Windverband gebout (11)
Windverband gebout (11) verbindt één tot tien windverbanden met een ligger of kolom met behulp van een knoopplaat die aan de ligger of kolom wordt gebout of gelast. De windverbanden worden aan de knoopplaat gebout. Hoekstalen kunnen aan de uiteinden van de windverbanden of aan elke zijde worden gemaakt.
Gemaakte objecten
-
Knoopplaat
-
Hoekstalen of afschuifklampen (optioneel) die de knoopplaat met de ligger of kolom verbinden
-
Hoekstalen (optioneel) die het windverband met de knoopplaat verbinden
-
Verbindingsplaten
-
Afdichtingsplaten (holle windverbanden)
-
Schotjes (optioneel)
-
Bouten
-
Lassen
-
Uitsnijdingen
Gebruiken voor
Situatie | Beschrijving |
---|---|
Windverbandprofiel: RHS De knoopplaat wordt met behulp van een hoekstaal aan de liggerflens gebout. Windverbanden zijn rondom de knoopplaat gegroefd en eraan bevestigd met behulp van bouten en hoekstalen |
|
Windverbandprofiel: Buis De knoopplaat wordt aan het liggerlijf gelast. Het windverband wordt rondom de knoopplaat geraveeld en daaraan met een pen bevestigd. |
|
Windverbandprofiel: T De knoopplaat wordt aan de liggerflens gelast. Het windverband wordt aan de knoopplaat gebout. |
|
Windverbandprofiel: L De knoopplaat wordt aan de kolomflens gelast. Het windverband wordt aan de knoopplaat gebout. |
Voordat u begint
Maak een ligger of een kolom en één tot tien windverbanden.
Selectievolgorde
-
Selecteer het hoofdonderdeel (ligger of kolom).
-
Selecteer het aansluitende onderdeel (eerste windverband).
-
Selecteer het tweede aansluitende onderdeel (tweede windverband).
-
Selecteer de volgende aansluitende onderdelen (volgende windverbanden).
-
Klik met de middelste muisknop om de component te maken.
Identificatiecode onderdeel
Beschrijving | |
---|---|
1 |
Knoopplaat |
2 |
Hoekstaal |
Tekla Structures gebruikt waarden in het bestand joints.def om deze component te maken.
Tabblad Afbeelding
Gebruik het tabblad Afbeelding om de afmetingen te definiëren die de positie en de vorm van de knoopplaat bepalen.
Afmetingen
Beschrijving | |
---|---|
1 |
Definieer de openingsafstand tussen de knoopplaatrand en het hoofdonderdeel. |
2 |
Definieer de hoek van de knoopplaat (in graden). Deze waarde is van invloed op de vorm van de knoopplaat. |
3 |
Definieer de lengte van de rand van de knoopplaat. Deze waarde is van invloed op de vorm van de knoopplaat. |
4 |
Definieer de afstand tussen de windverbanden. |
5 |
Definieer de afstand tussen het hoofdonderdeel en het windverband. |
6 |
Definieer de afstand tussen het hoekstaal of de rand van de verbindingsplaat en de rand van de knoopplaat. |
Positie van de knoopplaat
Definieer hoe de knoopplaat wordt geplaatst wanneer een voetplaat wordt gebruikt.
Optie | Beschrijving |
---|---|
Standaard De knoopplaat loopt parallel aan het hoofdonderdeel. AutoDefaults kan deze optie wijzigen. |
|
Knoopplaat loopt parallel aan het windverband. |
Knoopplaatafmetingen
Optie | Beschrijving |
---|---|
Standaard De knoopplaat loopt niet door het hoofdonderdeel. Definieer de afmeting van de uitsnijding van de knoopplaat. Deze optie kan worden gewijzigd met behulp van AutoDefaults. |
|
De knoopplaat loopt niet door het hoofdonderdeel. Definieer de afmeting van de uitsnijding van de knoopplaat. |
|
De knoopplaat gaat door het hoofdonderdeel. Definieer de afmeting van de verlenging van de knoopplaat. |
Tabblad Knoopplaat
Gebruik het tabblad Knoopplaat om de eigenschappen, vorm, positie van de knoopplaten en de eigenschappen en oriëntatie van het hoekstaal te definiëren.
