Eindplaat (144)

Tekla Structures
2023
Tekla Structures

Eindplaat (144)

Eindplaat (144) verbindt een ligger met een kolom of twee liggers met elkaar met behulp van een geboute eindplaat. Het aansluitende onderdeel kan vlak of schuin worden geplaatst.

Gemaakte objecten

  • Eindplaat

  • Gezette plaat

  • Vulplaten (optioneel)

  • Schotjes (optioneel)

  • Coupplaten (optioneel)

  • Gaten

  • Bouten

  • Hoeksteunen

  • Lassen

  • Uitsnijdingen

Gebruiken voor

Situatie

Beschrijving

Ligger-ligger-bevestiging met eindplaat.

Het aansluitende onderdeel kan vlak of schuin, of in een rechte hoek of gedraaid worden geplaatst.

Er zijn verschillende raveelopties.

Ligger-ligger-bevestiging met eindplaat.

Verlengde plaat met of zonder coupplaat.

Eindplaatverbinding met een kolomflens of lijf.

Het aansluitende onderdeel kan vlak of schuin, of in een rechte hoek of gedraaid worden geplaatst.

Verbinding met eindplaat tot volledige diepte aan een kolomflens of lijf.

Het aansluitende onderdeel kan vlak of schuin, of in een rechte hoek of gedraaid worden geplaatst.

Eindplaatverbinding met een kolomlijf.

Verlengde plaat met coupplaten.

Eindplaatverbinding met een kolomflens met kolomschotje.

Kolomverbinding met eindplaat.

Het aansluitende deel is geroteerd.

Volgorde van selectie

  1. Selecteer het hoofdonderdeel (kolom of ligger).

  2. Selecteer het aansluitende onderdeel (ligger).

    De verbinding wordt automatisch gemaakt.

Onderdeelidentificatiecode

Onderdeel

1

Eindplaat

2

Vulplaat

3

Schotje

4

Coupplaat

Opmerking:

Tekla Structures gebruikt waarden in het bestand joints.def om deze component te maken.

Voorbeeld: Een eindplaat toevoegen met Eindplaat (144)

In dit voorbeeld verbindt u een ligger met een kolom met behulp van een eindplaatverbinding. Eindplaat (144) verbindt twee liggers of een ligger met een kolom met behulp van een geboute eindplaat.

  1. Klik op de knop Applicaties en componenten in het zijvenster om de database Applicaties en componenten te openen.
  2. Voer 144 in het zoekvak in.
  3. Dubbelklik op Eindplaat (144) om de componenteigenschappen te openen.
  4. Klik op Toepassen om de component met de standaardeigenschappen toe te passen.
  5. Selecteer het hoofdonderdeel (kolom).
  6. Selecteer het aansluitende onderdeel (ligger).

    Tekla Structures voegt de verbinding automatisch toe wanneer u de ligger selecteert.

Tabblad Afbeelding

Gebruik het tabblad Afbeelding om de positie van de eindplaat te definiëren.

Positie van de eindplaat

Beschrijving

Standaard

1

Afstand voor de bovenrand van de eindplaat vanaf de bovenkant van de aansluitende ligger.

Bij een positieve waarde komt de bovenste positie dichter bij het midden van de ligger en wordt de plaat dus kleiner. Bij een negatieve waarde wordt de plaat groter.

10 mm

2

Afstand voor de onderste rand van de eindplaat vanaf de onderkant van de aansluitende ligger.

3

Opening tussen de vulplaat en het hoofdonderdeel.

Als geen vulplaat wordt gebruikt, wordt de gedefinieerde opening tussen de eindplaat en het hoofdonderdeel gemaakt.

0

Tabblad Platen

Gebruik het tabblad Platen om de grootte van de eindplaat, de gezette plaat en de vulplaten te definiëren.

Platen

Optie

Beschrijving

Standaard

Eindplaat

De dikte, breedte en hoogte van de eindplaat.

De breedte en hoogte worden gedefinieerd door de randafstanden van de boutgroep.

dikte = 10 mm

Gezette plaat

De dikte, breedte en hoogte van de gezette plaat.

De plaat wordt alleen gemaakt als een dikte is opgegeven.

dikte = 0

breedte = horizontale h.o.h.-maten van de bouten - (1,5*de boutdiameter)

hoogte = 200 mm

Vulplaat 1, 2, 3

Vulplaatdikte.

De plaat wordt alleen gemaakt als een dikte is opgegeven.

U kunt maximaal drie verschillende vulplaten definiëren.

0

Aantal vulplaten

Aantal vulplaten voor elke dikte.

