hoekstalen (1 of 2)

  • Steunschotjes (optioneel)

  • Lijfschotjes (optioneel)

  • Bouten

  • Lassen

  • Uitsnijdingen

Gebruiken voor

Situatie

Beschrijving

Liggersteun met schotjes.

Liggersteun boven en onder met schotjes. Diverse boutopties.

Liggersteun. Diverse schotjesopties.

Liggersteun. Offset aansluitend onderdeel.

Volgorde van selectie

  1. Selecteer het hoofdonderdeel (kolom).

  2. Selecteer het aansluitende onderdeel (ligger).

    De verbinding wordt automatisch gemaakt als het aansluitend onderdeel wordt geselecteerd.

Onderdeelidentificatiecode

Onderdeel

1

Hoekstaal

2

Steunschotje

3

Lijfschotje

4

Onderste steunplaat

Tabblad Afbeelding

Gebruik het tabblad Afbeelding om de speling tussen de hoeken en het hoofd- en aansluitende onderdeel te definiëren.

Afmetingen

1

Opening tussen het hoofdonderdeel en het aansluitende onderdeel.

GENERAL/beamedge (0,5 inch) 

20 mm

2

Opening tussen het hoekprofiel en het hoofdonderdeel.

0

3

Opening tussen het hoekprofiel en het aansluitende onderdeel.

0

4

Afstand tussen het lijfschotje van de aansluitende ligger en het vlak van het hoofdonderdeel.

Opmerking:

Deze informatie heeft alleen betrekking op de Britse omgeving. ALGEMENE standaardwaarden vindt u in het bestand joints.def in de systeemmap. Deze kunt u wijzigen.

Tabblad Onderdelen

Gebruik het tabblad onderdelen om de schotjes, het hoekstaal of de onderste plaat definiëren.

Onderdelen

Optie Beschrijving

Schotjes boven

Schotjes onder

Dikte, breedte en hoogte van schotje.

De standaardwaarden voor de hoogte en breedte zijn gebaseerd op de afmetingen van het geselecteerde profiel of de geselecteerde onderplaat. De standaarddikte van schotjes is 10 mm. De standaardwaarde in het bestand joints.def is GENERAL/shearplatethk (0.375”).

Plaat

Voer waarden in voor de dikte en breedte om een steunplaat in plaats van een hoeksteun te maken.

L-prof. boven

L-prof. onder

Selecteer de hoeksteun uit de profielendatabase.

Het standaard hoekprofiel is L150*100*10 of L4X4X3/8. De standaardwaarde in het bestand joints.def is GENERAL / lsize.

Optie

Beschrijving

Standaard

Pos.nr.

Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel.

Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren.

Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Materiaal

Materiaalkwaliteit.

Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Naam

De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven.

Tabblad Parameters

Gebruik het tabblad Parameters om de posities van de hoeksteunen te definiëren. Hoeksteunen dragen lasten van het aansluitende onderdeel. Hoeksteunen kunnen zich aan de boven- of onderzijde of aan beide zijden van het aansluitende onderdeel bevinden. Hoeksteunen kunnen worden verstijfd en met bouten of lasverbindingen aan het hoofdonderdeel en de aansluitende onderdelen worden bevestigd.

Ravelen

Als u de verbinding naar het lijf van het hoofdonderdeel maakt, kan de aansluitende ligger worden gefit aan het lijf en door de flenzen van het hoofdonderdeel worden geraveeld.

Optie

Beschrijving

Standaard

Gefit en geraveeld

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Gefit en geraveeld

Het aansluitende onderdeel is gefit en geraveeld.

Gefit

Het aansluitende onderdeel is gefit maar niet geraveeld.

Geraveeld

Het aansluitende onderdeel is geraveeld maar niet gefit.

Geen

Het aansluitende onderdeel is niet gefit of geraveeld.

Seat position

Optie

Beschrijving

Standaard

Onderzijde

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Bovenzijde

Hiermee maakt u een hoeksteun boven op het aansluitende onderdeel.

Onderzijde

Hiermee maakt u een hoeksteun onderaan het aansluitende onderdeel.

Beide

Hiermee maakt u twee hoeksteunen: een bovenop en een onderaan het aansluitende onderdeel.

Hoeksteun bouten of lassen

De hoeksteun wordt geplaatst aan de boven- of onderzijde van het aansluitende onderdeel.

Optie voor bovenste hoeksteun

Optie voor onderste hoeksteun

Beschrijving

Standaard

Met bouten

Hoeksteun wordt gebout aan het hoofdonderdeel en het aansluitende onderdeel.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Met bouten

Hoeksteun wordt gebout aan het hoofdonderdeel en het aansluitende onderdeel.

Gelast - gebout

De hoeksteun wordt gelast aan het hoofdonderdeel en gebout aan het aansluitende onderdeel.

Gebout - gelast

De hoeksteun wordt gebout aan het hoofdonderdeel en gelast aan het aansluitende onderdeel.

Gelast

De hoeksteun wordt aan het hoofdonderdeel en het aansluitende onderdeel gelast.

Offset van hoeksteun

Beschrijving

1

Horizontale offset van de hoeksteun vanaf de hartlijn van het hoofdonderdeel.

Rotatie van de hoeksteun

Optie

Beschrijving

Standaard

Hoeksteun wordt niet geroteerd.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Hoeksteun wordt niet geroteerd.

Hoeksteun wordt 90 graden horizontaal gedraaid.

Als u de geroteerde hoek wilt verstijven, selecteert u de optie Midden in de lijst Positie van het middelste schotje.

Er wordt een onderplaat in plaats van het hoekprofiel als bevestiging gebruikt.

Richting van de hoeksteun

Optie

Beschrijving

Standaard

De lange zijde van de hoeksteun wordt verbonden met het aansluitende onderdeel.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

De lange zijde van de hoeksteun wordt verbonden met het aansluitende onderdeel.

De lange zijde van de hoeksteun wordt met het hoofdonderdeel verbonden.

Automatisch

De lange zijde van de hoeksteun worden verbonden met het onderdeel waar bouten het verst van de hoek van de hoeksteun reiken.

Type schotje

Optie Optie Beschrijving

Standaard

Rechthoekig schotje

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Rechthoekig schotje

Driehoekig schotje

De vorm van het schotje is afhankelijk van de lijn waarmee de uiteinden van de zijden van de hoeksteun verbonden zijn.

Positie van zijschotje

Optie

Beschrijving

Standaard

Er worden geen zijschotjes gemaakt.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Er worden geen zijschotjes gemaakt.

Schotjes aan de linkerzijde zijn gemaakt.

Schotjes aan de rechterzijde zijn gemaakt.

Er worden zijschotjes aan de linker- en rechterzijde gemaakt.

Positie van het middelste schotje

Optie

Beschrijving

Standaard

Volgens bouten

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Er wordt geen tussenschotje gemaakt.

Tussenschotjes

Het schotje wordt in het midden van de hoeksteun geplaatst.

Voer het aantal tussenschotjes in het vak Aantal tussenschotjes in.

Meerdere schotjes worden gecentreerd en gelijkmatig verdeeld.

Volgens bouten

Het schotje wordt tussen de bouten in het midden van de boutafstand geplaatst.

Standaard wordt er een schotje gemaakt tussen elke twee bouten.

Voer in het vak onder de optie Op basis van bouten het aantal tussenschotjes in.

Afwerkingsmaatlijnen

Beschrijving

Standaard

1

Horizontale afmeting van de afwerking van het schotje.

Is gelijk aan de afronding van het hoekprofiel.

2

Verticale maatlijn van de afwerking van het schotje.

Is gelijk aan de afronding van het hoekprofiel.

3

Verticale afmeting van de snijlijn van het schotje.

4

Horizontale afmeting van de snijlijn van het schotje.

Type afwerking

Optie

Beschrijving

Standaard

Geen afwerking

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Geen afwerking

Lijnvormige afwerking

Bolvormige afwerking

Holvormige afwerking

Tabblad Bouten HO

Gebruik het tabblad Bouten HO om de eigenschappen van de bouten die de hoekstaal met het hoofdonderdeel verbinden te definiëren.

Beschrijving

1

Maatlijn voor de horizontale positie van de boutgroep.

De maatlijn wordt gedefinieerd vanaf de middellijn van de aansluitende ligger.

2

Randafstand bouten.

De randafstand is de afstand van het hart van een bout tot de rand van het onderdeel.

3

Aantal bouten.

4

Boutafstand.

Gebruik een spatie als scheidingsteken tussen de waarden voor de boutafstand. Voer een waarde in voor elke afstand tussen de bouten. Voer bijvoorbeeld twee waarden in als er drie bouten in zitten.

5

Maatlijn voor de verticale positie van de boutgroep.

De maatlijn wordt gedefinieerd vanaf de onderzijde van de aansluitende ligger.

6

Definieer welke bouten uit de boutgroep worden verwijderd.

Voer de boutnummers in van de bouten die moeten worden verwijderd en scheid de nummers met een spatie. Boutnummers lopen van links naar rechts en van boven naar beneden.

Basiseigenschappen van bouten

Optie

Beschrijving

Standaard

Boutdiameter

Boutdiameter.

Beschikbare diameters worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd.

Boutnorm

De boutnorm die in de component moet worden gebruikt.

Beschikbare normen worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd.

Tolerantie

De ruimte tussen de bout en het gat.

Draad in mat

Hiermee definieert u of de draad van de bout zich in de geboute onderdelen kan bevinden.

Deze optie heeft geen effect wanneer er bouten met volledige draad worden gebruikt.

Ja

Montage/werkplaats

Locatie waar de bouten moeten worden bevestigd.

Montage

Sleufgaten

U kunt sleufgaten, oversized gaten of tapgaten definiëren.

Optie

Beschrijving

Standaard

1

Verticale maat van sleufgat.

0 heeft een rond gat als resultaat.

2

Horizontale maat van sleufgat of speling van oversized gaten.

0 heeft een rond gat als resultaat.

Gattype

Met Sleufgat maakt u sleufgaten.

Oversized maakt oversized gaten.

Geen gat maakt geen gaten.

Tapgat maakt tapgaten.

Roteer sleufgaten

Als het type gat Sleufgat is, worden de sleufgaten met deze optie gedraaid.

Sleufgat in

Onderde(el)(len) waarin sleufgaten worden gemaakt. De opties zijn afhankelijk van de betreffende component.

Boutsamenstelling

Met de selectievakjes wordt gedefinieerd welke componentobjecten (bout, ringen en moeren) in de samenstelling van de bout worden gebruikt.

Als u alleen een gat wilt maken, moet u alle selectievakjes uitschakelen.

Als u de boutsamenstelling van een bestaande component wilt aanpassen, schakelt u het selectievakje Effect bij wijzigen in en klikt u op Wijzigen.

Extra boutlengte

Definieer hoeveel de bout langer moet worden. Gebruik deze optie bijvoorbeeld wanneer diverse verflagen een langere boutlengte vereisen.

Zigzagsgewijze plaatsing van bouten

Optie

Beschrijving

Standaard

Niet zigzagsgewijs

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Niet zigzagsgewijs

Zigzagtype 1

Zigzagtype 2

Zigzagtype 3

Zigzagtype 4

Tabblad Bouten AO

Gebruik het tabblad Bouten AO om de eigenschappen van de bouten die de hoekstaal met het aansluitende onderdeel verbinden te definiëren.

Beschrijving

1

Maatlijn voor de verticale positie van de boutgroep.

De maatlijn wordt gedefinieerd vanaf de middellijn van de aansluitende ligger.

2

Randafstand bouten.

De randafstand is de afstand van het hart van een bout tot de rand van het onderdeel.

3

Aantal bouten.

4

Boutafstand.

Gebruik een spatie als scheidingsteken tussen de waarden voor de boutafstand. Voer een waarde in voor elke afstand tussen de bouten. Voer bijvoorbeeld twee waarden in als er drie bouten in zitten.

5

Maatlijn voor de horizontale positie van de boutgroep.

De maatlijn wordt gedefinieerd vanaf de onderzijde van de aansluitende ligger.

