Kolom - 2 liggers (14)

Tekla Structures
Aangepast: 21 jan 2021
2024
Tekla Structures

Kolom - 2 liggers (14)

Kolom - 2 liggers (14) verbindt twee liggers met een kolom. De liggeruiteinden rusten op de kolom. De aansluitende liggers kunnen horizontaal of schuin lopen.

Gemaakte objecten

  • Eindplaten

  • Eindplaten

  • Bouten

  • Lassen

Gebruiken voor

Situatie

Beschrijving

Verbinding tussen een kolom en twee liggers.

Verbinding tussen een kolom en een ligger.

U kunt de component met slechts één aansluitende ligger gebruiken, maar dan zijn de instellingen moeilijker te definiëren en zijn er minder situaties waarin de component kan worden gebruikt.

Als u de component met slechts één aansluitende ligger gebruikt, voert u een negative waarde voor de opening tussen de eindplaten in.

Volgorde van selectie

  1. Selecteer het hoofdonderdeel (kolom).
  2. Selecteer het eerste aansluitende onderdeel (ligger).

  3. Selecteer het tweede aansluitende onderdeel (ligger).

  4. Klik met de middelste muisknop om de verbinding te maken.

Onderdeelidentificatiecode

Onderdeel

1

Kolom

2

Balk

3

Balk

Tabblad Afbeelding

Gebruik het tabblad Afbeelding om de plaatafmetingen te definiëren.

Plaat 1, 2, 3, 4

Platen 1 en 2 zijn de eindplaten op de liggers. Platen 3 en 4 zijn de kopplaten tussen de kolommen en de liggers.

Optie

Beschrijving

Plaat 1, 2, 3, 4

De dikte, breedte en hoogte van de plaat.

Optie

Beschrijving

Standaard

Pos.nr.

Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel.

Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren.

Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Materiaal

Materiaalkwaliteit.

Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Naam

De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven.

Klasse

Onderdeelklassenummer.

Plaat 3 + 4

Definieer het type van de verbinding tussen de kolom en de liggers.

Optie

Beschrijving

Voorbeeld

2 platen

Er worden twee platen gemaakt. De kolom wordt tweemaal afgeschuind.

Gezette plaat

Er wordt een gezette plaat gemaakt. De plaat kan op een werkplaatstekening worden uitgeslagen. De kolom wordt tweemaal afgeschuind.

1 plaat

Er wordt één plaat gemaakt. De plaat wordt altijd horizontaal georiënteerd. De kolom wordt loodrecht gefit.

Plaat loodrecht t.o.v. kolom

Er wordt één plaat gemaakt. De kolom wordt loodrecht gefit, zelfs als de kolom in een schuine richting is geplaatst.

Plaatafstanden

Beschrijving

Standaard

1

Afstand van de plaat tot de rand van de ligger.

5 mm

2

Opening tussen de eindplaten.

Als u de component met slechts één aansluitende ligger gebruikt, voert u een negative waarde in.

3

Plaatafstand vanaf de kolomranden.

4

Plaatafstand vanaf het kolommidden.

Eindplaten

Selecteer hoe de eindplaten worden gepositioneerd.

Grootte van de opening

Definieer de grenswaarde voor de opening tussen de eindplaat en de ligger of de ruimte tussen de kopplaat en de kolom. U maakt hier gebruik van wanneer de ligger of de kolom licht gebogen is of licht helt om te beslissen of de eindhoek zo klein is dat het uiteinde recht kan zijn.

Als de werkelijke opening kleiner is dan deze waarde, blijft het uiteinde van de ligger recht.

Als de werkelijke tussenruimte groter is dan deze waarde wordt het uiteinde van de kolom op de eindplaat of de kopplaat geplaatst.

De standaardwaarde is 5 mm.

Tabblad Bouten 1 - 2

Gebruik het tabblad Bouten 1 - 2 om de bouten te definiëren die de eindplaten verbinden.

Maatlijnen van de boutgroep

Beschrijving

1

Selecteer hoe de afmetingen voor de horizontale positie van de boutgroep moeten worden gemeten.

  • Links: vanaf de linkerrand van het aansluitende onderdeel tot de bout uiterst links.

  • Midden: vanaf de hartlijn van het aansluitende onderdeel tot aan de hartlijn van de bouten.