Standaard wordt er 1 plaat gemaakt.

Optie

Beschrijving

Standaard

Pos.nr.

Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel.

Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren.

Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Materiaal

Materiaalkwaliteit.

Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Naam

De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven.

Afwerking

Beschrijft hoe het oppervlak van het onderdeel is behandeld.

Lengte van de gezette vulplaat

Definieer de horizontale lengte van de gezette vulplaat. Standaard is 10*dikte van de gezette plaat.

Positie van de vulplaat

Optie

Beschrijving

Standaard

Vulplaten worden buiten het hoofdonderdeel gemaakt.

Deze optie kan worden gewijzigd met behulp van AutoDefaults.

Vulplaten worden buiten het hoofdonderdeel gemaakt.

Vulplaten worden binnen het hoofdonderdeel gemaakt.

Vorm van de vulplaat

Optie Beschrijving

Standaard

Gaten zijn gebaseerd op de boutgroep van de verbinding.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Gaten zijn gebaseerd op de boutgroep van de verbinding.

Vingervulplaat met horizontale sleufgaten.

De plaat kan vanaf de rechter- of linkerzijde van de verbinding worden geplaatst.

Vingervulplaat met verticale sleufgaten.

De plaat kan vanaf de bovenzijde van de verbinding worden geplaatst.

Twee aparte vingervulplaten met horizontale sleuven.

Twee aparte vingervulplaten met verticale sleuven.

Tolerantie

Definieer de tolerantie van de sleufgaten in de vulplaten. De breedte van de sleuf is de boutdiameter + de tolerantie. Definieer voor twee aparte vingervulplaten ook de tolerantie tussen de platen.

Randafstanden van de bouten in vulplaten

Definieer de boutrandafstand voor de vulplaten. Als deze velden leeg zijn, hebben de vulplaten dezelfde afmetingen als de eindplaat.

Beschrijving

Standaard

1

Horizontale boutrandafstand in de vulplaat.

30 mm

2

Verticale boutrandafstand in de vulplaat.

30 mm

Grootte van de opening

Definieer de maximale grootte voor de opening tussen de eindplaat en de aansluitende ligger. U gebruikt deze wanneer de ligger licht gebogen of schuin is om te besluiten of de hoek zo klein is dat het uiteinde van de ligger haaks kan zijn.

Als de werkelijke opening kleiner is dan deze waarde, blijft het uiteinde van de ligger recht.

Als de werkelijke opening groter is dan deze waarde, wordt het uiteinde van de ligger gefit ten opzichte van de eindplaat.

Tabblad Schotjes

Gebruik het tabblad Schotjes om de maatlijnen, oriëntatie, positie en het type van het schotje te definiëren.

Afmeting van de schotjes

Optie

Beschrijving

Boven VZ

Dikte, breedte en hoogte van het bovenste schotje aan de voorzijde.

Boven AZ

Dikte, breedte en hoogte van het bovenste schotje aan de achterzijde.

Onder VZ

Dikte, breedte en hoogte van het onderste schotje aan de onderzijde.

Onder AZ

Dikte, breedte en hoogte van het onderste schotje aan de bovenzijde.

Optie

Beschrijving

Standaard

Pos.nr.

Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel.

Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren.

Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Materiaal

Materiaalkwaliteit.

Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Naam

De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven.

Afwerking

Beschrijft hoe het oppervlak van het onderdeel is behandeld.

Richting van de schotjes

Optie

Beschrijving

Standaard

Schotjes lopen parallel aan het aansluitende onderdeel.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Schotjes lopen parallel aan het aansluitende onderdeel.

Schotjes staan haaks op het hoofdonderdeel.

Schotjes maken

Optie

Beschrijving

Standaard

Er worden schotjes gemaakt.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Automatisch

Schotjes worden gemaakt wanneer nodig.

Er worden geen schotjes gemaakt.

Er worden schotjes gemaakt.

Vorm van schotje

Optie

Beschrijving

Standaard

Afgewerkte schotjes

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Automatisch

Afgewerkte schotjes

Rechte schotjes

Schotjes met een opening voor de ronding van het lijf van het hoofdonderdeel

Afgewerkte schotjes

Posities van schotjes

Beschrijving

1

Grootte van de opening tussen het schotje en de rand van het liggerlijf.

2

Grootte van de ruimte tussen het bovenste schotje aan de binnenkant en de rand van de liggerflens.

3

Grootte van de ruimte tussen het onderste schotje aan de binnenkant en de rand van de liggerflens.

4

Grootte van de ruimte tussen het onderste schotje aan de buitenkant en de rand van de liggerflens.

