CAD

Tekla Structures
Aangepast: 11 dec 2023
2024
Tekla Structures

CAD

De import- en exporttools van CAD ondersteunen diverse indelingen om modellen te importeren en exporteren. U kunt maximaal 10.000 onderdelen importeren. Als het aantal onderdelen dit overschrijdt, geeft Tekla Structures een waarschuwing weer en wordt het model niet geïmporteerd.

CAD-import- en exportindelingen

De tabel hieronder geeft de ondersteunde typen import- en exportbestand weer.

Tabel 1.
Optie Importeren Exporteren Importeert vanuit/exporteert naar

SDNF

SDNF (Steel Detailing Neutral File) wordt gebruikt bij het importeren en exporteren van verschillende CAD-systemen.

HLI

HLI (High Level Interface). IEZ AG Speedikon-software

Plantview

Plantview-ontwerpsysteem

SDNF (PDMS)

Plant Design Management System. Aveva 3D-software voor het ontwerpen van fabrieken.

De gegevens worden als PDMS geëxporteerd via een SDNF-link. Tekla Structures schrijft de gegevens van het afwerkingsveld in het attribuut van de onderdeelklasse, terwijl bij SDNF-export de klassegegevens worden weggelaten.

XML

ArchiCAD-modelleersysteem.

De export is aan enkele beperkingen gebonden:

  • Conversiebestanden worden niet gebruikt.

  • Gaten, bouten en lassen worden niet geëxporteerd.

Behalve de CAD-import tool is ook FEM-import beschikbaar in het dialoogvenster Nieuw importmodel. De stappen voor de FEM-import zijn hetzelfde als voor de CAD-import.

Een CAD-model importeren

  1. Klik in het menu Bestand op Importeren > CAD.

    Het dialoogvenster Importeer modellen wordt weergegeven.

  2. Selecteer het importtype CAD Import.
  3. Klik op Nieuw en voer een nieuwe naam in voor het importbestand in het dialoogvenster Nieuw importmodel.
  4. Klik in het dialoogvenster Nieuw importmodel op de knop Eigenschappen... om de importinstellingen te definiëren die afhankelijk zijn van het geselecteerde importtype.

    Raadpleeg voor meer informatie over de specifieke instellingen van het importtype de instellingen en hun beschrijvingen in de onderstaande gedeelten.

  5. Klik op OK om de gewijzigde eigenschappen toe te passen.
  6. Klik in het dialoogvenster Nieuw importmodel op OK.
  7. Selecteer de importmodelnaam in de lijst en klik op Importeren.
  8. Selecteer in het dialoogvenster Importeer modellen welke versie van de onderdelen moeten worden geïmporteerd.
  9. Klik op Alles accepteren.

    De optie Alles accepteren wordt over het algemeen bij het importeren van een nieuw model over een bestaande gebruikt. Als u het model hebt gewijzigd en het opnieuw wilt importeren, kunt u ook alle wijzigingen weigeren door op Weiger alles te klikken of individuele wijzigingen te accepteren of te weigeren door op Selecteer individueel... te klikken.

  10. Tekla Structures geeft het bericht Wilt u het geïmporteerde model bewaren voor latere import? Klik op Ja.

    Tekla Structures voegt het importmodel toe in het modelvenster.

  11. Klik met de rechtermuisknop op het modelvenster en selecteer Pas het werkgebied aan het hele model aan om ervoor te zorgen dat het geïmporteerde model volledig zichtbaar is.
  12. Als er onderdelen ontbreken, controleert u de waarden Diepte boven en Diepte onder in het dialoogvenster Aanzichteigenschappen en wijzigt u deze indien nodig.
Opmerking:

Als u bij een SDNF-import informatie wilt importeren die ontbreekt in onderdelen van Tekla Structures, dan kunt u gebruikmaken van de SDNF-verlenglijn in het te importeren SDNF-bestand en het REVISION_NUMBER gebruikersattribuut in Tekla Structures.

Zie SDNF voor meer informatie over de uitwisselbaarheid van SDNF.

Instellingen van de CAD-import

Instelling Beschrijving

Tabblad Conversie

Profielconversiebestand

Materiaalconversiebestand

Dubbel profiel conversie bestand

Definieer de conversiebestanden die u wilt gebruiken. De maximale lengte van het conversiebestandspad is 255 tekens.

Conversiebestanden wijzen profiel- en materiaalnamen van Tekla Structures toe aan namen die worden gebruikt in andere software.