  • Rechts: vanaf de rechterrand van het aansluitende onderdeel tot de bout uiterst rechts.

2

Maatlijn voor de horizontale positie van de boutgroep.

3

Randafstand bouten.

De randafstand is de afstand van het hart van een bout tot de rand van het onderdeel.

4

Aantal bouten.

5

Boutafstand.

Gebruik een spatie als scheidingsteken tussen de waarden voor de boutafstand. Voer een waarde in voor elke afstand tussen de bouten. Voer bijvoorbeeld twee waarden in als er drie bouten in zitten.

6

Maatlijn voor de verticale positie van de boutgroep.

7

Selecteer hoe de afmeting voor de verticale positie van de boutgroep moeten worden gemeten.

  • Boven: vanaf de bovenrand van het aansluitende onderdeel tot de bovenste bout.

  • Midden: vanaf de hartlijn van de bouten tot de hartlijn van het aansluitende onderdeel.

  • Onder: vanaf de onderrand van het aansluitende onderdeel tot de onderste bout.

Basiseigenschappen van bouten

Optie

Beschrijving

Standaard

Boutdiameter

Boutdiameter.

Beschikbare diameters worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd.

Boutnorm

De boutnorm die in de component moet worden gebruikt.

Beschikbare normen worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd.

Tolerantie

De ruimte tussen de bout en het gat.

Draad in mat

Hiermee definieert u of de draad van de bout zich in de geboute onderdelen kan bevinden.

Deze optie heeft geen effect wanneer er bouten met volledige draad worden gebruikt.

Ja

Montage/werkplaats

Locatie waar de bouten moeten worden bevestigd.

Montage

Sleufgaten

U kunt sleufgaten, oversized gaten of tapgaten definiëren.

Optie

Beschrijving

Standaard

1

Verticale maat van sleufgat.

0 heeft een rond gat als resultaat.

2

Horizontale maat van sleufgat of speling van oversized gaten.

0 heeft een rond gat als resultaat.

Gattype

Met Sleufgat maakt u sleufgaten.

Oversized maakt oversized gaten.

Geen gat maakt geen gaten.

Tapgat maakt tapgaten.

Roteer sleufgaten

Als het type gat Sleufgat is, worden de sleufgaten met deze optie gedraaid.

Sleufgat in

Onderde(el)(len) waarin sleufgaten worden gemaakt. De opties zijn afhankelijk van de betreffende component.

Boutsamenstelling

Met de selectievakjes wordt gedefinieerd welke componentobjecten (bout, ringen en moeren) in de samenstelling van de bout worden gebruikt.

Als u alleen een gat wilt maken, moet u alle selectievakjes uitschakelen.

Als u de boutsamenstelling van een bestaande component wilt aanpassen, schakelt u het selectievakje Effect bij wijzigen in en klikt u op Wijzigen.

Extra boutlengte

Definieer hoeveel de bout langer moet worden. Gebruik deze optie bijvoorbeeld wanneer diverse verflagen een langere boutlengte vereisen.

Tabblad Bouten 3/Bouten 4

Op de tabbladen Bouten 3 en Bouten 4 definieert u de bouten die de eerste aansluitende ligger of de tweede aansluitende ligger met de kolom verbinden.

Maatlijnen van de boutgroep

Beschrijving

1

Selecteer hoe de afmetingen voor de horizontale positie van de boutgroep moeten worden gemeten.

  • Links: vanaf de linkerrand van het aansluitende onderdeel tot de bout uiterst links.

  • Midden: vanaf de hartlijn van het aansluitende onderdeel tot aan de hartlijn van de bouten.

  • Rechts: vanaf de rechterrand van het aansluitende onderdeel tot de bout uiterst rechts.

2

Maatlijn voor de horizontale positie van de boutgroep.

3

Randafstand bouten.

De randafstand is de afstand van het hart van een bout tot de rand van het onderdeel.

4

Aantal bouten.

5

Boutafstand.

Gebruik een spatie als scheidingsteken tussen de waarden voor de boutafstand. Voer een waarde in voor elke afstand tussen de bouten. Voer bijvoorbeeld twee waarden in als er drie bouten in zitten.

Basiseigenschappen van bouten

Optie

Beschrijving

Standaard

Boutdiameter

Boutdiameter.

Beschikbare diameters worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd.