Platen
Optie | Beschrijving |
---|---|
Knoopplaat |
Dikte, breedte en hoogte van de knoopplaat. |
Verbindingsplaat1 |
Dikte en breedte van de verbindingsplaat. |
L-profiel |
Selecteer het hoekstaalprofiel in de profielendatabase. |
Optie |
Beschrijving |
Standaard |
---|---|---|
Pos.nr. |
Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel. Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren. |
Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu . |
Materiaal |
Materiaalkwaliteit. |
Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu . |
Naam |
De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven. |
|
Afwerking |
Beschrijft hoe het oppervlak van het onderdeel is behandeld. |
Knoopplaatverbinding
Definieer hoe de knoopplaat met het hoofdonderdeel wordt verbonden.
Optie | Beschrijving |
---|---|
Standaard De knoopplaat wordt rechtstreeks op het hoofdonderdeel gelast. AutoDefaults kan deze optie wijzigen. |
|
De knoopplaat wordt met hoekstalen met het hoofdonderdeel verbonden. Selecteer op welke zijde van de knoopplaat de hoekstalen worden gemaakt. |
|
De knoopplaat is met een verbindingsplaat met het hoofdonderdeel verbonden. Selecteer op welke zijde van de knoopplaat de verbindingsplaat wordt gemaakt. |
Oriëntatie van het hoekstaal
Definieer hoe het hoekstaal op de verbinding wordt geplaatst.
Optie | Beschrijving |
---|---|
Standaard Het hoekstaal wordt op de verbinding geplaatst zodat de langere zijde met de knoopplaat wordt verbonden. AutoDefaults kan deze optie wijzigen. |
|
Het hoekstaal wordt op de verbinding geplaatst zodat de langere zijde met het hoofdonderdeel wordt verbonden. |
Vorm van de knoopplaat
Als u de optie selecteert om het gewicht van de knoopplaat te optimaliseren, kunt u definiëren of de selectievolgorde van de windverbanden van invloed is op de positie van de windverbanden.
Optie | Beschrijving |
---|---|
Standaard AutoDefaults kan deze optie wijzigen. |
|
Met deze optie wordt het gewicht van de knoopplaat geoptimaliseerd. |
Positie van het windverband
Optie | Beschrijving |
---|---|
Standaard De windverbandpositie blijft ongewijzigd. AutoDefaults kan deze optie wijzigen. |
|
Het eerste geselecteerde windverband wordt het dichtst bij het hoofdonderdeel geplaatst. |
Positie van de knoopplaat op het windverband
Definieer waar de knoopplaat op het windverband moet worden geplaatst. Indien nodig kunt u de positie van de knoopplaat nauwkeurig afstellen door de knoopplaat in de z- of y-richting te verplaatsen.
Optie | Beschrijving |
---|---|
Standaard De knoopplaat wordt in het midden van het windverband geplaatst. AutoDefaults kan deze optie wijzigen. |
|
De knoopplaat wordt op de bovenflens van het windverband geplaatst. |
|
Definieer hoe ver de knoopplaat in de z-richting wordt verplaatst. |
|
Definieer hoe ver de knoopplaat in de y-richting wordt verplaatst. |
Positie van de knoopplaat op de kolom of ligger
Optie | Beschrijving |
---|---|
Selecteer de positie van de knoopplaat. De standaardoptie is parallel aan het windverband. |
Afwerking van de knoopplaat
Definieer het afwerkingstype en de afmetingen van de knoopplaat en de hoeklimiet voor parallelle windverbanden.
Beschrijving | |
---|---|
1 |
Afstand tussen de verbindingsplaat en de binnenflens van het hoofdonderdeel. |
2 |
Horizontale afstand tussen de rand van de knoopplaat en de flens van het hoofdonderdeel. |
3 |
De horizontale maatlijn van de afwerking. De tweede afwerking wordt standaard niet gemaakt. |
4 |
De verticale maatlijn van de afwerking. De tweede afwerking wordt standaard niet gemaakt. |
Grootte van de uitsnijding
Als de knoopplaat door het hoofdonderdeel gaat, bepaalt u de grootte van de uitsnijding die voor de knoopplaat is gemaakt.
