Voetplaat (1042)

Tekla Structures
2023
Tekla Structures

Voetplaat (1042)

Voetplaat (1042) maakt een voetplaat die met een kolomuiteinde is verbonden.

Gemaakte objecten

  • Voetplaat

  • Bouten

  • Extra platen die de ankers verbinden

  • Ankers

  • Bouten

  • Lassen

  • Extra componenten (optioneel)

Gebruiken voor

Situatie Beschrijving

Voetplaatdetail kolom

Voetplaat aan de flenszijde van de kolom

Voordat u begint

Maak een kolom.

Volgorde van selectie

  1. Selecteer het hoofdonderdeel (kolom).

  2. Wijs een positie aan.

    Het detail wordt automatisch gemaakt.

Onderdeelidentificatiecode

Onderdeel

1

Voetplaat

Tabblad Afbeelding

Gebruik het tabblad Afbeelding om de positie van de voetplaat te definiëren.

Afmetingen

Beschrijving

1

Afstand van de flens van het hoofdonderdeel tot de rand van de voetplaat.

2

Lasopening.

Tabblad Onderdelen

Gebruik het tabblad Onderdelen om de afmetingen van de voetplaat te definiëren.

Plaat

Optie

Beschrijving

Standaard

Plaat

Dikte, breedte en hoogte van de voetplaat.

Dikte = 30 mm

Breedte =500 mm

Hoogte =500 mm

Optie

Beschrijving

Standaard

Pos.nr.

Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel.

Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren.

Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Materiaal

Materiaalkwaliteit.

Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Naam

De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven.

Afwerking

Beschrijft hoe het oppervlak van het onderdeel is behandeld.

Tabblad Parameters

Gebruik het tabblad Parameters om de afmetingen van de lassen, de diameter van het extra gat en de positie, het type plaat, de ontwerpcontrole en de afschuifkracht te definiëren.

Ontwerpcontrole

Optie

Beschrijving

Design

Definieer of ontwerpcontrole wordt in- of uitgeschakeld.

Ondersteuning

Definieer of het detail en de bijbehorende componenten de ingevoerde schuifkracht dragen.

Axiale factor eigen gewicht (kN)

Definieer de axiale factor eigen gewicht als ontwerpcontrole is ingeschakeld.

Minimum Fcu (N/mm^2)

Definieer de minimum Fcu als het berekenen is ingeschakeld.

Afschuifkracht

Beschrijving

1

Waarde van de afschuifkracht.

Als de ontwerpcontrole is ingeschakeld, voert u een positieve waarde in. Als er geen schuifkracht is, voert u 0 in.

Afmetingen van de las

Beschrijving

1

Afmeting van de las op de flens van de kolom.

2

Afmeting van de las op het lijf van de kolom.

Lastypen

Optie

Beschrijving

Standaard

Volledig gelast

Deze optie kan worden gewijzigd met behulp van AutoDefaults.

Volledig gelast

Gedeeltelijk gelast

Diameter en offset van mortelgat

Beschrijving

1

Horizontale offset van het mortelgat vanaf het hart van de kolom.

2

Diameter van het mortelgat.

3

Verticale offset van het mortelgat vanaf het hart van de kolom.

Voetplaat met mortelgat

Optie

Beschrijving

Standaard

Mortelgat wordt niet gemaakt.

Deze optie kan worden gewijzigd met behulp van AutoDefaults.

Mortelgat wordt niet gemaakt.

Mortelgat wordt gemaakt.

Vorm van de vulplaten

Optie Beschrijving

Standaard

Er worden geen kamplaten gemaakt.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Er worden geen kamplaten gemaakt.

De kamplaten worden horizontaal gemaakt.

De kamplaten worden voor de eerste en laatste rij van de bouten verticaal gemaakt. Voor andere rijen bouten worden de montagegroeven horizontaal gemaakt.

Tolerantie voor montagegroeven

Definieer de tolerantie voor de montagegroeven in de voetplaten. De breedte van de groef is de boutdiameter + de tolerantie. Als u geen waarde invoert, wordt de waarde van de bouttolerantie gebruikt.