Raadpleeg Conversiebestanden voor meer informatie over conversiebestanden.

Tabblad Parameters

Invoer bestand

Het bestand dat u wilt importeren. U kunt ook naar het bestand bladeren. De standaardwaarde is import.lis.

De maximale lengte van het mappad is 255 tekens.

Type

Definieer het invoerbestand of het modeltype:

SDNF, HLI, Plantview, SDNF (PDMS), XML

Oorsprong X, Oorsprong Y, Oorsprong Z

Definieer de oorsprongcoördinaten om het bestand in een specifieke locatie te plaatsen.

Tabblad SDNF

Pos. nr.

Voer een prefix en een beginpositienummer voor onderdelen in.

Deze instellingen hebben betrekking op de instelling Type posnummer.

SDNF versie nummer

Stel het SDNF-indelingstype in op 2.0 of 3.0.

SDNF 3.0 is over het algemeen de te selecteren indeling. Met StruCAD is het echter beter om SDNF 2.0-bestanden te delen.

Fittingen en zaagsnedes meenemen

Stel in op Ja (standaard) om uitsnijdingen en fittingen in de import toe te passen.

Deze worden alleen opgenomen als ze zich in het SDNF-bestand bevinden.

Offsets meenemen

Stel in op Ja om de offset te maken. In de meeste gevallen moet u Ja selecteren. Nee(standaard) positioneert maakpunten van het onderdeel op de eindpunten van het onderdeel.

In de meeste gevallen moet u Ja selecteren. Nee(standaard) positioneert maakpunten van het onderdeel op de eindpunten van het onderdeel.

Maak logbestand

Selecteer Maken om elke keer wanneer u het model importeert een nieuw logboekbestand te schrijven en het vorige logboekbestand te verwijderen.

Als de import mislukt, kunt u in het logboekbestand de reden onderzoeken. Controleer het logboekbestand zelfs als de import geslaagd lijkt te zijn.

Selecteer Toevoegen (standaard) om de logboekbestandgegevens aan het einde van het bestaande logboekbestand toe te voegen.

Als geen logboekbestand nodig hebt, selecteert u Nee.

Logbestand weergeven

Selecteer Met externe viewer om het logboekbestand in een teksteditor weer te geven.

Selecteer In dialoogvenster om een aparte lijstdialoogvenster te maken waarin het bestand alleen kan worden weergegeven.

Als u het bestand niet wilt weergeven, selecteert u Nee.

Naam logbestand

Voer de naam van het logboekbestand in of blader naar een bestaand logboekbestand.

Type posnummer

Het SDNF-bestand bevat identificeerders die in de gebruikersattributen van een onderdeel kunnen worden opgenomen of als onderdeelpositienummers worden gebruikt.

Selecteer Posnummer als u wilt dat de identificeerder het positienummer van het onderdeel wordt. Gebruik niet de optie Pos. nr. met deze optie.

Selecteer Universele ID nummers als u wilt dat de identificeerder een gebruikersattribuut voor het onderdeel wordt.

Voor bestandsimports van PDS of PDMS is de optie Universele ID de normale situatie.

Als u gebruikersattributen in de dialoogvensters zichtbaar wilt maken, moet u deze aan het bestand objects.inp toevoegen.

Tabblad Plantview

Materiaal

Selecteer de materiaalkwaliteit.

Tabblad Lijst

Lijst maken

Stel in op Ja om een lijst te maken.

Lijst bekijken

Stel in op Ja om de lijst weer te geven.

Lijsttemplate

Selecteer de lijsttemplate.

Lijstbestandnaam

Voer de lijstbestandsnaam in of blader naar een lijstbestand.

Als u de lijst geen andere naam geeft, wordt de lijst met de naam import_revision_report.rpt opgeslagen in de modelmap.

Tabblad Geavanceerd

Actie wanneer objects status is (vergeleken met)

Vorige plan geeft de objecten in uw model vergeleken met de objecten in het te importeren bestand weer. Ze kunnen Nieuw, Gewijzigd, Verwijderd of Gelijk zijn.

Tekla Structures vergelijkt de staat van de geïmporteerde objecten met die van de objecten in uw model. Ze kunnen Niet in model, Verschillend of Gelijk.

Gebruik de opties onder Niet in model, Verschillend en Gelijk om de acties op te geven wanneer u gewijzigde objecten importeert. De opties zijn Geen actie, Kopiëren, Wijzigen of Verwijderen.

Er is meestal geen noodzaak om de standaards te wijzigen.

Instellingen van de FEM-import

Instelling Beschrijving

Tabblad Conversie

Profielconversiebestand

Materiaalconversiebestand

Dubbel profiel conversie bestand

Definieer de conversiebestanden die u wilt gebruiken.

Conversiebestanden wijzen profiel- en materiaalnamen van Tekla Structures toe aan namen die worden gebruikt in andere software.

Raadpleeg Conversiebestanden voor meer informatie over conversiebestanden.

Tabblad Onderdelen

Onderdeel Pos. nr.

Merk Pos. nr.

Voer een prefix en een beginpositienummer in.

Tabblad Parameters

Invoer bestand

De naam van het bestand dat u wilt importeren. U kunt ook naar het bestand bladeren.

Type

Selecteer het type invoerbestand: DSTV, SACS, Monorail, Staad, Stan 3d, Bus

Oorsprong X, Oorsprong Y, Oorsprong Z

Definieer de oorsprongcoördinaten om het bestand in een specifieke locatie te plaatsen.

Standaard vloeigrens limiet

Standaard materiaal als vloeigrens groter (of gelijk) is dan limiet

Standaard materiaal als vloeigrens kleiner is dan limiet

De instelling Standaard materiaal als vloeigrens kleiner is dan limiet wordt voor het SACS-importbestand gebruikt. Definieer het materiaal dat moet worden gebruikt als de vloeigrens kleiner is dan de limiet.

De instelling Standaard materiaal als vloeigrens groter (of gelijk) is dan limiet wordt gebruikt voor SACS- of DSTV-importbestanden. Voor SACS definieert dit veld het materiaal dat moet worden gebruikt als de vloeigrens groter dan of gelijk aan de limiet is. Voor DSTV kunt u de materiaalkwaliteit hier invoeren als deze niet in het importbestand is opgenomen.

Combineer onderdelen

Max te combineren lengte

Stel Combineer onderdelen in op Ja om diverse elementen in het CIS-model in Tekla Structures te combineren tot één onderdeel.

Als bijvoorbeeld een ligger in een bestand bestaat uit meer dan één element en u Ja selecteert, dan worden de elementen in het Tekla Structures-model gecombineerd tot één ligger.

Als u de waarde Nee gebruikt, dan maakt Tekla Structures een ligger voor elk element in het FEM-model.

Max te combineren lengte wordt alleen toegepast als u Combineer onderdelen op Ja instelt. Gebruik deze instelling om de maximumlengte te definiëren voor het combineren van onderdelen. Tekla Structures combineert elementen alleen tot één onderdeel als hun gezamenlijke lengte minder is dan de waarde die u hier invoert.

Tabblad Staad

Materiaal

Selecteer de materiaalkwaliteit.

Tabblad Lijst

Lijst maken

Stel in op Ja om een lijst te maken.

Lijst bekijken

Stel in op Ja om de lijst weer te geven.

Lijsttemplate

Selecteer de lijsttemplate. U kunt ook naar de template bladeren.

Lijstbestandnaam

Voer de lijstbestandsnaam in of blader naar een lijstbestand.

Als u de lijst geen andere naam geeft, wordt de lijst met de naam import_revision_report.rpt opgeslagen in de modelmap.

Tabblad DSTV

Versie

Selecteer de DSTV-versie.

Importeer statische elementen

Import overige elementen

Als het te importeren DSTV-bestand een statisch model en een CAD-model bevat, kunt u kiezen welke u wilt importeren.

Als u Ja antwoordt, importeert Importeer statische elementen het statische model.

Als u Ja antwoordt, importeert Import overige elementen het CAD-model.

Tabblad Stan 3d

Schaal

Geef de schaal van het importmodel op. U kunt Stan 3d importeren zonder de schaal op te geven, zolang het Tekla Structures-model en het importmodel in millimeters zijn. Als het Stan 3d-bestand in millimeters is, gebruikt u de schaal 1. Als het Stan 3d-bestand in meters is, gebruikt u de schaal 1000.

Materiaal

Voer het materiaal voor de te importeren onderdelen in.

Tabblad Bus

Pos. nr.

Geef het Pos. nr. van de kokers, kolommen, windverbanden en consoles aan die u importeert.

Materiaal

Voer het materiaal voor de te importeren onderdelen in.

Naam

Voer de naam van het te importeren onderdeel in.