6

Definieer welke bouten uit de boutgroep worden verwijderd.

Voer de boutnummers in van de bouten die moeten worden verwijderd en scheid de nummers met een spatie. Boutnummers lopen van links naar rechts en van boven naar beneden.

Basiseigenschappen van bouten

Optie

Beschrijving

Standaard

Boutdiameter

Boutdiameter.

Beschikbare diameters worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd.

Boutnorm

De boutnorm die in de component moet worden gebruikt.

Beschikbare normen worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd.

Tolerantie

De ruimte tussen de bout en het gat.

Draad in mat

Hiermee definieert u of de draad van de bout zich in de geboute onderdelen kan bevinden.

Deze optie heeft geen effect wanneer er bouten met volledige draad worden gebruikt.

Ja

Montage/werkplaats

Locatie waar de bouten moeten worden bevestigd.

Montage

Sleufgaten

U kunt sleufgaten, oversized gaten of tapgaten definiëren.

Optie

Beschrijving

Standaard

1

Verticale maat van sleufgat.

0 heeft een rond gat als resultaat.

2

Horizontale maat van sleufgat of speling van oversized gaten.

0 heeft een rond gat als resultaat.

Gattype

Met Sleufgat maakt u sleufgaten.

Oversized maakt oversized gaten.

Geen gat maakt geen gaten.

Tapgat maakt tapgaten.

Roteer sleufgaten

Als het type gat Sleufgat is, worden de sleufgaten met deze optie gedraaid.

Sleufgat in

Onderde(el)(len) waarin sleufgaten worden gemaakt. De opties zijn afhankelijk van de betreffende component.

Zigzagsgewijze plaatsing van bouten

Optie

Beschrijving

Standaard

Niet zigzagsgewijs

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Niet zigzagsgewijs

Zigzagtype 1

Zigzagtype 2

Zigzagtype 3

Zigzagtype 4

Bouten AO onder

Gebruik het tabblad Bouten AO onder om de eigenschappen van de bouten waarmee de onderste hoeksteun aan het aansluitende onderdeel wordt verbonden te definiëren.

Afmetingen boutgroep aansluitend onderdeel

Beschrijving

1

Horizontale positie van de boutgroep vanaf het uiteinde van de aansluitende ligger.

2

Randafstand bouten.

3

Aantal bouten.

4

H.o.h.-afstand. Gebruik een spatie als scheidingsteken tussen de waarden voor de h.o.h.-afstand. Voer een waarde in voor elke afstand tussen de bouten. Voer bijvoorbeeld twee waarden in als er drie bouten zijn.

5

Positie verticale boutgroep. Referentiepunt is vanaf de onderzijde van de aansluitende ligger.

6

Hiermee verwijdert u bouten uit de boutgroep. Voer de boutnummers in van de bouten die u wilt verwijderen, gescheiden door een spatie. Boutnummers worden van links naar rechts en van boven naar beneden geschreven.

Basiseigenschappen van bouten

Optie

Beschrijving

Standaard

Boutdiameter

Boutdiameter.

Beschikbare diameters worden gedefinieerd in de boutsamenstellingendatabase.

joints.def: GENERAL / boltdia

16 mm (0,75”)

Boutnorm

De boutnorm die moet worden gebruikt in de component.

Beschikbare normen worden gedefinieerd in de boutsamenstellingendatabase.

Tolerantie

De ruimte tussen de bout en het gat.

Draad in net

Hiermee legt u vast of er zich op de bouten schroefdraad mag bevinden ter plaatse van de inklemming van de onderdelen. Dit heeft geen invloed op bouten met doorlopende draad.

Ja

Montage/werkplaats

Locatie waar de bouten moeten worden bevestigd.

Montage

Sleufgaten

U kunt sleufgaten, oversized gaten of schroefgaten definiëren met de volgende opties.

Optie

Beschrijving

Standaard

1

X-afmeting sleufgat of tolerantie van oversized gaten.

0, heeft een rond gat als resultaat.

2

Y-afmeting sleufgat.

0, heeft een rond gat als resultaat.

Type gat

Sleufgat maakt sleufgaten.