Beschrijving | |
---|---|
1 |
Definieer de horizontale grootte van de uitsnijding. |
2 |
Definieer de verticale grootte van de uitsnijding. |
3 |
Definieer de radius van de ronde uitsnede. |
Wvb verb.
Gebruik het tabblad Wvb verb. om van de afdichtingsplaat, windverbandraveling en sleufeigenschappen te definiëren.
Afdichtingsplaat
Onderdeel | Beschrijving |
---|---|
Seal plate |
Dikte van de afdichtingsplaat. |
Optie |
Beschrijving |
Standaard |
---|---|---|
Pos.nr. |
Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel. Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren. |
Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu . |
Materiaal |
Materiaalkwaliteit. |
Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu . |
Naam |
De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven. |
|
Afwerking |
Beschrijft hoe het oppervlak van het onderdeel is behandeld. |
Windverbandraveling
Optie | Beschrijving |
---|---|
Selecteer of het windverband wordt geraveeld. U kunt het windverband inkepen als de plaat tegen de flens van het windverband botst of als u sleufgaten in holle windverbanden wilt maken. Met de laatste optie wordt een inkeping gemaakt en de plaat aan het windverband bevestigd met een bout. |
|
|
|
Selecteer de vorm van raveling van het windverband. Definieer de straal voor de ronde vorm. |
|
Definieer de plaatafstand vanaf de buitenrand van het windverband. |
|
Selecteer of u afschuiningen aan de uiteinden van de windverbanden of een vierkant uiteinde aan het windverband wilt maken. |
Tabblad Schotjes
Gebruik het tabblad Schotjes om de eigenschappen en afmetingen van het schotje te definiëren.
Onderdelen
Onderdeel | Beschrijving |
---|---|
Schotje 1, Schotje 2 |
Dikte van het schotje. |
Optie |
Beschrijving |
Standaard |
---|---|---|
Pos.nr. |
Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel. Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren. |
Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu . |
Materiaal |
Materiaalkwaliteit. |
Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu . |
Naam |
De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven. |
|
Afwerking |
Beschrijft hoe het oppervlak van het onderdeel is behandeld. |
Lengte van het schotje
1 |
Definieer de afstand tussen de rand van het schotje en de rand van de knoopplaat. |
2 |
Definieer de lengte van het schotje. |
Afmetingen van het schotje
1 |
Definieer de breedte van het schotje. |
2 |
Definieer de lengte van het rechte deel van het schotje. |
3 |
Definieer de lengte van het schuine deel van het schotje. |
4 |
Definieer de afstand vanaf de hartlijn van het schotje. |
5 |
Definieer de verticale afstand tussen het rechte en het schuine deel van het schotje. |
Type afwerking
Optie | Beschrijving |
---|---|
Standaard Geen afwerking AutoDefaults kan deze optie wijzigen. |
|
Geen afwerking |
|
Lijnvormige afwerking |
|
Bolvormige afwerking |
|
Holvormige afwerking |
Afwerkingsmaatlijnen
Beschrijving | |
---|---|
1 |
De horizontale maatlijn van de afwerking. |
2 |
De verticale maatlijn van de afwerking. |
Tabblad Knooppl.bouten
Gebruik het tabblad Knooppl.bouten om de boutgroepeigenschappen te definiëren voor bouten die de knoopplaat met het hoofdonderdeel verbinden en de verbinding van het hoekstaal definiëren.