Boutnorm

De boutnorm die in de component moet worden gebruikt.

Beschikbare normen worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd.

Tolerantie

De ruimte tussen de bout en het gat.

Draad in mat

Hiermee definieert u of de draad van de bout zich in de geboute onderdelen kan bevinden.

Deze optie heeft geen effect wanneer er bouten met volledige draad worden gebruikt.

Ja

Montage/werkplaats

Locatie waar de bouten moeten worden bevestigd.

Montage

Sleufgaten

U kunt sleufgaten, oversized gaten of tapgaten definiëren.

Optie

Beschrijving

Standaard

1

Verticale maat van sleufgat.

0 heeft een rond gat als resultaat.

2

Horizontale maat van sleufgat of speling van oversized gaten.

0 heeft een rond gat als resultaat.

Gattype

Met Sleufgat maakt u sleufgaten.

Oversized maakt oversized gaten.

Geen gat maakt geen gaten.

Tapgat maakt tapgaten.

Roteer sleufgaten

Als het type gat Sleufgat is, worden de sleufgaten met deze optie gedraaid.

Sleufgat in

Onderde(el)(len) waarin sleufgaten worden gemaakt. De opties zijn afhankelijk van de betreffende component.

Boutsamenstelling

Met de selectievakjes wordt gedefinieerd welke componentobjecten (bout, ringen en moeren) in de samenstelling van de bout worden gebruikt.

Als u alleen een gat wilt maken, moet u alle selectievakjes uitschakelen.

Als u de boutsamenstelling van een bestaande component wilt aanpassen, schakelt u het selectievakje Effect bij wijzigen in en klikt u op Wijzigen.

Extra boutlengte

Definieer hoeveel de bout langer moet worden. Gebruik deze optie bijvoorbeeld wanneer diverse verflagen een langere boutlengte vereisen.

Tabbladen Gaten - plaat 1/Gaten - plaat 2 / Gaten - platen 3 en 4

Gebruik het tabblad Gaten om de galvanisatiegaten in de eindplaten te definiëren.

Optie Beschrijving

Boutnorm

Selecteer de boutnorm.

Bouttype

Selecteer het bouttype om de locatie te definiëren waar de bouten moeten worden bevestigd.

Gegevens lezen van

U kunt selecteren of u het definitiebestand sinkholes.dat wilt gebruiken om de standaardwaarden voor horizontale en verticale offsets en de diameters voor bovenste en onderste gaten te definiëren.

Het bestand wordt in de volgende volgorde gezocht: Staalmap van de omgeving Common van het systeem (..\Environments\common\system\Steel), de modelmap, de map XS_FIRM, XS_PROJECT en XS_SYSTEM.

U kunt ook selecteren of u de gaten in het componentendialoogvenster wilt definiëren.

Aantal gaten

Het hart van een groep gaten is het hart van de ligger en het hart van de coup als er een coup wordt gebruikt. De groep gaten bestaat uit 0, 1, 2 of 4 gaten.

Optie Beschrijving

Standaard

Geen gaten

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Geen gaten

1 gat

2 gaten

4 gaten

Posities van de gaten

Beschrijving

1

Platen 1 en 2: Horizontale afstand tussen het hart van de aansluitende ligger en het bovenste gat.

Platen 3 en 4: Horizontale afstand tussen het hart van het hoofdonderdeel en het bovenste gat.

2

Platen 1 en 2: Horizontale afstand tussen het hart van de aansluitende ligger en het onderste gat.

Platen 3 en 4: Horizontale afstand tussen het hart van het hoofdonderdeel en het onderste gat.

3

Platen 1 en 2: Verticale afstand tussen het hart van de aansluitende ligger en het bovenste gat.

Platen 3 en 4: Verticale afstand tussen het hart van het hoofdonderdeel en het bovenste gat.

4

Platen 1 en 2: Verticale afstand tussen het hart van de aansluitende ligger en het onderste gat.

Platen 3 en 4: Verticale afstand tussen het hart van het hoofdonderdeel en het onderste gat.

5

Diameter van het onderste gat.

6

Diameter van het bovenste gat.

Tabblad Algemeen

Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:

Tabblad Algemeen

Tabblad Berekening

Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:

Tabblad Berekening

Lassen

Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:

Lassen maken

Was dit nuttig?
Vorige
Volgende