5

Grootte van de ruimte tussen het bovenste schotje aan de buitenkant en de rand van de liggerflens.

Afwerkingsmaatlijnen

Beschrijving

Standaard

1

De verticale maatlijn van de afwerking.

10 mm

2

De horizontale maatlijn van de afwerking.

10 mm

Type afwerking

Optie

Beschrijving

Standaard.

Lijnvormige afwerking

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Geen afwerking

Lijnvormige afwerking

Bolvormige afwerking

Holvormige afwerking

Tabblad Coup

Gebruik het tabblad Haunch om de coupplaten en de afwerking voor de flenzen van de aansluitende ligger te definiëren.

Coupplaten

Optie

Beschrijving

Plaat boven

Dikte, breedte en hoogte van de bovenste coupplaat.

Plaat onder

Dikte, breedte en hoogte van de onderste coupplaat.

Optie

Beschrijving

Standaard

Pos.nr.

Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel.

Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren.

Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Materiaal

Materiaalkwaliteit.

Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Naam

De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven.

Afwerking

Beschrijft hoe het oppervlak van het onderdeel is behandeld.

Afschuining van coupplaten

Beschrijving

1

Breedte van de afwerking van de bovenste coupplaat.

2

Hoogte van de afwerking van de bovenste coupplaat.

3

Hoogte van de afwerking van de onderste coupplaat.

4

Breedte van de afwerking van de onderste coupplaat.

Type afwerking

Optie Beschrijving

Standaard

Lijnvormige afwerking

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Geen afwerking

Lijnvormige afwerking

Bolvormige afwerking

Holvormige afwerking

Coupplaat maken

Optie

Beschrijving

Standaard

Indien nodig worden er aan de bovenzijde en onderzijde coupplaten gemaakt.

Deze optie kan worden gewijzigd met behulp van AutoDefaults.

Automatisch

De coupplaat wordt gemaakt aan de bovenzijde, onderzijde of aan beide zijden, indien nodig.

Er worden coupplaten gemaakt aan de bovenzijde en onderzijde.

Als u één plaat wilt maken, typt u 0 in het veld dikte (d) voor de plaat die u niet nodig hebt (plaat aan de bovenzijde of onderzijde).

Er worden geen coupplaten gemaakt.

Tabblad Raveling

Gebruik het tabblad Raveling om automatisch ravelingen voor de aansluitende ligger te maken en de eigenschappen van de raveling te definiëren. Het tabblad Raveling bestaat uit twee delen: automatische eigenschappen (bovenste deel) en handmatige eigenschappen (onderste deel). Automatische en handmatige ravelingeigenschappen werken onafhankelijk van elkaar.

Automatische raveling

Automatische raveling heeft betrekking op de boven- en onderflens.

Vorm van de raveling

Automatische raveling wordt ingeschakeld zodra u een vorm van raveling hebt geselecteerd.

Optie

Beschrijving

Standaard

Hiermee maakt u ravelingen op de aansluitende ligger.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Hiermee maakt u ravelingen op de aansluitende ligger. De uitsparingen staan haaks op het hoofdliggerlijf.

Hiermee maakt u ravelingen op de aansluitende ligger. De uitsparingen staan haaks op het lijf van de aansluitende ligger.

Hiermee maakt u ravelingen op de aansluitende ligger. De verticale zijde van de uitsparing staat haaks op de hoofdligger en de horizontale zijde staat haaks op de aansluitende ligger.

Hiermee schakelt u de automatische raveling uit.

Grootte van de raveling

Optie Beschrijving

Standaard

De grootte van de raveling wordt gemeten vanaf de rand van de flens van de hoofdligger en vanaf de onderkant van de bovenflens van de hoofdligger.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

De grootte van de raveling wordt gemeten vanaf de rand van de flens van de hoofdligger en vanaf de onderkant van de bovenflens van de hoofdligger.

De grootte van de raveling wordt gemeten vanaf de hartlijn van de hoofdligger en vanaf de bovenflens van de hoofdligger.

De grootte van de raveling wordt gemeten vanaf de rand van de flens van de hoofdligger en vanaf de buitenzijde van de bovenflens van de hoofdligger.

Voer de horizontale en verticale waarden in voor de uitsparingen.

Vorm van de uitsparing in de flens

Optie

Beschrijving

Standaard

De flens van de aansluitende ligger wordt parallel aan de hoofdligger gesneden.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

De flens van de aansluitende ligger wordt parallel aan de hoofdligger gesneden.

De flens van aansluitende ligger wordt haaks gesneden.