Afmetingen van de boutgroepen op de knoopplaat
1 |
Randafstand bouten. De randafstand is de afstand van het hart van een bout tot de rand van het onderdeel. |
2 |
Aantal bouten. |
3 |
Boutafstand. Gebruik een spatie als scheidingsteken tussen de waarden voor de boutafstand. Voer een waarde in voor elke afstand tussen de bouten. Voer bijvoorbeeld twee waarden in als er drie bouten in zitten. |
4 |
Maatlijn voor de verticale positie van de boutgroep. |
5 |
Selecteer hoe de afmeting voor de verticale positie van de boutgroep moeten worden gemeten. |
6 |
Maatlijn voor de horizontale positie van de boutgroep. |
7 |
Selecteer hoe de afmetingen voor de horizontale positie van de boutgroep moeten worden gemeten. |
Beschrijving | |
---|---|
1 |
Locatie waar de bouten moeten worden bevestigd. |
2 |
Randafstand bouten. De randafstand is de afstand van het hart van een bout tot de rand van het onderdeel. |
3 |
Aantal bouten. |
4 |
Boutafstand. Gebruik een spatie als scheidingsteken tussen de waarden voor de boutafstand. Voer een waarde in voor elke afstand tussen de bouten. Voer bijvoorbeeld twee waarden in als er drie bouten in zitten. |
Positie van de boutgroep
De opties voor de horizontale positie en offset van de knoopplaat zijn alleen van invloed op de volgende situatie waarin de knoopplaat met de kolomflens wordt verbonden. Als de positie in het midden is, wordt de offset van de boutgroep bijvoorbeeld vanuit de hartlijn van de kolom berekend.
De opties voor de verticale positie en de offset van de knoopplaat zijn van invloed de boutgroep die de knoopplaat rechtstreeks met de flens verbindt en ook op de boutgroepen die de knoopplaat met het hoekstaal of de verbindingsplaat verbindt.
Type hoekstaalverbinding
Definieer hoe het hoekstaal aan de knoopplaat en het hoofdonderdeel wordt bevestigd.
Optie | Beschrijving |
---|---|
Standaard Beide onderdelen worden met bouten bevestigd. Deze optie kan worden gewijzigd met behulp van AutoDefaults. |
|
Automatisch Wanneer het hoofdonderdeel een buisprofiel is, worden de hoekstalen op het hoofdonderdeel gelast en met bouten op het aansluitende onderdeel bevestigd. Anders worden de hoekstalen met bouten op beide onderdelen bevestigd. |
|
Het hoofdonderdeel wordt met bouten bevestigd en het aansluitende onderdeel wordt gelast. |
|
Het hoofdonderdeel wordt gelast en het aansluitende onderdeel wordt met bouten bevestigd. |
|
Beide onderdelen worden met bouten bevestigd. |
|
Beide onderdelen worden gelast. |
Bouten op de knoopplaat
Definieer of de knoopplaat met bouten met het hoofdonderdeel wordt verbonden wanneer er geen hoekstalen worden gebruikt.
Optie | Beschrijving |
---|---|
Standaard De bouten worden niet in de knoopplaat gemaakt. AutoDefaults kan deze optie wijzigen. |
|
De bouten worden in de knoopplaat gemaakt. |
Zigzagsgewijze plaatsing van bouten
Optie |
Beschrijving |
---|---|
|
Standaard Niet zigzagsgewijs AutoDefaults kan deze optie wijzigen. |
|
Niet zigzagsgewijs |
|
Zigzagtype 1 |
|
Zigzagtype 2 |
|
Zigzagtype 3 |
|
Zigzagtype 4 |
Basiseigenschappen van bouten
Optie |
Beschrijving |
Standaard |
---|---|---|
Boutdiameter |
Boutdiameter. |
Beschikbare diameters worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd. |
Boutnorm |
De boutnorm die in de component moet worden gebruikt. |
Beschikbare normen worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd. |
Tolerantie |
De ruimte tussen de bout en het gat. |
|
Draad in mat |
Hiermee definieert u of de draad van de bout zich in de geboute onderdelen kan bevinden. Deze optie heeft geen effect wanneer er bouten met volledige draad worden gebruikt. |
Ja |
Doordringlengte
Definieert de diepte waarin Tekla Structures zoekt naar delen van de geboute onderdelen. U kunt u instellen of de bout door één of door twee flenzen gaat.
Sleufgaten
U kunt sleufgaten, oversized gaten of tapgaten definiëren.
Optie |
Beschrijving |
Standaard |
---|---|---|
1 |
Verticale maat van sleufgat. |
0 heeft een rond gat als resultaat. |
2 |
Horizontale maat van sleufgat of speling van oversized gaten. |
0 heeft een rond gat als resultaat. |
Gattype |
Met Sleufgat maakt u sleufgaten. Oversized maakt oversized gaten. Geen gat maakt geen gaten. Tapgat maakt tapgaten. |
|
Roteer sleufgaten |
Als het type gat Sleufgat is, worden de sleufgaten met deze optie gedraaid. |
|
Sleufgat in |
Onderde(el)(len) waarin sleufgaten worden gemaakt. De opties zijn afhankelijk van de betreffende component. |
Boutsamenstelling
Met de selectievakjes wordt gedefinieerd welke componentobjecten (bout, ringen en moeren) in de samenstelling van de bout worden gebruikt.
Als u alleen een gat wilt maken, moet u alle selectievakjes uitschakelen.
Als u de boutsamenstelling van een bestaande component wilt aanpassen, schakelt u het selectievakje Effect bij wijzigen in en klikt u op Wijzigen.
Extra boutlengte
Definieer hoeveel de bout langer moet worden. Gebruik deze optie bijvoorbeeld wanneer diverse verflagen een langere boutlengte vereisen.
Boutrichting
Optie |
Beschrijving |
---|---|
|
Standaard Boutrichting 1 AutoDefaults kan deze optie wijzigen. |
|
Boutrichting 1 |
|
Boutrichting 2 |
Tabblad Bouten staaf 1/Bouten staaf 2/Bouten staaf 3
Gebruik de tabbladen Bouten staaf 1, Bouten staaf 2 en Bouten staaf 3 om de bouten te definiëren die de eerste, tweede en volgende windverbanden met de knoopplaat verbinden.
Afmetingen van de boutgroep
Beschrijving | |
---|---|
1 |
Aantal bouten. |
2 |
Boutafstand. Gebruik een spatie als scheidingsteken tussen de waarden voor de boutafstand. Voer een waarde in voor elke afstand tussen de bouten. Voer bijvoorbeeld twee waarden in als er drie bouten in zitten. |
3 |
Randafstand bouten. De randafstand is de afstand van het hart van een bout tot de rand van het onderdeel. |
4 |
Selecteer hoe de afmeting voor de verticale positie van de boutgroep moeten worden gemeten. |
5 |
Maatlijn voor de verticale positie van de boutgroep. |
6 |
Definieer welke bouten uit de boutgroep worden verwijderd. Voer de boutnummers in van de bouten die moeten worden verwijderd en scheid de nummers met een spatie. Boutnummers lopen van links naar rechts en van boven naar beneden. |
Boutafstand
Definieer de minimale afstand vanaf de bouten van de verbindingsplaat tot het snijpunt van de hartlijnen van het hoofdonderdeel en het windverband. Als een windverband loodrecht op het hoofdonderdeel staat, wordt de afstand vanaf de hartlijn van het hoofdonderdeel tot de dichtstbijzijnde bouten gemeten.
Optie | Optie | Optie |
---|---|---|
Zigzagsgewijze plaatsing van bouten
Optie |
Beschrijving |
---|---|
|
Standaard Niet zigzagsgewijs AutoDefaults kan deze optie wijzigen. |
|
Niet zigzagsgewijs |
|
Zigzagtype 1 |
|
Zigzagtype 2 |
|
Zigzagtype 3 |
|
Zigzagtype 4 |
Basiseigenschappen van bouten
Optie |
Beschrijving |
Standaard |
---|---|---|
Boutdiameter |
Boutdiameter. |
Beschikbare diameters worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd. |
Boutnorm |
De boutnorm die in de component moet worden gebruikt. |
Beschikbare normen worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd. |
Tolerantie |
De ruimte tussen de bout en het gat. |
|
Draad in mat |
Hiermee definieert u of de draad van de bout zich in de geboute onderdelen kan bevinden. Deze optie heeft geen effect wanneer er bouten met volledige draad worden gebruikt. |
Ja |
Montage/werkplaats |
Locatie waar de bouten moeten worden bevestigd. |
Montage |
Sleufgaten
U kunt sleufgaten, oversized gaten of tapgaten definiëren.
