Koppelplaten (14)

Tekla Structures
Aangepast: 12 feb 2021
2024
Tekla Structures

Koppelplaten (14)

Met Koppelplaten (14) verbindt u twee liggeruiteinden met behulp van een eindplaat die aan beide liggers wordt gelast. Eindplaten worden met bouten verbonden. Er kunnen ook schotjes en vlerken worden gemaakt.

Gemaakte objecten

  • Eindplaten

  • Vulplaten

  • Vlerk

  • Schotjes

  • Bouten

  • Lassen

Gebruiken voor

Situatie Beschrijving

Liggeruiteinden met bouten aan eindplaten vastgezet. Het schotje wordt gemaakt.

Volgorde van selectie

  1. Selecteer het hoofdonderdeel (ligger).

  2. Selecteer het aansluitende onderdeel (balk).

    De verbinding wordt automatisch gemaakt als het aansluitende onderdeel wordt geselecteerd.

Onderdeelidentificatiecode

Beschrijving

1

Eindplaat

2

Vulplaat

3

Vlerk

4

Schotje

Tabblad Afbeelding

Gebruik het tabblad Afbeelding om de geometrie van de verbinding te definiëren.

Afmetingen

Beschrijving Standaard

1

Randafstand van eindplaat tot bovenste rand van hoofdonderdeel.

Als u geen waarde invoert voor de randafstand van de eindplaat aan de zijde van het hoofdonderdeel, wordt de waarde van het aansluitende onderdeel ook aan de kant van het hoofdonderdeel gebruikt.

10 mm

2

Randafstand van eindplaat tot bovenste rand van aangelast onderdeel.

10 mm

3

Randafstand van eindplaat tot onderste rand van hoofdonderdeel.

Als u geen waarde invoert voor de randafstand van de eindplaat aan de zijde van het hoofdonderdeel, wordt de waarde van het aansluitende onderdeel ook aan de kant van het hoofdonderdeel gebruikt.

10 mm

4

Randafstand van eindplaat tot onderste rand van aangelast onderdeel.

10 mm

5

Randafstand van de vlerk vanaf de bovenste rand van de eindplaat.

38 mm

6

Verticale boutrandafstand in de vulplaat.

1,5*boutdiameter

7

Randschuinstand schotje.

Als u een rechthoekig schotje wilt krijgen, stelt u de waarde in op 0.

Als u een driehoekig schotje wilt krijgen, voert u hier dezelfde waarde in als voor de breedte van de schotje op het tabblad Onderdelen.

25 mm

8

Horizontale afstand van de vulplaat tot de eindplaat van het gelaste onderdeel.

Tabblad Onderdelen

Gebruik het tabblad Onderdelen om de onderdeeleigenschappen en de vorm van de vulplaat en de randafstand van de bout te definiëren.

Onderdelen

Optie Beschrijving

Eindplaat 2

Dikte, breedte en hoogte van de eindplaat van het aansluitende onderdeel.

Eindplaat 1

Dikte, breedte en hoogte van de eindplaat van het hoofdonderdeel.

Vulplaat 1, Vulplaat 2, Vulplaat 3

Dikte van de vulplaat.

Aantal vulplaten 1, Aantal vulplaten 2, Aantal vulplaten 3

Aantal vulplaten.

Vlerk

Dikte, breedte en hoogte van de vlerken.

Wanneer u de dikte van de vlerk invoert, worden standaard twee vlerken gemaakt.

Schotjes

Dikte en breedte van de schotjes.

Optie

Beschrijving

Standaard

Pos.nr.

Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel.

Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren.

Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Materiaal

Materiaalkwaliteit.

Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Naam

De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven.

Afwerking

Beschrijft hoe het oppervlak van het onderdeel is behandeld.

Randafstand bouten van de vulplaat

Beschrijving

1

Horizontale boutrandafstand in de vulplaat.

2

Verticale boutrandafstand in de vulplaat.

Vorm van de vulplaat

Optie Beschrijving

Standaard

Gaten zijn gebaseerd op de boutgroep van de verbinding.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Gaten zijn gebaseerd op de boutgroep van de verbinding.