Oversized maakt oversized gaten of schroefgaten.

Sleufgaten roteren

Als het type gat Sleufgat is, worden met deze optie de sleufgaten gedraaid.

Sleufgaten in

Onderdeel of onderdelen waarin sleufgaten worden gemaakt. Welke opties worden aangeboden, is afhankelijk van het onderdeel.

Zigzagsgewijze plaatsing van bouten

Optie

Beschrijving

Niet zigzag

Zigzag type 1

Zigzag type 2

Zigzag type 3

Zigzag type 4

Tabblad Raveling

Gebruik het tabblad Raveling om automatisch ravelingen voor de aansluitende liggers te maken en de eigenschappen van de raveling te definiëren. Het tabblad Raveling bestaat uit twee delen: automatische eigenschappen (bovenste deel) en handmatige eigenschappen (onderste deel). Automatische en handmatige ravelingeigenschappen werken onafhankelijk van elkaar.

Automatische raveling

Automatische raveling heeft betrekking op de boven- en onderflens.

Vorm van de raveling

Automatische raveling wordt ingeschakeld zodra u een vorm van raveling hebt geselecteerd.

Optie

Beschrijving

Standaard

Hiermee maakt u ravelingen op de aansluitende ligger.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Hiermee maakt u ravelingen op de aansluitende ligger. De uitsparingen staan haaks op het hoofdliggerlijf.

Hiermee maakt u ravelingen op de aansluitende ligger. De uitsparingen staan haaks op het lijf van de aansluitende ligger.

Hiermee maakt u ravelingen op de aansluitende ligger. De verticale zijde van de uitsparing staat haaks op de hoofdligger en de horizontale zijde staat haaks op de aansluitende ligger.

Hiermee schakelt u de automatische raveling uit.

Grootte van de raveling

Optie

Beschrijving

Standaard

De grootte van de raveling wordt gemeten vanaf de rand van de flens van de hoofdligger en vanaf de onderkant van de bovenflens van de hoofdligger.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

De grootte van de raveling wordt gemeten vanaf de rand van de flens van de hoofdligger en vanaf de onderkant van de bovenflens van de hoofdligger.

De grootte van de raveling wordt gemeten vanaf de hartlijn van de hoofdligger en vanaf de bovenflens van de hoofdligger.

Voer de horizontale en verticale waarden in voor de uitsparingen.

Vorm van de uitsparing in de flens

Optie

Beschrijving

Standaard

De flens van de aansluitende ligger wordt parallel aan de hoofdligger gesneden.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

De flens van de aansluitende ligger wordt parallel aan de hoofdligger gesneden.

De flens van aansluitende ligger wordt haaks gesneden.

Afronding van de afmeting van de raveling

Gebruik de opties voor de afronding van de ravelingafmeting om te definiëren of de maten naar boven worden afgerond. Zelfs als afronding van de afmeting is ingeschakeld, wordt de afmeting alleen afgerond als dit nodig is.

Optie

Beschrijving

Standaard

De afmeting van de raveling wordt niet afgerond.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

De afmeting van de raveling wordt niet afgerond.

De afmeting van de raveling wordt afgerond.

Voer de horizontale en verticale waarden in voor de afronding.

De afmetingen worden naar boven afgerond op het eerstvolgende veelvoud van de opgegeven waarde. Als de eigenlijke maat 51 is en u een afronding van 10 invoert, wordt de afmeting naar boven afgerond op 60.

Positie van de raveling

Optie

Beschrijving

Standaard

Hiermee maakt u de uitsparing onder de flens van de hoofdligger.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Hiermee maakt u de uitsparing onder de flens van de hoofdligger.

Hiermee maakt u de uitsparing boven de flens van de hoofdligger.

Afwerking van de raveling

Optie

Beschrijving

Standaard

De raveling wordt niet afgewerkt.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

De raveling wordt niet afgewerkt.

Hiermee maakt u een raveling met een lijnvormige afwerking.

De raveling wordt afgeschuind aan de hand van de ingevoerde radius.

Voer de radius voor de afwerking in.

Handmatige raveling

Gebruik handmatige raveling wanneer een onderdeel dat niet bij de verbinding hoort een conflict veroorzaakt met de aansluitende ligger. Als u handmatige raveling gebruikt, worden uitsparingen gemaakt op basis van de ingevoerde waarden in de velden van het tabblad Raveling. U kunt verschillende waarden gebruiken voor de boven- en onderflens.

Zijde van de raveling in de flens

De zijde van de raveling in de flens definieert aan welke zijde van de ligger de raveling wordt gemaakt.

Optie

Beschrijving

Standaard

Hiermee maakt u een raveling aan beide zijden van de flens.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Automatisch

Hiermee maakt u een raveling aan beide zijden van de flens.

Hiermee maakt u een raveling aan beide zijden van de flens.

Hiermee maakt u een raveling aan de voorzijde van de flens.

Hiermee maakt u een raveling aan de achterzijde van de flens.

Vormen van de raveling in de flens

De vorm van de raveling in de flens definieert de vorm van de raveling in de liggerflens.

Optie

Beschrijving

Standaard

De hele flens van de aansluitende ligger wordt zo ver uitgesneden als u hebt gedefinieerd.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Automatisch

De hele flens van de aansluitende ligger wordt zo ver uitgesneden als u hebt gedefinieerd. De standaarddiepte voor de raveling is twee keer de dikte van de aansluitende flens. De uitsparing is altijd net zo groot als de totale breedte van de aansluitende flens.

Hiermee maakt u een raveling in de flens.

Als u geen horizontale maat opgeeft, wordt er een raveling van 45 graden gemaakt.

Hiermee maakt u uitsparingen in de flens op basis van standaardwaarden, tenzij u waarden opgeeft in de velden 1en 2.

De flens wordt niet uitgesneden.

Hiermee maakt u uitsparingen in de flens op basis van de waarde in het veld 1 zodat deze gelijk loopt met het lijf.

Hiermee maakt u uitsparingen in de flens op basis van de waarde in de velden 1 en 2.

Diepte van de raveling in de flens

Optie

Beschrijving

Standaard

Diepte van de raveling in de flens.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Diepte van de raveling in de flens.

Diepte van de raveling in de flens op basis van een maat vanaf de hartlijn van het lijf van de aansluitende ligger tot de rand van de raveling.

Voer de waarde in voor de diepte van de raveling in de flens.

Afmeting van de uitsnijding

Beschrijving

Standaard

1

Afmetingen voor de horizontale flensuitsnijdingen.

10 mm

2

Afmetingen voor de verticale flensuitsnijdingen.

De opening tussen de rand van de raveling en de flens van de ligger is gelijk aan de afronding van het hoofdonderdeel. De hoogte van de raveling wordt naar boven afgerond op 5 mm.

Tabblad Schotjes

Gebruik het tabblad Schotjes om de eigenschappen van de schotjes aan de linker- en rechterzijde te definiëren die in het lijf van het aansluitende onderdeel worden gemaakt.

Optie Beschrijving

Schotje achter

Schotje voor

Dikte, breedte en hoogte van schotje.

Optie

Beschrijving

Standaard

Pos.nr.

Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel.

Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren.

Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Materiaal

Materiaalkwaliteit.

Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Naam

De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven.

Afwerkingsmaatlijnen

Beschrijving

Standaard

1

De verticale maatlijn van de afwerking.

10 mm

2

De horizontale maatlijn van de afwerking.

10 mm

Type afwerking

Optie

Beschrijving

Standaard.

Lijnvormige afwerking

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Geen afwerking

Lijnvormige afwerking

Bolvormige afwerking

Holvormige afwerking

Schotjes maken

Optie

Beschrijving

Standaard

Schotjes zijn niet gemaakt.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Schotjes zijn niet gemaakt.

Er worden schotjes gemaakt.

Positie van schotje

Beschrijving

1

Randafstand van het schotje vanaf het schotje van het hoofdonderdeel.

Tabblad Algemeen

Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:

Tabblad Algemeen

Tabblad Berekening

Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:

Tabblad Berekening

Lassen

Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:

Lassen maken

Was dit nuttig?
Vorige
Volgende