Kolom - doorg. ligger (30)
Zitting (30) verbindt twee liggers die elkaar kruisen maar niet met elkaar botsen. De liggers bevinden zich in parallelle vlakken. Als de afstand tussen de liggers kleiner is dan of gelijk is aan 50 mm, dan wordt er een plaat gemaakt tussen de liggers. Als de afstand groter is dan 50 mm, dan wordt er een verticale plaat met schotjes gelast tussen de onderste flens van de aansluitende ligger en de verbindingsplaat. Horizontale hoeken tussen de liggers kunnen variëren.
Gemaakte objecten
-
Verbindingsplaat
-
Schotjes (hoofdonderdeel, aansluitend onderdeel, intern)
-
Bouten
-
Lassen
Gebruiken voor
Situatie | Beschrijving |
---|---|
Twee liggers verbonden met een geboute verbindingsplaat. Er worden schotjes gemaakt. |
Volgorde van selectie
-
Selecteer het hoofdonderdeel (ligger).
-
Selecteer het aansluitend onderdeel (balk).
De verbinding wordt automatisch gemaakt als het aansluitende onderdeel wordt geselecteerd.
Onderdeelidentificatiecode
Beschrijving | |
---|---|
1 |
Verbindingsplaat |
2 |
Schotjes hoofdonderdeel |
3 |
Schotje aangelast onderdeel |
Tabblad Afbeelding
Gebruik het tabblad Afbeelding om de afmetingen van de verbinding en het plaattype te definiëren.
Dimensions
Beschrijving | |
---|---|
1 |
Afstand van het schotje van de aansluitende ligger vanaf de rand van het aansluitende onderdeel |
2 |
Het uiteinde van de aansluitende ligger wordt parallel aan de hoofdligger gesneden Als de overschrijding aanvankelijk langer is dan de ingevoerde waarde, wordt er niets gedaan aan de aansluitende balk. Als de door u ingevoerde waarde groter is dan de eerste overschrijding, dan wordt de aansluitende ligger uitgerekt en gefit. |
3 |
Tolerantie schotje aansluitend onderdeel Definieer de maat tussen het schotje en de flenzen van het aansluitende onderdeel. De waarde is standaard nul. |
4 |
Tolerantie schotjes van het hoofdonderdeel Definieer de afmeting van de tussenruimte tussen het schotje en de flenzen van het hoofdonderdeel. De waarde is standaard nul. |
Fitten van de aansluitende ligger
Optie | Beschrijving |
---|---|
Standaard Het aansluitende onderdeel wordt al dan niet gefit. AutoDefaults kan deze optie wijzigen. |
|
Het aansluitende onderdeel wordt niet gefit. |
|
Het aansluitende onderdeel wordt gefit. |
|
Automatisch Het aansluitende onderdeel wordt al dan niet gefit. |
Type verbindingsplaat
Optie | Beschrijving |
---|---|
Standaard Vierkante plaat AutoDefaults kan deze optie wijzigen. |
|
Vierkante plaat |
|
Ronde plaat |
|
Liggerprofiel |
Tabblad Onderdelen
Gebruik het tabblad Onderdelen om de onderdeeleigenschappen te definiëren.
Onderdelen
Optie | Beschrijving | Standaard |
---|---|---|
Schotjes |
Dikte, breedte en hoogte van de schotjes van het hoofdonderdeel. |
Dikte: 50% van de boutdikte naar boven afgerond naar de volgende standaardplaat. Breedte: Als u geen breedte invoert, dan wordt de breedte van het schotje gedefinieerd op basis van de flensbreedte. |
Plaat |
Dikte, breedte en hoogte van de plaat Als u ervoor hebt gekozen om op het tabblad Afbeelding een liggerprofiel te gebruiken als plaat, selecteer dan het liggerprofiel in de profielendatabase en definieer de dikte. |
Dikte: 50% van de boutdikte Breedte- en hoogtewaarden definiëren de maatlijnen van platen tussen het hoofdonderdeel en het aansluitende onderdeel. De breedte wijzigt de waarde parallel aan het hoofdonderdeel. Als de tussenruimte tussen het hoofdonderdeel en het aansluitende onderdeel kleiner is dan of gelijk is aan 50 mm, dan wordt de plaatdikte gelijk gesteld aan de tussenruimte. Als de opening groter is dan 50 mm, dan beïnvloedt de dikte de horizontale en verticale plaatdikte en de dikte van het interne schotje. |
Schotjes |
Dikte, breedte en hoogte van de schotjes van het aangelaste onderdeel |
Dikte: 50% van de boutdikte naar boven afgerond naar de volgende standaardplaat. Breedte: Als u geen breedte invoert, dan wordt de breedte van het schotje gedefinieerd op basis van de flensbreedte. |
Schotjes tussen |
Dikte van de interne schotjes van de plaat die wordt gemaakt als de afstand tussen de profielen groter is dan 50 mm. |
10 mm |
Optie |
Beschrijving |
Standaard |
---|---|---|
Pos.nr. |
Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel. Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren. |
Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu . |
Materiaal |
Materiaalkwaliteit. |
Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu . |
Naam |
De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven. |
Tabblad Parameters
Gebruik het tabblad Parameters om de schotjes, type afwerking en maatlijnen te definiëren.
