Kolom-ligger 1 (37)
Kolom-ligger 1 (37) verbindt een ligger met een kolomkop met een aan de kolomkop gelaste eindplaat en gebout aan de onderste flens van de aansluitende ligger. De verbinding maakt ook schotjes aan het lijf van het aansluitende onderdeel en de optionele rechthoekige volgplaten.
Gemaakte objecten
-
Eindplaten
-
Schotjes
-
Volgplaten
-
Bouten
-
Lassen
Gebruiken voor
Optie | Beschrijving |
---|---|
Rechthoekige ligger die met een geboute eindplaat met een kolom is verbonden. |
|
Sloped ligger die met een geboute eindplaat met een kolom is verbonden. |
Volgorde van selectie
-
Selecteer het hoofdonderdeel (kolom).
-
Selecteer het aansluitende onderdeel (ligger).
De verbinding wordt automatisch gemaakt als het aansluitend onderdeel wordt geselecteerd.
Onderdeelidentificatiecode
1 |
Eindplaat |
2 |
Schotje |
Tabblad Afbeelding
Gebruik het tabblad Afbeelding om de geometrie van de verbinding te definiëren.
Posities van de eindplaten
Beschrijving | Standaard | |
---|---|---|
1 |
Afstand van de rand van de eindplaat tot de flens van het hoofdonderdeel. |
|
2 |
Afstand van de rand van de eindplaat vanaf de flens van het aansluitende onderdeel. U kunt de grootte van de eindplaat van de kolom instellen in de richting van de as van het aansluitende onderdeel. Bij positieve waarden wordt de rand van de eindplaat naar het midden verplaatst. |
-10 mm |
3 |
Afstand van de rand van de eindplaat tot de flens van het hoofdonderdeel. |
|
4 |
Afstand tussen de eindplaat en het aansluitende onderdeel. |
Maatlijnen van de rand van de eindplaat
Beschrijving | |
---|---|
1 |
Breedte van de eindplaat vanaf de rand van het aansluitende onderdeel |
2 |
Breedte eindplaat vanaf de rand van het hoofdonderdeel |
Tabblad Onderdelen
Gebruik het tabblad Onderdelen om de onderdeeleigenschappen te definiëren.
Platen
Optie | Beschrijving | Standaard |
---|---|---|
Eindplaat 1 |
Dikte van de eindplaat van het hoofdonderdeel. |
De helft van de schroefdiameter De breedte wordt gedefinieerd door de horizontale randafstanden van de boutgroep. De hoogte wordt gedefinieerd door de randafstanden van de plaat vanaf de linker- en rechterrand van de kolom. |
Schotjes |
Dikte, breedte en hoogte van het schotjes. |
De standaardwaarde voor de dikte van het schotje is 1,5*dikte van het liggerlijf van de aansluitende ligger naar boven afgerond op: 8, 10, 12, 16, 20, 25, 30, 35, 40, 45, enzovoort. Als u de breedte niet definieert, wordt de breedte van een schotje gebaseerd op de flensbreedte. De hoogte is gelijk aan de afstand tussen de flenzen van de aansluitende liggers. |
Eindplaat 2 |
Dikte van de eindplaat van het aansluitende onderdeel. |
De grootte van de plaat is gebaseerd op de afmetingen van het aansluitende onderdeel. U kunt de afmetingen op het tabblad Afbeelding definiëren. 1,5* de lijfdikte van de aansluitende ligger naar boven afgerond: 8, 10, 12, 16, 20, 25, 30, 35, 40, 45, enzovoort. |
Volgplaten |
Dikte, breedte en hoogte van de volgplaten. Volgplaten zijn kleine rechthoekige platen die als ringen tussen de boutkop en aansluitende liggerflens worden gebruikt. |
Als u geen waarde voor de dikte invoert, worden de platen niet gemaakt. |
Optie |
Beschrijving |
Standaard |
---|---|---|
Pos.nr. |
Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel. Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren. |
Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu . |
Materiaal |
Materiaalkwaliteit. |
Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu . |
Naam |
De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven. |
Afmetingen ronde eindplaat
Definieer de waarde voor het afronden van de maatlijnen van de eindplaat. Als u bijvoorbeeld 5 invoert, dan worden de maatlijnen van de plaat afgerond op de volgende 5 mm, bijvoorbeeld 38 mm tot 40 mm.
Tabblad Parameters
Gebruik het tabblad Parameters om afmetingen van de afwerking en de positie van het schotje te definiëren.
Positie van schotje
Beschrijving | |
---|---|
1 |
Definieer de offset van het schotje vanaf het lijf van het aansluitende onderdeel. |
2 |
Definieer de offset van het schotje vanaf de flens van het hoofdonderdeel. Schotjes worden standaard op hetzelfde vlak als de kolomflenzen geplaatst. Positieve offsetwaarden verplaatsen schotjes naar rechts en negatieve naar links. |
Hoek van het schotje
Optie | Beschrijving |
---|---|
Standaard Schotjes worden parallel aan de kolomflenzen gemaakt. AutoDefaults kan deze optie wijzigen. |
|
Schotjes worden parallel aan de kolomflenzen gemaakt. |
|
Schotjes worden loodrecht op de flens van de aansluitende ligger gemaakt. |
Grootte van de opening
Definieer de maximale grootte voor de opening tussen de eindplaat en de aansluitende ligger. U gebruikt deze wanneer de ligger licht gebogen of schuin is om te besluiten of de hoek zo klein is dat het uiteinde van de ligger haaks kan zijn.
Als de werkelijke opening kleiner is dan deze waarde, blijft het uiteinde van de ligger recht.
Als de werkelijke opening groter is dan deze waarde, wordt het uiteinde van de ligger gefit ten opzichte van de eindplaat.