Voetplaat met gaten of bouten

Optie

Beschrijving

Standaard

Er worden gaten gemaakt.

Deze optie kan worden gewijzigd met behulp van AutoDefaults.

Er worden gaten gemaakt.

Er worden bouten gemaakt.

Extra componenten gebruiken

U kunt extra systeem- of gebruikerscomponenten gebruiken om het uiteinde van de kolom of de voetplaat te wijzigen. U kunt bijvoorbeeld speciale steunplaten, lasvoorbewerkingen en lastoegangsgaten aan het uiteinde van de kolom maken.

Als u extra systeem- of gebruikerscomponenten gebruikt, moet u het kolomeinde- of de voetplaateigenschappen beheren in de desbetreffende component. Als u meerdere componenten gebruikt, kunnen er meerdere lassen en uitsparingen zijn.

Optie

Beschrijving

Component

Selecteer een systeem- of een gebruikerscomponent in de Applicaties en componenten-database.

Attributen

Selecteer een attribuutbestand voor de component.

Invoer

Definieer op welke onderdelen de geselecteerde component wordt toegepast.

  • Standaard is hetzelfde als Voetplaat + Kolom.

  • Kolom stelt de kolom als het hoofdonderdeel in. Gebruik deze optie voor details.

  • Kolom + Voetplaat stelt de kolom in als het hoofdonderdeel en de voetplaat als het aansluitende onderdeel.

  • Voetplaat + Kolom stelt de voetplaat in als het hoofdonderdeel en de kolom als het aansluitende onderdeel.

  • Basis stelt de voetplaat in als het hoofdonderdeel.

Tabblad Ankers

Gebruik het tabblad Ankers om het maken van verschillende typen ankers te definiëren.

Maatlijnen van het anker

Optie

Beschrijving

Draadstang

Ankerprofiel.

U kunt een opmerking over het onderdeel toevoegen.

Moer

Moerprofiel.

Ring profiel

Ringprofiel.

Extra verst. plaat

Dikte, breedte en hoogte van de extra verstevigingsplaat.

Malplaat

Dikte, breedte en hoogte van de malplaat.

Ondersabelingsmortel

Dikte ondersabelingsmortel.

Met ondersabelingsmortel kunt u kolommen aan de bovenzijde van betonnen onderdelen modelleren en de voetplaten correct positioneren. Hierdoor kunt u details ook eenvoudiger in overzichttekeningen bematen.

Er wordt standaard geen ondersabelingsmortel gemaakt.

Selecteer of de ondersabelingsmortel met of zonder boven schuin te lopen of onder het detailaanmaakpunt wordt gemaakt. Dit is ook van invloed op de vulplaten.

Onderdeeleigenschappen van ankers

Optie Beschrijving Standaard

Pos.nr.

Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel.

Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren.

Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Materiaal

Materiaalkwaliteit.

Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Naam

De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven.

Klasse

Onderdeelklassenummer.

Afwerking

Beschrijft hoe het oppervlak van het onderdeel is behandeld.

Opmerking

Voeg een opmerking over het onderdeel toe.

Voetplaat met

Selecteer of de voetplaat met bouten, ankers of een gebruikerscomponent moet worden gemaakt.

De voetplaat wordt standaard met Bouten gemaakt.

Maatlijnen van het anker

Beschrijving

Standaard

1

Grootte of de lengte van de moer.

diameter van het anker

2

Grootte of de dikte van de ring.

helft van moergrootte

3

Lengte van het anker.

500 mm

4

Lengte van het anker boven de voetplaat.

50 mm

5

Afstand tussen de malplaat en de voetplaat.

60 mm

6

Lengte van de bovenste draad.

