Objecteigenschappen instellen door parametrische variabelen te gebruiken
Gebruik parametrische variabelen om basiseigenschappen (zoals naam, materiaal, profiel, positienummer, enzovoort) voor elk object in de gebruikerscomponent in te stellen. De parametrische variabelen krijgen automatisch het prefix P (parameter) die in het dialoogvenster Variabelen wordt weergegeven.
Het volgende voorbeeld geeft weer hoe een variabele moet worden gemaakt waarmee alle lassen in een gebruikerscomponent op een bepaalde grootte worden ingesteld. Na het maken van de variabele kunt u de lasgrootte direct in het dialoogvenster van de gebruikerscomponent wijzigen.