Optie |
Beschrijving |
Standaard |
---|---|---|
1 |
Verticale maat van sleufgat. |
0 heeft een rond gat als resultaat. |
2 |
Horizontale maat van sleufgat of speling van oversized gaten. |
0 heeft een rond gat als resultaat. |
Gattype |
Met Sleufgat maakt u sleufgaten. Oversized maakt oversized gaten. Geen gat maakt geen gaten. Tapgat maakt tapgaten. |
|
Roteer sleufgaten |
Als het type gat Sleufgat is, worden de sleufgaten met deze optie gedraaid. |
|
Sleufgat in |
Onderde(el)(len) waarin sleufgaten worden gemaakt. De opties zijn afhankelijk van de betreffende component. |
Boutsamenstelling
Met de selectievakjes wordt gedefinieerd welke componentobjecten (bout, ringen en moeren) in de samenstelling van de bout worden gebruikt.
Als u alleen een gat wilt maken, moet u alle selectievakjes uitschakelen.
Als u de boutsamenstelling van een bestaande component wilt aanpassen, schakelt u het selectievakje Effect bij wijzigen in en klikt u op Wijzigen.
Extra boutlengte
Definieer hoeveel de bout langer moet worden. Gebruik deze optie bijvoorbeeld wanneer diverse verflagen een langere boutlengte vereisen.
Boutrichting
Optie |
Beschrijving |
---|---|
|
Standaard Boutrichting 1 AutoDefaults kan deze optie wijzigen. |
|
Boutrichting 1 |
|
Boutrichting 2 |
Tabblad Bouten hoekstaal
Gebruik het tabblad Bouten hoekstaal om de bouten te definiëren die de hoekstalen verbinden.
Onderdeel
Optie | Beschrijving |
---|---|
L-profiel |
Selecteer het hoekstaalprofiel in de profielendatabase. |
Optie |
Beschrijving |
Standaard |
---|---|---|
Pos.nr. |
Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel. Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren. |
Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu . |
Materiaal |
Materiaalkwaliteit. |
Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu . |
Naam |
De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven. |
|
Afwerking |
Beschrijft hoe het oppervlak van het onderdeel is behandeld. |
Basiseigenschappen van bouten
Optie |
Beschrijving |
Standaard |
---|---|---|
Boutdiameter |
Boutdiameter. |
Beschikbare diameters worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd. |
Boutnorm |
De boutnorm die in de component moet worden gebruikt. |
Beschikbare normen worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd. |
Tolerantie |
De ruimte tussen de bout en het gat. |
|
Draad in mat |
Hiermee definieert u of de draad van de bout zich in de geboute onderdelen kan bevinden. Deze optie heeft geen effect wanneer er bouten met volledige draad worden gebruikt. |
Ja |
Montage/werkplaats |
Locatie waar de bouten moeten worden bevestigd. |
Montage |
Afmetingen van de boutgroep
Beschrijving | |
---|---|
1 |
Aantal bouten. |
2 |
Boutafstand. Gebruik een spatie als scheidingsteken tussen de waarden voor de boutafstand. Voer een waarde in voor elke afstand tussen de bouten. Voer bijvoorbeeld twee waarden in als er drie bouten in zitten. |
3 |
Randafstand bouten. De randafstand is de afstand van het hart van een bout tot de rand van het onderdeel. |
4 |
Definieer de randafstand tussen het hoekstaal en het windverband. |
5 |
Selecteer hoe de afmeting voor de verticale positie van de boutgroep moeten worden gemeten. |
6 |
Maatlijn voor de verticale positie van de boutgroep. |
Positie hoekstaal
Optie | Beschrijving |
---|---|
Selecteer de positie van het hoekstaal. |
Boutrichting
Optie |
Beschrijving |
---|---|
|
Standaard Boutrichting 1 AutoDefaults kan deze optie wijzigen. |
|
Boutrichting 1 |
|
Boutrichting 2 |
Tabblad Algemeen
Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:
Tabblad Berekening
Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:
Tabblad Berekening
Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:
Lassen
Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling: