Instellingen voor controle nummers
In het dialoogvenster Maak controle nummers (S9) kunt u de instellingen voor controle nummers weergeven en wijzigen.
Optie |
Beschrijving |
---|---|
Nummeren |
Hiermee definieert u welke onderdelen controlenummers krijgen. Met de instelling Alles worden opeenvolgende nummers gemaakt voor alle onderdelen. Met de instelling Door nummering serie worden controlenummers gemaakt voor onderdelen in specifieke nummerreeksen. |
Betonmerk Nummering serie |
Hiermee definieert u de prefix en het startnummer van de nummerreeks waarvoor u controle nummers laat maken. Alleen vereist als de optie Door nummering serie is geselecteerd. |
Startnummer van controle nummers |
Het nummer waarmee de nummering begint. |
Waarde stap |
Hiermee definieert u het interval tussen twee controle nummers. |
Hernummer |
Hiermee definieert u hoe onderdelen die al een controle nummer hebben, moeten worden behandeld. Met de instelling Ja worden de bestaande controle nummers vervangen. Met de instelling Nee blijven de bestaande controle nummers behouden. |
Eerste richting |
Hiermee definieert u in welke volgorde de controle nummers worden toegewezen. |
Tweede richting |
|
Derde richting |
|
Schrijf UDA naar |
Definieert waar de controlenummers moeten worden opgeslagen. Merk slaat de controlenummers in de gebruikersattributen van merken of betonelementen op. Hoofdonderdeel slaat de controlenummers in de gebruikersattributen van merk of hoofdonderdelen van betonelementen op. Het controlenummer verschijnt op het tabblad Parameters. |