Vingervulplaat met horizontale sleufgaten.

De plaat kan vanaf de rechter- of linkerzijde van de verbinding worden geplaatst.

Vingervulplaat met verticale sleufgaten.

De plaat kan vanaf de bovenzijde van de verbinding worden geplaatst.

Twee aparte vingervulplaten met horizontale sleuven.

Twee aparte vingervulplaten met verticale sleuven.

Tolerantie

Definieer de tolerantie van de sleufgaten in de vulplaten. De breedte van de sleuf is de boutdiameter + de tolerantie. Definieer voor twee aparte vingervulplaten ook de tolerantie tussen de platen.

Tabblad Parameters

Gebruik het tabblad Parameters om de vlerkposities en -afmetingen te definiëren.

Afmetingen

Beschrijving Standaard

1

Aantal vlerkbouten

U kunt het aantal gaten in de horizontale en verticale richting definiëren.

Horizontaal: 1

Verticaal: 2

2

Vlerkboutafstand

3*gatdiameter

Als er in één richting meer dan twee bouten in de boutgroep zijn, geeft u de afstanden gescheiden door een spatie (bijvoorbeeld 40 50) in.

3

Randafstand vlerkbout

De randafstand wordt berekend vanaf de boven- en buitenranden.

2.5*gatdiameter

4

Gatdiameter vlerkbout

5

Boutrandafstand naar de rand van de vulplaat

Vlerk maken

Optie Beschrijving

Standaard

Beide vlerken worden gemaakt.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Beide vlerken worden gemaakt.

Vlerk 1 wordt gemaakt.

Vlerk 2 wordt gemaakt.

Grootte van de opening

Definieer de maximale grootte voor de opening tussen de eindplaat en de aansluitende ligger. U gebruikt deze wanneer de ligger licht gebogen of schuin is om te besluiten of de hoek zo klein is dat het uiteinde van de ligger haaks kan zijn.

Als de werkelijke opening kleiner is dan deze waarde, blijft het uiteinde van de ligger recht.

Als de werkelijke opening groter is dan deze waarde, wordt het uiteinde van de ligger gefit ten opzichte van de eindplaat.

Tabblad Bouten

Gebruik het tabblad Bouten om de afmetingen van de boutgroepen en de bouteigenschappen te definiëren.

Maatlijnen van de boutgroep

1

Maatlijn voor de horizontale positie van de boutgroep.

2

Selecteer hoe de afmetingen voor de horizontale positie van de boutgroep moeten worden gemeten.

  • Links: vanaf de linkerrand van het aansluitende onderdeel tot de bout uiterst links.

  • Midden: vanaf de hartlijn van het aansluitende onderdeel tot aan de hartlijn van de bouten.

  • Rechts: vanaf de rechterrand van het aansluitende onderdeel tot de bout uiterst rechts.

3

Randafstand bouten.

De randafstand is de afstand van het hart van een bout tot de rand van het onderdeel.

4

Aantal bouten.

5

Boutafstand.

Gebruik een spatie als scheidingsteken tussen de waarden voor de boutafstand. Voer een waarde in voor elke afstand tussen de bouten. Voer bijvoorbeeld twee waarden in als er drie bouten in zitten.

6

Maatlijn voor de verticale positie van de boutgroep.

7

Selecteer hoe de afmeting voor de verticale positie van de boutgroep moeten worden gemeten.

  • Boven: vanaf de bovenrand van het aansluitende onderdeel tot de bovenste bout.

  • Midden: vanaf de hartlijn van de bouten tot de hartlijn van het aansluitende onderdeel.

  • Onder: vanaf de onderrand van het aansluitende onderdeel tot de onderste bout.

8

Definieer welke bouten uit de boutgroep worden verwijderd.

Basiseigenschappen van bouten

Optie

Beschrijving

Standaard

Boutdiameter

Boutdiameter.

Beschikbare diameters worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd.

Boutnorm

De boutnorm die in de component moet worden gebruikt.

