Werkbalk selecteren
De selectieknoppen op de werkbalk Selecteren zijn speciale commando's waarmee u bepaalt welke objecten en objecttypen u kunt selecteren. Als u bijvoorbeeld het hele modelgebied selecteert, maar alleen de knop Onderdelen selecteren is ingeschakeld, worden alleen de onderdelen geselecteerd.
Klik op de werkbalk Selecteren op de selectieknoppen om deze in of uit te schakelen.
De werkbalk Selecteren bevindt zich standaard aan de onderzijde van het scherm. Als u de werkbalk niet kunt vinden, klikt u op en zorgt u er in de lijst Werkbalken voor dat de werkbalk Selecteren wordt geselecteerd.
Daarnaast kunt u de selectieknoppen instellen met Snel starten. Begin met het invoeren van de naam van de selectieknop, bijvoorbeeld selecteren en klik op de naam van de selectieknop in de zoekresultatenlijst om de knop in te schakelen.
Hoofdselectieknoppen
De hoofdselectieknoppen bepalen of u componenten en merken kunt selecteren of objecten die daarin zijn opgenomen. Deze knoppen hebben de hoogste prioriteit.
Wisselen |
Selecteerbare objecten |
Beschrijving |
---|---|---|
|
Componenten |
Wanneer u op een object van een component klikt, selecteert Tekla Structures het componentsymbool en markeert alle componentobjecten (maar selecteert ze niet). |
|
Componentobjecten |
U kunt objecten selecteren die automatisch door een component zijn gemaakt. |
|
Merken en betonelementen |
Wanneer u op een object in een merk of een betonelement klikt, selecteert Tekla Structures het merk of betonelement en markeert alle objecten in hetzelfde merk of betonelement. |
|
Objecten in merken en betonelementen |
U kunt losse objecten in merken en betonelementen selecteren. |
Andere selectieknoppen
De onderstaande tabel geeft de overige selectieknoppen weer. Gebruik deze knoppen om in te stellen welke objecttypen u wilt selecteren.
Wisselen |
Selecteerbare objecten |
Beschrijving |
---|---|---|
|
Willekeurige objecten |
Hiermee worden alle opties ingeschakeld. U kunt alle objecttypen selecteren behalve die voor losse bouten. |
|
Componenten |
U kunt componentsymbolen selecteren. |
|
Onderdelen |
U kunt onderdelen zoals kolommen, liggers of platen selecteren. |
|
Oppervlakbehandelingen en oppervlakken |
U kunt oppervlakten en oppervlakken selecteren. |
|
Punten |
U kunt punten selecteren. |
|
Constructielijnen en cirkels |
U kunt constructielijnen en cirkels selecteren. |
|
Referentiemodellen |
U kunt hele referentiemodellen selecteren. Deze selectieknop kan de snelheid van het zoomen en roteren in het model beïnvloeden. Raadpleeg voor meer informatie Tips voor grote modellen. |
|
Stramienen |
U kunt hele stramienen selecteren door een lijn in het stramien te selecteren. |
|
Stramienlijnen |
U kunt losse stramienlijnen selecteren. |
|
Lassen |
U kunt lassen selecteren. |
|
Uitsnijdingen en toegevoegd materiaal |
U kunt uitsnijdingen van lijnen, onderdelen en polygonen selecteren, evenals fittingen en toegevoegd materiaal. |
|
Aanzichten |
U kunt modelvensters selecteren. |
|
Boutgroep |
U kunt hele boutgroepen selecteren door een bout in de groep te selecteren. |
|
Losse bouten |
U kunt losse bouten selecteren. |
|
Stavensets |
U kunt stavensets en ook wapeningsstaafgroepen en enkelvoudige wapeningsstaven selecteren. |
|
Wapeningsgroepen |
U kunt staafgroepen binnen stavensets en ook wapeningsstaafgroepen en enkelvoudige wapeningsstaven selecteren. |
|
Enkele staven |
U kunt enkelvoudige staven in stavensets en ook wapeningsstaafgroepen en enkelvoudige wapeningsstaven selecteren. |
|
Stortnaden |
U kunt stortnaden selecteren. |
|
Vlakken |
U kunt constructievlakken selecteren. |
|
Afstanden |
U kunt afstanden selecteren die in gebruikerscomponenten of in parametrisch modelleren worden gebruikt. |
|
Taken |
U kunt Taakmanager-taken selecteren. |
|
Schakel rechtstreekse wijziging in of uit. |
|
|
Verberg geselecteerde knoppen van de werkbalk. |
Rekenmodelknoppen
De volgende knoppen kunnen worden gebruikt om objecten in een rekenmodel te selecteren:
Wisselen |
Selecteerbare objecten |
Beschrijving |
---|---|---|
|
Lasten |
U kunt punt-, lijn-, oppervlakte, uniforme en temperatuurlasten selecteren. |
|
Rekenmodelonderdelen |
U kunt rekenonderdelen selecteren. |
|
Punten |
U kunt rekenknooppunten selecteren. |
|
Buigstijve verbindingen |
U kunt buigstijve verbindingen rekenmodel selecteren. |
Selectieknoppen in tekeningen
Vergelijkbare selectieknoppen zijn in tekeningen beschikbaar:
Wisselen |
Selecteerbare objecten |
Beschrijving |
---|---|---|
|
Willekeurige objecten |
Hiermee worden alle opties ingeschakeld. U kunt alle objecttypen, een hele groep maatlijnen of een volledig stramien selecteren. |
|
Lijnen |
U kunt tekeningobjecten zoals lijnen, bogen, cirkels, rechthoeken, polylijnen, polygonen en wolken selecteren. |
|
Tekst |
U kunt een willekeurige tekst in tekeningen selecteren. |
|
Labels |
U kunt alle soorten labels en associatieve opmerkingen in tekeningen selecteren. Deze selectieknop selecteert ook laslabels. |
|
Onderdelen |
U kunt onderdelen zoals kolommen, liggers en platen in tekeningen selecteren. |
|
Doorsnedesymbolen |
U kunt doorsnedesymbolen in tekeningen selecteren. |
|
Lassen |
U kunt lassen in tekeningen selecteren. Als u laslabels wilt selecteren, gebruikt u de selectieknop Selecteer labels. |
|
Aanzichten |
U kunt tekeningaanzichten selecteren. |
|
Afmetingen |
U kunt tekeningmaatlijnen selecteren. U kunt een hele groep maatlijnen selecteren door een maatlijn in de groep te selecteren. |
|
Losse maatlijnen |
U kunt losse tekeningmaatlijnen selecteren. |
|
Stramienen |
U kunt stramienen in tekeningen selecteren. |
|
Stramienlijnen |
U kunt losse stramienlijnen in tekeningen selecteren. |
|
Detaillabels |
U kunt detaillabels in tekeningen selecteren. |
|
Plugins |
U kunt gebruikersplugins in tekeningen selecteren. |