0 mm

Ankertypen

Optie

Beschrijving

Standaard

Type 1

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Type 1

a

Radius van de haak

b

Breedte van de haak

a = 2 x diameter van het anker

b = 1/5 van de lengte van het anker

a

Radius van de haak

b

Breedte van de haak

c

Hoogte van de haak

c = gelijk aan de breedte van de haak

d

Lengte van het anker onder de extra plaat

e

Lengte van de onderste draad

d = 2 x moergrootte

e = 4 x moergrootte plus dikte van de extra plaat

Richting van de haak

Optie

Beschrijving

Standaard

Type 1

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Type 1

Type 2

Type 3

Type 4

Boutrichting

Note:

U kunt de boutrichting definiëren als u een voetplaat met bouten hebt gemaakt.

Optie

Beschrijving

Standaard

Boutrichting 1

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Boutrichting 1

Boutrichting 2

Gattolerantie malplaat

Optie

Beschrijving

Standaard

Gat tolerantie ankergaten in malplaat

Definieer de tolerantie van de gaten in de malplaat.

zelfde als bouttolerantie

Gattolerantie in ring

Optie

Beschrijving

Gat in een ring maken

Standaard wordt er geen gat in de ring gemaakt.

Tolerantie van het gat in de ring.

Merk van alle ankers maken

Definieer of ankers in een ankermerk worden opgenomen. U kunt ook steunplaten in het merk opnemen.

Maken

Beschrijving

1

Maak het moerprofiel.

U kunt selecteren dat u twee moeren boven aan de ankerstangen wilt maken.

2

Maak het ringprofiel.

3

Maak de volgplaat.

Ankermerk

Definieer welke onderdelen van het anker onderdeel van het ankermerk zijn.

U kunt de volgplaten boven en onder de voetplaat lassen.

Tabblad Extra platen

Gebruik het tabblad Extra platen om de positionering, de rotatie en het type te definiëren van de profielen (extra profiel 1) die aan de onderzijde van elk anker worden gemaakt en van de profielen (extra profiel 2) die rijen ankers met elkaar verbinden.

Maatvoering onderdelen

Optie

Beschrijving

Standaard

Extra profiel 1

Het eerste extra profiel door het in de profielendatabase te selecteren.

PL10 x 100

Extra profiel 2

Het tweede extra profiel door het in de profielendatabase te selecteren.

Onderdeeleigenschappen

Optie

Beschrijving

Standaard

Pos.nr.

Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel.

Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren.

Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Materiaal

Materiaalkwaliteit.

Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Naam

De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven.

Klasse

Onderdeelklassenummer.

Afwerking

Beschrijft hoe het oppervlak van het onderdeel is behandeld.

Randafstand van extra profiel 1

Beschrijving

Standaard

1

Randafstand van extra profiel 1.

50 mm

Type en richting van extra profiel 1

Optie

Beschrijving

Standaard

Type 1

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Type 1

Type 2

Type 3

Randafstand van extra profiel 2

Beschrijving

Standaard

1

Afstand van extra profiel 2 vanaf de as van het anker.

Helft van de moergrootte of de diameter van het anker

Type extra profiel 2

Optie

Beschrijving

Standaard

Type 1

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Type 1

Type 2

Type 3

Type 4

Type 5

Type 6

Lengte van extra profiel 2

Beschrijving

Standaard

1

Lengte van extra profiel 2 vanaf de as van het anker.

50 mm

Richting van extra profiel 2

Optie

Beschrijving

Standaard

Type 1

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Type 1

Type 2

Eigenschappen extra profiel 1

Optie

Beschrijving

Standaard

Tolerantie gat

Gattolerantie van extra profiel 1.

Hetzelfde als bouttolerantie

Hoogte rond profiel

Voer de hoogte van een cirkelvormig extra profiel 1 in.

Profielrotatie

Profielrotatie van extra profiel 1.

Voorzijde

Rotatie extra profiel 2

Optie

Beschrijving

Standaard

Extra profiel 2 rotatie

Profielrotatie van extra profiel 2.

Voorzijde

Tabblad Bouten

Gebruik het tabblad Bouten om de bouteigenschappen te definiëren.