Beschikbare normen worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd.

Tolerantie

De ruimte tussen de bout en het gat.

Draad in mat

Hiermee definieert u of de draad van de bout zich in de geboute onderdelen kan bevinden.

Deze optie heeft geen effect wanneer er bouten met volledige draad worden gebruikt.

Ja

Montage/werkplaats

Locatie waar de bouten moeten worden bevestigd.

Montage

Boutcommentaar

U kunt een boutcommentaar definiëren.

Sleufgaten

U kunt sleufgaten, oversized gaten of tapgaten definiëren.

Optie

Beschrijving

Standaard

1

Verticale maat van sleufgat.

0 heeft een rond gat als resultaat.

2

Horizontale maat van sleufgat of speling van oversized gaten.

0 heeft een rond gat als resultaat.

Gattype

Met Sleufgat maakt u sleufgaten.

Oversized maakt oversized gaten.

Geen gat maakt geen gaten.

Tapgat maakt tapgaten.

Roteer sleufgaten

Als het type gat Sleufgat is, worden de sleufgaten met deze optie gedraaid.

Sleufgat in

Onderde(el)(len) waarin sleufgaten worden gemaakt. De opties zijn afhankelijk van de betreffende component.

Boutsamenstelling

Met de selectievakjes wordt gedefinieerd welke componentobjecten (bout, ringen en moeren) in de samenstelling van de bout worden gebruikt.

Als u alleen een gat wilt maken, moet u alle selectievakjes uitschakelen.

Als u de boutsamenstelling van een bestaande component wilt aanpassen, schakelt u het selectievakje Effect bij wijzigen in en klikt u op Wijzigen.

Extra boutlengte

Definieer hoeveel de bout langer moet worden. Gebruik deze optie bijvoorbeeld wanneer diverse verflagen een langere boutlengte vereisen.

Zigzagsgewijze plaatsing van bouten

Optie

Beschrijving

Standaard

Niet zigzagsgewijs

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Niet zigzagsgewijs

Zigzagtype 1

Zigzagtype 2

Zigzagtype 3

Zigzagtype 4

Tabblad Gaten

Gebruik het tabblad Gaten om de galvaniserende gaten in de eindplaten te definiëren.

Optie Beschrijving

Boutnorm

Selecteer de boutnorm.

Bouttype

Selecteer het bouttype om de locatie te definiëren waar de bouten moeten worden bevestigd.

Gegevens lezen van

U kunt selecteren of u het definitiebestand sinkholes.dat wilt gebruiken om de standaardwaarden voor horizontale en verticale offsets en de diameters voor bovenste en onderste gaten te definiëren.

Het bestand wordt in de volgende volgorde gezocht: Staalmap van de omgeving Common van het systeem (..\Environments\common\system\Steel), de modelmap, de map XS_FIRM, XS_PROJECT en XS_SYSTEM.

U kunt ook selecteren of u de gaten in het componentendialoogvenster wilt definiëren.

Aantal gaten

Het hart van een groep gaten is het hart van de ligger en het hart van de coup als er een coup wordt gebruikt. De gatgroepen bestaan uit 0, 1, 2 of 4 gaten.

Optie Beschrijving

Standaard

Geen gaten

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Geen gaten

1 gat

2 gaten

4 gaten

Posities van de gaten

1

Horizontale afstand tussen het hart van de eindplaat en het bovenste gat.

2

Horizontale afstand tussen het hart van de eindplaat en het onderste gat.

3

Verticale afstand tussen het hart van de eindplaat en het bovenste gat.

4

Verticale afstand tussen het hart van de eindplaat en het onderste gat.

5

Diameter van het onderste gat.

6

Diameter van het bovenste gat.

Tabblad Algemeen

Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:

Tabblad Algemeen

Tabblad Berekening

Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:

Tabblad Berekening

Tabblad Berekening

Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:

Tabblad Berekening

Lassen

Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:

Lassen maken

Dstv-verbindingseigenschappen

Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:

NC-bestanden

Was dit nuttig?
Vorige
Volgende