Optie | Beschrijving |
---|---|
Afmeting horizontale opening |
|
Afmeting verticale opening |
Afwerkingsgrootte
Beschrijving | |
---|---|
1 |
Horizontale afmeting van de afwerking |
2 |
Verticale afmeting van de afwerking |
Type afwerking
Optie |
Beschrijving |
---|---|
|
Standaard. Lijnvormige afwerking AutoDefaults kan deze optie wijzigen. |
|
Geen afwerking |
|
Lijnvormige afwerking |
|
Bolvormige afwerking |
|
Holvormige afwerking |
Tabblad Bouten
Gebruik het tabblad Bouten om de afmetingen van de boutgroepen en de bouteigenschappen te definiëren.
Afmetingen van de boutgroep
Beschrijving | |
---|---|
1 |
Maatlijn voor de verticale positie van de boutgroep. |
2 |
Selecteer hoe de afmeting voor de verticale positie van de boutgroep moeten worden gemeten.
|
3 |
Randafstand bouten. De randafstand is de afstand van het hart van een bout tot de rand van het onderdeel. |
4 |
Aantal bouten. |
5 |
Boutafstand. Gebruik een spatie als scheidingsteken tussen de waarden voor de boutafstand. Voer een waarde in voor elke afstand tussen de bouten. Voer bijvoorbeeld twee waarden in als er drie bouten in zitten. |
6 |
Maatlijn voor de horizontale positie van de boutgroep. |
7 |
Selecteer hoe de afmetingen voor de horizontale positie van de boutgroep moeten worden gemeten.
|
Basiseigenschappen van bouten
Optie |
Beschrijving |
Standaard |
---|---|---|
Boutdiameter |
Boutdiameter. |
Beschikbare diameters worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd. |
Boutnorm |
De boutnorm die in de component moet worden gebruikt. |
Beschikbare normen worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd. |
Tolerantie |
De ruimte tussen de bout en het gat. |
|
Draad in mat |
Hiermee definieert u of de draad van de bout zich in de geboute onderdelen kan bevinden. Deze optie heeft geen effect wanneer er bouten met volledige draad worden gebruikt. |
Ja |
Montage/werkplaats |
Locatie waar de bouten moeten worden bevestigd. |
Montage |
Sleufgaten
U kunt sleufgaten, oversized gaten of tapgaten definiëren.
Optie |
Beschrijving |
Standaard |
---|---|---|
1 |
Verticale maat van sleufgat. |
0 heeft een rond gat als resultaat. |
2 |
Horizontale maat van sleufgat of speling van oversized gaten. |
0 heeft een rond gat als resultaat. |
Gattype |
Met Sleufgat maakt u sleufgaten. Oversized maakt oversized gaten. Geen gat maakt geen gaten. Tapgat maakt tapgaten. |
|
Roteer sleufgaten |
Als het type gat Sleufgat is, worden de sleufgaten met deze optie gedraaid. |
|
Sleufgat in |
Onderde(el)(len) waarin sleufgaten worden gemaakt. De opties zijn afhankelijk van de betreffende component. |
Boutsamenstelling
Met de selectievakjes wordt gedefinieerd welke componentobjecten (bout, ringen en moeren) in de samenstelling van de bout worden gebruikt.
Als u alleen een gat wilt maken, moet u alle selectievakjes uitschakelen.
Als u de boutsamenstelling van een bestaande component wilt aanpassen, schakelt u het selectievakje Effect bij wijzigen in en klikt u op Wijzigen.
Extra boutlengte
Definieer hoeveel de bout langer moet worden. Gebruik deze optie bijvoorbeeld wanneer diverse verflagen een langere boutlengte vereisen.
Zigzagsgewijze plaatsing van bouten
Optie |
Beschrijving |
---|---|
|
Standaard Niet zigzagsgewijs AutoDefaults kan deze optie wijzigen. |
|
Niet zigzagsgewijs |
|
Zigzagtype 1 |
|
Zigzagtype 2 |
|
Zigzagtype 3 |
|
Zigzagtype 4 |
Tabblad Gaten
Gebruik het tabblad Gaten om de gaten te definiëren die in de eindplaten worden gemaakt.
Optie | Beschrijving |
---|---|
Boutnorm |
Selecteer de boutnorm. |
Bouttype |
Selecteer het bouttype om de locatie te definiëren waar de bouten moeten worden bevestigd. |
Gegevens lezen van |
U kunt selecteren of u het definitiebestand sinkholes.dat wilt gebruiken om de standaardwaarden voor horizontale en verticale offsets en de diameters voor bovenste en onderste gaten te definiëren. Het bestand wordt in de volgende volgorde gezocht: Staalmap van de omgeving Common van het systeem (..\Environments\common\system\Steel), de modelmap, de map U kunt ook selecteren of u de gaten in het componentendialoogvenster wilt definiëren. |
Aantal gaten
Optie | Beschrijving |
---|---|
Standaard Geen gaten AutoDefaults kan deze optie wijzigen. |
|
Geen gaten |
|
1 gat |
|
2 gaten |
|
4 gaten |
Posities van de gaten
Beschrijving | |
---|---|
1 |
Horizontale afstand tussen het hart van de eindplaat en het bovenste gat. |
2 |
Horizontale afstand tussen het hart van de eindplaat en het onderste gat. |
3 |
Verticale afstand tussen het hart van de eindplaat en het bovenste gat. |
4 |
Verticale afstand tussen het hart van de eindplaat en het onderste gat. |
5 |
Diameter van het onderste gat. |
6 |
Diameter van het bovenste gat. |
Tabblad Algemeen
Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:
Tabblad Berekening
Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:
Tabblad Berekening
Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:
Lassen
Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling: