De naam van een categorie wijzigen
|
Selecteer en categorie, klik met de rechtermuisknop en selecteer Naam wijzigen.
|
Insitu-betonelementen of storteenheden als het hoogste insitu-hiërarchieniveau weergeven
|
Stel de variabele XS_ENABLE_POUR_MANAGEMENT in op TRUE om storteenheden als het hoogste insitu-hiërarchieniveau te gebruiken.
-
Klik op om Organisator Instellingen te openen.
-
Ga naar het tabblad Synchronisatie.
-
Schakel het selectievakje Storteenheden ingeschakeld in of uit, afhankelijk van wat u in de categorieën wilt weergeven.
Als u de instelling Storteenheden ingeschakeld inschakelt of wist, Organisator wordt deze volledig gesynchroniseerd wanneer u het dialoogvenster Instellingen sluit. Houd hier rekening mee bij het wijzigen van de instelling in grote modellen, omdat synchronisatie enige tijd kan duren.
Categorieën met handmatig toegevoegde objecten verliezen de inhoud van storteenheden of insitu-betonelementen, afhankelijk van wat u hebt geselecteerd.
-
Sluit het dialoogvenster Instellingen.
|
Objecten aan een categorie toevoegen
|
U kunt handmatig objecten aan de categorie toevoegen.
-
Selecteer objecten in het model of selecteer een categorie.
-
Selecteer objecten in Objectbrowser door regels te selecteren.
-
Sleep de geselecteerde objecten naar een categorie.
Als u alle objecten wilt toevoegen die u in het model hebt geselecteerd, kunt u ook met de rechtermuisknop klikken en De geselecteerde objecten toevoegen selecteren.
Klik op om het aanzicht in Objectbrowser vast te houden. Als u het venster vasthoudt, kunt u in het model of de categorieën selecties uitvoeren zonder de in de Objectbrowser weergegeven inhoud te wijzigen. Als u objecten per categorie in Objectbrowser wilt weergeven, klikt u op en selecteert u Aparte categorieën.
De objecten worden in locatiecategorieën naar de andere categorie verplaatst als u objecten in de ene categorie selecteert en aan de andere toevoegt. Een object kan zich slechts binnen één locatiecategorie van het laagste niveau bevinden.
|
Objecten uit categorie verwijderen
|
U kunt handmatig objecten uit een categorie verwijderen.
-
Selecteer een categorie.
-
Selecteer de objecten in Objectbrowser.
-
Klik met de rechtermuisknop en selecteer De geselecteerde objecten uit de geselecteerde categorieën verwijderen.
|
Handmatige wijzigingen in een categorie beheren
|
In de Objectbrowser kunt u weergeven hoe elk object in de categorie is opgenomen of waarom het niet is opgenomen. Objecten kunnen automatisch op basis van categorievoorwaarden in categorieën worden opgenomen of u kunt ze handmatig toevoegen en verwijderen.
- Selecteer een aangepaste categorie.
- Klik met de rechtermuisknop op de categorie en selecteer Eigenschappen om de voorwaarden weer te geven die in de categorie worden gebruikt.
De eigenschappen geven weer of er zich handmatig toegevoegde en verwijderde objecten in de categorie bevinden. U kunt de status van de objecten in de Objectbrowser bepalen.
- Klik op en selecteer Handmatige wijzigingen beheren.
Organisator plaatst een paars kader rond Objectbrowser en Categorieën, en voegt een kolom Status toe aan Objectbrowser. In de handmatige wijzigingsmodus is een beperkte set commando's van de Organisator beschikbaar. Elk object heeft een statuspictogram:
-
Het object is automatisch aan de categorie toegevoegd op basis van de categorievoorwaarden.
-
Het object is automatisch toegevoegd en handmatig verwijderd uit de categorie.
-
Het object is automatisch aan de categorie toegevoegd en handmatig aan de categorie toegevoegd.
-
Het object is handmatig aan de categorie toegevoegd.
-
Het object is handmatig uit de categorie verwijderd.
De status is in de geselecteerde categorie van toepassing. Het object kan een andere status in een andere categorie hebben.
- Klik met de rechtermuisknop op een object in de Objectbrowser om de status te wijzigen:
- Toevoegen voegt het object handmatig aan de categorie toe.
- Verwijderen verwijdert het object handmatig uit de categorie.
- Handmatige wijzigingen verwijderen verwijdert de handmatige status van een object maar laat het object bij de categorie als het automatisch is opgenomen.
|
Categorievoorwaarden wijzigen
|
-
Selecteer en categorie, klik met de rechtermuisknop en selecteer Eigenschappen.
- Wijzig de voorwaarden van de categorie-inhoud onder Geautomatiseerde objectinhoud.
Het pictogram in de knop Geautomatiseerde objectinhoud geeft aan dat er voor de categorie voorwaarden voor geautomatiseerde objectinhoud zijn gedefinieerd. U kunt het volgende doen:
- Selecteer een model in de lijst met modellen.
