U kunt meer objecten aan een basisstaafmerk of aan elk niveau van een submerk toevoegen.

1. Controleer of de selectieknop Selecteer object in merk of Selecteer object is geactiveerd.
2. Selecteer de objecten die u wilt toevoegen.
3. Klik met de rechtermuisknop en selecteer Merk > Toevoegen aan merk.
4. Selecteer het staafmerk waaraan u de objecten wilt toevoegen.

U kunt onderdelen, merken en staafmerken als submerken toevoegen aan een ander staafmerk op een lager niveau in de merkenhiërarchie.

1. Controleer of de selectieknop Selecteer merk is ingeschakeld.
2. Selecteer de onderdelen en merken die u aan het staafmerk wilt toevoegen.

   Ze worden submerken in het substaafmerk.

3. Klik met de rechtermuisknop en selecteer Merk > Toevoegen als submerk.
4. Selecteer het staafmerk waar u de onderdelen en merken aan wilt toevoegen.

Gebruik de tool Informatie om te controleren welke objecten tot een bepaald staafmerk behoren.

1. Klik op het lint op de pijl naast en selecteer vervolgens Merkobjecten om de staafmerkobjecten op te vragen.
2. Selecteer een staafmerk. Let erop dat u zich op het beoogde merkhiërarchieniveau bevindt.

   Tekla Structures markeert alle objecten die bij hetzelfde staafmerk horen. Het hoofdwapeningsobject wordt in oranje en de andere staafmerkobjecten worden in geel gemarkeerd.

Het hoofdobject in een staafmerk is standaard het wapeningsobject met het hoogste gewicht. U kunt het hoofdobject wijzigen in een staafmerk.

1. Controleer indien nodig wat momenteel het hoofdobject van het staafmerk is.

   Gebruik de tool Informatie om te controleren welke objecten tot een bepaald staafmerk behoren.

2. Controleer of de selectieknop Selecteer object in merk of Selecteer object is geactiveerd.
3. Selecteer het nieuwe hoofdobject.
4. Klik met de rechtermuisknop en selecteer Merk > Als nieuw hoofdonderdeel van het merk instellen.

   Tekla Structures wijzigt het hoofdobject.

Het hoofdwapeningsobject van een staafmerk stelt standaard het lokale coördinatensysteem van het staafmerk in. Het coördinatensysteem definieert vervolgens de oriëntatie, lengte, breedte en hoogte van het staafmerk voor tekeningen en lijsten. Als een staafmerk niet op de gewenste manier in tekeningen en lijsten wordt weergegeven, zelfs als u het hoofdobject hebt gewijzigd, kunt u het coördinatensysteem van het staafmerk aanpassen.

1. Zorg ervoor dat de knop Rechtstreekse wijziging is ingeschakeld.
2. Selecteer een staafmerk.
3. Klik op de contextuele werkbalk op Coördinatensysteem definiëren of verwijderen.

   Tekla Structures toont een blauwe handle voor rechtstreekse wijziging bij de oorsprong en de rode, groene en blauwe as- en rotatie-handles die u kunt gebruiken om het coördinatensysteem van het staafmerk aan te passen.

   

4. Als u het coördinatensysteem naar een nieuwe locatie wilt verplaatsen, versleept u de handle die zich op de oorsprong bevindt.
5. Voor een verplaatsing van het coördinatensysteem langs een van de coördinaatassen, sleept u de betreffende as-handle naar een nieuwe locatie.
6. Als u het coördinatensysteem rond één van de coördinaatassen wilt roteren, sleept u de betreffende rotatie-handle naar een nieuwe locatie.

   Druk op Tab om het coördinatensysteem in stappen van 90 graden in de richting van de geselecteerde rotatie-handle te roteren.

7. U verplaatst of roteert het coördinatensysteem door een afstand of hoek op te geven:
   1. Selecteer een as-handle of een rotatie-handle.
   2. Voer de waarde in waarmee u de handel wilt verplaatsen.

      Wanneer u gaat invoeren, geeft Tekla Structures het dialoogvenster Voer een numerieke locatie in weer.

   3. Klik op OK of druk op Enter om de waarde te bevestigen.
8. Klik nogmaals op op de miniwerkbalk om naar het oorspronkelijke coördinatensysteem terug te gaan.