Klasse

Voer de klasse van het te importeren onderdeel in.

Balken buiten zicht

Met de waarde Ja worden de bovenzijden van alle liggers op vloerniveau uitgelijnd.

Tabblad Geavanceerd

Actie wanneer objects status is (vergeleken met)

Vorige plan geeft de objecten in uw model vergeleken met de objecten in het te importeren bestand weer. Ze kunnen Nieuw, Gewijzigd, Verwijderd of Gelijk zijn.

Tekla Structures vergelijkt de staat van de geïmporteerde objecten met die van de objecten in uw model. Ze kunnen Niet in model, Verschillend of Gelijk.

Gebruik de opties onder Niet in model, Verschillend en Gelijk om de acties op te geven wanneer u gewijzigde objecten importeert. De opties zijn Geen actie, Kopiëren, Wijzigen of Verwijderen.

Er is meestal geen noodzaak om de standaards te wijzigen.

Een CAD-model opnieuw importeren

Soms hebt u al een model geïmporteerd, maar door enkele wijzigingen moet u het opnieuw importeren.

De profiel- en materiaalconversiebestanden moeten dezelfde zijn als gedefinieerd in de oorspronkelijke modelimport.

De volgende instructies zijn ook van toepassing op CIMSteel (CIS/2)-modellen.

  1. Open Tekla Structures en een model waarin u al een bestaand CAD-model hebt geïmporteerd.
  2. Klik in het menu Bestand op Importeren > CAD.
  3. Selecteer het importtype in de lijst Type.

    Dit geldt bij CAD-modellen meestal alleen voor bestanden met een SDNF-indeling.

  4. Voer in het vak Naam een nieuwe naam voor het geïmporteerde model in.

    De naam van het pad en het bestand mag in totaal niet langer zijn dan 80 tekens. Als het totale pad te lang is, wordt er een melding weergegeven waarin staat 'Bestandnaam en pad zijn te lang. Plaats het bestand in een andere map.'. Als u dezelfde naam gebruikt als bij de oorspronkelijke import, dan geeft Tekla Structures de waarschuwing 'Ongeldige naam voor importmodel' weer.

  5. Klik op de knop Eigenschappen... en zorg ervoor dat de conversiebestanden voor het profielmateriaal op het tabblad Conversie dezelfde zijn als die in de oorspronkelijke modelimport.
  6. Ga naar het tabblad Geavanceerd en definieer de acties die Tekla Structures neemt bij het importeren van gewijzigde objecten:
    • De linkerkolom Vorige plan geeft de staat van de objecten in uw model weer vergeleken met de staat van objecten in het te importeren bestand. Ze kunnen Nieuw, Gewijzigd, Verwijderd of Gelijk zijn.

    • De objecten kunnen Niet in model, Verschillend of Gelijk zijn.

    • Gebruik de keuzelijsten in de rijen onder Niet in model, Verschillend of Gelijk om op te geven welke acties moeten worden uitgevoerd wanneer u gewijzigde objecten importeert. De opties zijn Geen actie, Kopiëren, Wijzigen of Verwijderen.

      U kunt Verwijderen alleen selecteren voor objecten die Verwijderd zijn. U kunt alleen Verwijderen gebruiken om objecten te verwijderen die uit uw model zijn verwijderd, niet uit het geïmporteerde model.

    • Standaardinstellingen worden normaal gesproken door de meeste gebruikers gebruikt.

  7. Klik op OK of Toepassen.
  8. Klik op Importeren in het dialoogvenster Importeer modellen om het bijgewerkte model te importeren.
  9. Maak lijsten op het tabblad Lijst om de diverse imports te vergelijken.

Een CAD-model exporteren

U kunt een CAD-model in meerdere indelingen exporteren.

Note:

Voordat u een SDNF-export start, moet u controleren of de variabele XS_​SDNF_​CONVERT_​PL_​PROFILE_​TO_​PLATE niet is ingesteld in de categorie Exporteren van het dialoogvenster Variabelen.

  1. Open een Tekla Structures-model.
  2. Klik in het menu Bestand op Exporteren > CAD.

    Het dialoogvenster CAD Export wordt geopend.

  3. Voer de paden naar de vereiste conversiebestanden op het tabblad Conversie in, voer de parameters op het tabblad Parameters in en definieer afhankelijk van de exportindeling de instellingen op het tabblad SDNF of XML.

    Raadpleeg voor meer informatie over de exportinstellingen het onderstaande gedeelte van de CAD-exportinstellingen.

  4. Selecteer de naar het model te exporteren onderdelen.
  5. Klik op Toepassen en Maak.

    Tekla Structures maakt het exportbestand in uw huidige modelmap.

Exportinstellingen CAD-model

Instelling

Beschrijving

Tabblad Conversie

Profielconversiebestand

Materiaalconversiebestand

Dubbel profiel conversie bestand

Definieer de conversiebestanden die u wilt gebruiken.

Conversiebestanden wijzen profiel- en materiaalnamen van Tekla Structures toe aan namen die worden gebruikt in andere software.

Raadpleeg Conversiebestanden voor meer informatie over conversiebestanden.

Tabblad Parameters

Uitvoerbestand

De bestandsnaam van het geëxporteerde bestand. U kunt ook naar het bestand bladeren.

Type

Selecteer de exportindeling: HLI, SCIA, SDNF, PDMS, SDNF (PDMS), XML

Oorsprong X, Oorsprong Y, Oorsprong Z

Definieer de coördinaten van de oorsprong om het geëxporteerde model op een specifieke locatie te plaatsen.

Tabblad PML: deze indeling wordt niet meer ondersteund
Tabblad SDNF

SDNF versie nummer

Selecteer de SDNF-versie die bij het exporteren moet worden gebruikt.

Gebruik SDNF versie 2.0 met StruCAD.

Fittingen en zaagsnedes meenemen

Als u Ja selecteert (standaard), worden uitsnijdingen en fittingen in de export toegepast.

Type posnummer

Het SDNF-bestand bevat identificeerders die in de gebruikersattributen van een onderdeel of als positienummers kunnen worden opgenomen. U beschikt over de volgende opties:

  • Posnummer

    De identificeerder wordt het positienummer van het onderdeel. Gebruik de velden Onderdeel Pos. nr. niet met deze optie.

  • Merknummer

    De identificeerder wordt het positienummer van het merk.

  • Universele ID nummers

    De identificeerder wordt een gebruikersattribuut voor het onderdeel.

Als u gebruikersattributen zichtbaar wilt maken, moet u deze aan het bestand objects.inp toevoegen.

Offsets meenemen

Als u de offsetrecords tijdens de export wilt negeren, selecteert u Nee en als u er rekening mee wilt houden, selecteert u Ja.

Deze instelling is niet van invloed op de werkelijke start- en eindpuntinformatie, alleen op de offset. Tekla Structures schrijft de begin- en eindpunten op basis van het werkelijke solidobject, niet op de referentielijn.

PDMS fase

Met de PDMS-beginfase wordt de beginfase voor geëxporteerde onderdelen gedefinieerd. Als de eerste fase in het Tekla Structures-model bijvoorbeeld 1 is en u 10 invoert voor de beginfase, dan krijgen de Tekla Structures-onderdelen in andere software de fase van 11 en hoger.

Engineering firma

Voer de naam van het ingenieursbedrijf in.

Klant

Voer de naam van de klant in.

Structuur ID

Voer een uniek identificatienummer voor het geëxporteerde model in.

Project ID

Voer een uniek identificatienummer voor het geëxporteerde project in.

Revisie Nummer

Voer een optioneel revisienummer in. Tekla Structures haalt het revisienummer uit de gebruikersattributen (REVISION_NUMBER) van het model. Als dit veld leeg is, dan gebruikt Tekla Structures een revisienummer uit het dialoogvenster CAD Export (Revisie Nummer).

Issue Code

Tekla Structures schrijft een uitgavecode in het headergedeelte van het uitvoerbestand. Deze waarde moet voor PDMS altijd ´Tekla Structures´ zijn.

Design Code

Definieer de ontwerpcode die in het structurele ontwerp moet worden gebruikt.

Tabblad XML

Eenheden

Geef eenheidsconversies op (MM, M, IN, FT). Voor een Tekla Structures-model dat is gemaakt met millimeters, selecteert u bijvoorbeeld IN om u alle maatvoeringen van onderdelen te converteren naar inches in het uitvoerbestand.

XML structuur ID

Uniek identificatienummer voor het geëxporteerde model. U moet altijd de identificatie-ID invoeren. Tekla Structures gebruikt deze waarde om het model te identificeren als u dit opnieuw exporteert.

XML structuur naam

Unieke naam van het geëxporteerde model.

Was dit nuttig?
Vorige
Volgende