Maatlijnen van de boutgroep

Beschrijving

1

Selecteer hoe de afmetingen voor de horizontale positie van de boutgroep moeten worden gemeten.

  • Links: vanaf de linkerrand van het aansluitende onderdeel tot de bout uiterst links.

  • Midden: vanaf de hartlijn van het aansluitende onderdeel tot aan de hartlijn van de bouten.

  • Rechts: vanaf de rechterrand van het aansluitende onderdeel tot de bout uiterst rechts.

2

Maatlijn voor de horizontale positie van de boutgroep.

3

Randafstand bouten.

De randafstand is de afstand van het hart van een bout tot de rand van het onderdeel.

4

Aantal bouten.

5

Boutafstand.

Gebruik een spatie als scheidingsteken tussen de waarden voor de boutafstand. Voer een waarde in voor elke afstand tussen de bouten. Voer bijvoorbeeld twee waarden in als er drie bouten in zitten.

6

Selecteer hoe de afmeting voor de verticale positie van de boutgroep moeten worden gemeten.

  • Boven: vanaf de bovenrand van het aansluitende onderdeel tot de bovenste bout.

  • Midden: vanaf de hartlijn van de bouten tot de hartlijn van het aansluitende onderdeel.

  • Onder: vanaf de onderrand van het aansluitende onderdeel tot de onderste bout.

7

Maatlijn voor de verticale positie van de boutgroep.

Basiseigenschappen van bouten

Optie

Beschrijving

Standaard

Boutdiameter

Boutdiameter.

Beschikbare diameters worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd.

Boutnorm

De boutnorm die in de component moet worden gebruikt.

Beschikbare normen worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd.

Tolerantie

De ruimte tussen de bout en het gat.

Draad in mat

Hiermee definieert u of de draad van de bout zich in de geboute onderdelen kan bevinden.

Deze optie heeft geen effect wanneer er bouten met volledige draad worden gebruikt.

Ja

Montage/werkplaats

Locatie waar de bouten moeten worden bevestigd.

Montage

Doordringlengte

Definieert de diepte waarin Tekla Structures zoekt naar delen van de geboute onderdelen. U kunt u instellen of de bout door één of door twee flenzen gaat.

Sleufgaten

U kunt sleufgaten, oversized gaten of tapgaten definiëren.

Optie

Beschrijving

Standaard

1

Verticale maat van sleufgat.

0 heeft een rond gat als resultaat.

2

Horizontale maat van sleufgat of speling van oversized gaten.

0 heeft een rond gat als resultaat.

Gattype

Met Sleufgat maakt u sleufgaten.

Oversized maakt oversized gaten.

Geen gat maakt geen gaten.

Tapgat maakt tapgaten.

Roteer sleufgaten

Als het type gat Sleufgat is, worden de sleufgaten met deze optie gedraaid.

Sleufgat in

Onderde(el)(len) waarin sleufgaten worden gemaakt. De opties zijn afhankelijk van de betreffende component.

Boutsamenstelling

Met de selectievakjes wordt gedefinieerd welke componentobjecten (bout, ringen en moeren) in de samenstelling van de bout worden gebruikt.

Als u alleen een gat wilt maken, moet u alle selectievakjes uitschakelen.

Als u de boutsamenstelling van een bestaande component wilt aanpassen, schakelt u het selectievakje Effect bij wijzigen in en klikt u op Wijzigen.

Extra boutlengte

Definieer hoeveel de bout langer moet worden. Gebruik deze optie bijvoorbeeld wanneer diverse verflagen een langere boutlengte vereisen.

Zigzagsgewijze plaatsing van bouten

Optie

Beschrijving

Standaard

Niet zigzagsgewijs

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Niet zigzagsgewijs

Zigzagtype 1

Zigzagtype 2

Zigzagtype 3

Zigzagtype 4

Tabblad Algemeen

Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:

Tabblad Algemeen

Tabblad Berekening

Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:

Tabblad Berekening

Lassen

Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:

Lassen maken

Was dit nuttig?
Vorige
Volgende