Klik op Modellijst om te zien welke modellen er al in de voorwaarden worden gebruikt.
- Sleep een categorie van de categoriestructuur naar het voorwaardenvak.
- Klik of typ in het voorwaardenvak en selecteer een filter in de lijst.
- Klik op Objectgroep om een filter voor Organisator te definiëren. Als u het filter hebt opgeslagen, klikt u of het typt u opnieuw in het vak en selecteert u het filter.
U kunt meer dan één categorie en filter toevoegen en er verbindingen, snijpunten of verschillen van maken.
- Wijzig de subcategorievoorwaarden onder Geautomatiseerde subcategorieën.
Het pictogram in de knop Geautomatiseerde subcategorieën geeft aan dat er geautomatiseerd subcategorievoorwaarden in de categorie zijn gedefinieerd.
U kunt het volgende doen:
-
Klik op Wijzigen.
U kunt de subcategorievoorwaarden van verschillende subcategorieën tegelijk wijzigen als deze dezelfde subcategorievoorwaarden hebben. Zie ook Geautomatiseerde subcategorieën maken in de Organisator .
|
De standaardeigenschappentemplate van een categorie wijzigen
|
-
Selecteer en categorie, klik met de rechtermuisknop en selecteer Eigenschappen.
-
Selecteer een andere template in de lijst Eigenschappentemplate.
-
Klik op Wijzigen.
|
De eigenschappen van meerdere categorieën wijzigen
|
- Selecteer de categorieën die u wilt wijzigen.
- Rechtsklik en selecteer Eigenschappen.
De eigenschappen die u kunt wijzigen, zijn afhankelijk van de geselecteerde categorieën. U kunt bijvoorbeeld de standaard eigenschappentemplate of subcategorievoorwaarden wijzigen.
|
De categorie-inhoud wijzigen om het hoogste merkniveau op te nemen
|
-
Selecteer en categorie, klik met de rechtermuisknop en selecteer Eigenschappen.
-
Schakel het selectievakje Het hoogste merkniveau in het model opnemen in.
-
Klik op Wijzigen.
Als u onderdelen toevoegt aan een categorie die alleen merken bevat, wordt de merkeninformatie in de categorie weergegeven.
|
De omtrekken van een gebouw, sectie of vloercategorie wijzigen
|
-
Selecteer een categorie die u met de omtrek hebt gemaakt.
-
Rechtsklik en selecteer De omtrek voor locaties definiëren.
-
Wijzig de definities van de omtrek.
Als u een gebouwcoördinaat wijzigt en een doorsnede dezelfde coördinaat heeft, wijzigt de doorsnedecoördinaat in de gewijzigde gebouwcoördinaat.
De categorieën die u met de omtrekken hebt gemaakt hebben een blauw pictogram in de categoriestructuur.
|
Handmatig een vloer toevoegen aan een gebouw dat een geautomatiseerde hiërarchische locatiestructuur heeft
|
U kunt handmatig nieuwe vloeren aan geautomatiseerde gebouwen toevoegen, bijvoorbeeld om de objecten van speciale structuren binnen een gebouw in afzonderlijke categorieën te verzamelen. De handmatig toegevoegde vloeren hebben geen omtrek voor geautomatiseerde objectverzameling. U kunt objecten van elk onderdeel van het gebouw toevoegen.
U kunt de handmatige vloercategorie gebruiken om bijvoorbeeld de liftschacht van de rest van het gebouw te scheiden.
- Selecteer een sectie onder een gebouw dat een geautomatiseerde hiërarchische locatiestructuur heeft.
- Klik met de rechtermuisknop en selecteer Nieuwe vloer.
- Voeg objecten aan de vloer toe.
- Selecteer de Project-hoofdcategorie, klik met de rechtermuisknop en selecteer Naar model schrijven voor rapportage om de nieuwe locatiegegevens naar de modelobjecten te schrijven.
|
Handmatig een categorie aan een geautomatiseerde categorie toevoegen
|
U kunt handmatig categorieën aan geautomatiseerde categorieën toevoegen. Handmatig toegevoegde categorieën worden bij het synchroniseren niet verwijderd, zelfs niet als ze geen objecten bevatten.
- Selecteer een geautomatiseerde categorie.
- Klik met de rechtermuisknop en selecteer Nieuwe categorie of Nieuwe subcategorie.
|
Een categorie kopiëren of verplaatsen
|
U kunt één categorie en zijn subcategorieën per keer kopiëren of verplaatsen.
-
Selecteer een categorie en versleep deze naar een geschikte locatie in de categoriestructuur, aan de bovenkant van een categorie of tussen de twee categorieën.
-
Selecteer een geschikte optie in de volgende lijst:
-
Kopiëren kopieert de categorie-eigenschappen en de objecten in de categorieën naar de doelcategorie.
-
Alleen de boomstructuur kopiëren kopieert de boomstructuur zonder de objecten en hun eigenschappen.
-
Verplaatsen verplaatst de categorie met de objecten en hun eigenschappen naar de nieuwe locatie.
|