Type afwerking
Optie | Beschrijving |
---|---|
Standaard Lijnvormige afwerking AutoDefaults kan deze optie wijzigen. |
|
Geen afwerking Merk op dat dit een conflict kan veroorzaken tussen het schotje en de afronding van het I-profiel. |
|
Lijnvormige afwerking |
|
Bolle afwerking |
|
Holle afwerking |
Afwerkingsmaatlijnen
Schotjes hoofdonderdeel | Schotjes aansluitend onderdeel |
---|---|
Beschrijving | |
---|---|
1 |
Horizontale afmeting van de afwerking |
2 |
Verticale afmeting van de afwerking |
Tabblad Bouten
Gebruik tabblad Bouten om de maatlijnen van de boutgroepen en de bouteigenschappen te definiëren.
Maatlijnen van de boutgroep
Beschrijving | |
---|---|
1 |
Maatlijn voor de horizontale positie van de boutgroep. |
2 |
Selecteer hoe de afmetingen voor de horizontale positie van de boutgroep moeten worden gemeten.
|
3 |
Aantal bouten. |
4 |
Boutafstand. Gebruik een spatie als scheidingsteken tussen de waarden voor de boutafstand. Voer een waarde in voor elke afstand tussen de bouten. Voer bijvoorbeeld twee waarden in als er drie bouten in zitten. |
5 |
Maatlijn voor de verticale positie van de boutgroep. |
6 |
Selecteer hoe de afmeting voor de verticale positie van de boutgroep moeten worden gemeten.
|
Basiseigenschappen van bouten
Optie |
Beschrijving |
Standaard |
---|---|---|
Boutdiameter |
Boutdiameter. |
Beschikbare diameters worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd. |
Boutnorm |
De boutnorm die in de component moet worden gebruikt. |
Beschikbare normen worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd. |
Tolerantie |
De ruimte tussen de bout en het gat. |
|
Draad in mat |
Hiermee definieert u of de draad van de bout zich in de geboute onderdelen kan bevinden. Deze optie heeft geen effect wanneer er bouten met volledige draad worden gebruikt. |
Ja |
Montage/werkplaats |
Locatie waar de bouten moeten worden bevestigd. |
Montage |
Sleufgaten
U kunt sleufgaten, oversized gaten of tapgaten definiëren.
Optie |
Beschrijving |
Standaard |
---|---|---|
1 |
Verticale maat van sleufgat. |
0 heeft een rond gat als resultaat. |
2 |
Horizontale maat van sleufgat of speling van oversized gaten. |
0 heeft een rond gat als resultaat. |
Gattype |
Met Sleufgat maakt u sleufgaten. Oversized maakt oversized gaten. Geen gat maakt geen gaten. Tapgat maakt tapgaten. |
|
Roteer sleufgaten |
Als het type gat Sleufgat is, worden de sleufgaten met deze optie gedraaid. |
|
Sleufgat in |
Onderde(el)(len) waarin sleufgaten worden gemaakt. De opties zijn afhankelijk van de betreffende component. |
Boutsamenstelling
Met de selectievakjes wordt gedefinieerd welke componentobjecten (bout, ringen en moeren) in de samenstelling van de bout worden gebruikt.
Als u alleen een gat wilt maken, moet u alle selectievakjes uitschakelen.
Als u de boutsamenstelling van een bestaande component wilt aanpassen, schakelt u het selectievakje Effect bij wijzigen in en klikt u op Wijzigen.
Extra boutlengte
Definieer hoeveel de bout langer moet worden. Gebruik deze optie bijvoorbeeld wanneer diverse verflagen een langere boutlengte vereisen.
Tabblad Algemeen
Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:
Tabblad Berekening
Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:
Tabblad Berekening
Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:
Lassen
Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling: