Naar punten snappen door snapknoppen te gebruiken

Tekla Structures
Aangepast: 14 mrt 2024
2024
Tekla Structures

Naar punten snappen door snapknoppen te gebruiken

Gebruik de snapknoppen om te definiëren welke posities u in het model of in de tekening kunt aanwijzen. Door snapknoppen te gebruiken, kunt u objecten precies positioneren zonder de coördinaten te hoeven kennen. U kunt snapknoppen gebruiken wanneer Tekla Structures u vraagt om een punt aan te wijzen.

De werkbalk Snappen bevindt zich standaard aan de onderzijde van het scherm. Klik op de snapknoppen op de werkbalk Snappen om deze in of uit te schakelen. Als er meerdere punten beschikbaar zijn om naar te snappen, bladert u met de Tab-toets vooruit door de snappunten en met de toetscombinatie Shift+Tab terug. Klik met de linkermuisknop om het gewenste punt te selecteren.

(1) Gebruik de snapknoppen om te definiëren welke posities u kunt aanwijzen wanneer u objecten plaatst. Snapknoppen definiëren exacte locaties in objecten, zoals eindpunten, middelpunten en snijpunten.

(2) Gebruik de eerste lijst om de snapdiepte te definiëren.

(3) Gebruik de tweede lijst om tussen het kijkvlak en werkvlak te schakelen.

(4) Gebruik de derde lijst om het vlaktype in te stellen. Het vlaktype definieert welke vlakken u in het model kunt selecteren.

(5) U kunt geselecteerde knoppen van de werkbalk verbergen.

Daarnaast kunt u de snapknoppen definiëren met Snel starten. Begin met het invoeren van de naam van de snapknop (bijvoorbeeld snap) en klik op de naam van de snapknop in de zoekresultatenlijst om de knop in te schakelen.

Snapzone

Elk object beschikt over een snapzone. Deze definieert hoe dichtbij u een positie moet aanwijzen. Wanneer u een selectie maakt binnen het snapgebied van een object, wordt in Tekla Structures automatisch naar het dichtstbijzijnde selecteerbare punt van dat object gesnapt.

U kunt de snapzone instellen met behulp van de variabele XS_​PIXEL_​TOLERANCE.

Snapprioriteit

Als u diverse posities tegelijk aanwijst en raakt, snapt Tekla Structures automatisch naar het punt met de hoogste snapprioriteit. Gebruik snapknoppen om te bepalen welke posities u kunt aanwijzen. Snapknoppen definiëren de snapprioriteit van posities.

Snapdiepte

De eerste lijst op de werkbalk Snappen definieert de diepte van elke positie die u kunt aanwijzen. U beschikt over de volgende opties:

  • Vlak: U kunt naar posities op het kijkvlak of op het werkvlak snappen, afhankelijk van wat u in de tweede lijst in de werkbalk Snappen hebt geselecteerd.

  • Auto: In perspectiefvensters werkt deze optie net als de optie 3D. In niet-perspectiefvensters werkt dit als de optie Vlak.

  • 3D: U kunt naar posities in de gehele 3D-ruimte snappen.

Visuele aanwijzingen bij het snappen

Tekla Structures geeft aan waar u in het model kunt snappen en welke snapknoppen kunnen worden gebruikt om naar bepaalde posities te snappen.

Als u een commando start waarvoor u punten moet aanwijzen en u de muisaanwijzer over objecten beweegt, wordt de muisaanwijzer op een snappunt vergrendeld en geeft Tekla Structures in het model het volgende weer:
  • een snapsymbool

    Het snapsymbool wijzigt volgens het mogelijke snappunt. Tekla Structures markeert automatisch de punten waarheen u kunt snappen.

    Gebruik de snapinstellingen om de snapsymbolen weer te geven of te verbergen.

  • een snaptooltip die de naam van het mogelijke snappunt weergeeft

    Als u snaptooltips wilt weergeven of verbergen, klikt u op Bestand > Instellingen en schakelt u het selectievakje Tooltips snappen in.

  • een turquoise referentielijn of geometrielijn van het object. De turquoise lijn geeft de lijn of de rand weer waartoe het snappunt behoort.

Bijvoorbeeld:

Daarnaast geeft Tekla Structures aan in welke richting de aangewezen punten zich bevinden. Als de tool Orthogonaal is ingeschakeld geeft, Tekla Structures en gekleurde lijn tussen het laatste aangewezen punt en het snappunt weer. De kleur van de cursor en de gekleurde lijn volgen de kleur van de werkvlakas: rood voor x-as, groen voor y-as en blauw voor z-as. Voor elke andere richting is de kleur van de gekleurde lijn en de cursor zwart.

Als algemene vuistregel geldt dat u alleen naar iets kunt snappen dat zichtbaar is.

Als u bijvoorbeeld de renderopties Onderdelen gerenderd of Componenten gerenderd (Ctrl/Shift +4) gebruikt, worden de objectoppervlakken weergegeven en zijn de objecten niet doorzichtig. Dit betekent dat u niet kunt snappen naar de geometrielijnen of referentielijnen van het object die via het object niet kunnen worden bekeken.

De huidige snapknopinstellingen overschrijven

U kunt de huidige snapknopinstellingen tijdelijk overschrijven en alleen de geselecteerde snapknop inschakelen. De geselecteerde snapknop overschrijft de andere snapinstellingen voor het volgende punt dat u aanwijst.

  1. Voer een commando uit waarbij u wordt gevraagd een punt aan te wijzen.

    Begin bijvoorbeeld met het maken van een ligger.

  2. Als u de huidige snapknoppen wilt overschrijven, kunt het volgende doen:
    • Rechtsklik om een lijst met snapopties weer te geven en selecteer vervolgens een van de opties.

    • Klik op Bestand > Instellingen en selecteer in de lijst met werkbalken Werkbalk Tijdelijk snappen.

      Er verschijnt een nieuwe werkbalk. Klik op een knop om de geselecteerde snapknop in te schakelen.

    • Gebruik Snel starten om een knop voor tijdelijk snappen in te schakelen. Voer overschrijven in het vak Snel starten in en selecteer de benodigde overschrijfknop in de lijst met zoekresultaten.

Was dit nuttig?
Vorige
Volgende