Afronding van de afmeting van de raveling

Gebruik de opties voor de afronding van de ravelingafmeting om te definiëren of de maten naar boven worden afgerond. Zelfs als afronding van de afmeting is ingeschakeld, wordt de afmeting alleen afgerond als dit nodig is.

Optie

Beschrijving

Standaard

De afmeting van de raveling wordt niet afgerond.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

De afmeting van de raveling wordt niet afgerond.

De afmeting van de raveling wordt afgerond.

Voer de horizontale en verticale waarden in voor de afronding.

De afmetingen worden naar boven afgerond op het eerstvolgende veelvoud van de opgegeven waarde. Als de eigenlijke maat 51 is en u een afronding van 10 invoert, wordt de afmeting naar boven afgerond op 60.

Positie van de raveling

Optie

Beschrijving

Standaard

Hiermee maakt u de uitsparing onder de flens van de hoofdligger.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Hiermee maakt u de uitsparing onder de flens van de hoofdligger.

Hiermee maakt u de uitsparing boven de flens van de hoofdligger.

Afwerking van de raveling

Optie

Beschrijving

Standaard

De raveling wordt niet afgewerkt.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

De raveling wordt niet afgewerkt.

Hiermee maakt u een raveling met een lijnvormige afwerking.

De raveling wordt afgeschuind aan de hand van de ingevoerde radius.

Voer de radius voor de afwerking in.

Handmatige raveling

Gebruik handmatige raveling wanneer een onderdeel dat niet bij de verbinding hoort een conflict veroorzaakt met de aansluitende ligger. Als u handmatige raveling gebruikt, worden uitsparingen gemaakt op basis van de ingevoerde waarden in de velden van het tabblad Raveling. U kunt verschillende waarden gebruiken voor de boven- en onderflens.

Zijde van de raveling in de flens

De zijde van de raveling in de flens definieert aan welke zijde van de ligger de raveling wordt gemaakt.

Optie

Beschrijving

Standaard

Hiermee maakt u een raveling aan beide zijden van de flens.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Automatisch

Hiermee maakt u een raveling aan beide zijden van de flens.

Hiermee maakt u een raveling aan beide zijden van de flens.

Hiermee maakt u een raveling aan de voorzijde van de flens.

Hiermee maakt u een raveling aan de achterzijde van de flens.

Vormen van de raveling in de flens

De vorm van de raveling in de flens definieert de vorm van de raveling in de liggerflens.

Optie

Beschrijving

Standaard

De hele flens van de aansluitende ligger wordt zo ver uitgesneden als u hebt gedefinieerd.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Automatisch

De hele flens van de aansluitende ligger wordt zo ver uitgesneden als u hebt gedefinieerd. De standaarddiepte voor de raveling is twee keer de dikte van de aansluitende flens. De uitsparing is altijd net zo groot als de totale breedte van de aansluitende flens.

Hiermee maakt u een raveling in de flens.

Als u geen horizontale maat opgeeft, wordt er een raveling van 45 graden gemaakt.

Hiermee maakt u uitsparingen in de flens op basis van standaardwaarden, tenzij u waarden opgeeft in de velden 1en 2.

De flens wordt niet uitgesneden.

Hiermee maakt u uitsparingen in de flens op basis van de waarde in het veld 1 zodat deze gelijk loopt met het lijf.

Hiermee maakt u uitsparingen in de flens op basis van de waarde in de velden 1 en 2.

Diepte van de raveling in de flens

Optie

Beschrijving

Standaard

Diepte van de raveling in de flens.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Diepte van de raveling in de flens.

Diepte van de raveling in de flens op basis van een maat vanaf de hartlijn van het lijf van de aansluitende ligger tot de rand van de raveling.

Voer de waarde in voor de diepte van de raveling in de flens.

Afmeting van de uitsnijding

Beschrijving

Standaard

1

Afmetingen voor de horizontale flensuitsnijdingen.

10 mm

2

Afmetingen voor de verticale flensuitsnijdingen.

De opening tussen de rand van de raveling en de flens van de ligger is gelijk aan de afronding van het hoofdonderdeel. De hoogte van de raveling wordt naar boven afgerond op 5 mm.

Definitie BCSA-raveling

Definieer of de raveling volgens de specificaties van de British Constructional Steelwork Association (BCSA) is gemaakt.

Optie

Beschrijving

Standaard

Afmetingen van de raveling.

Ja

Hiermee maakt u een raveling van 50 mm voor eenvoudige ligger-tegen-ligger-verbindingen.

Nee

Gebruik de opties op dit tabblad Raveling om de afmetingen van de raveling te definiëren.

Tabblad Bouten

Gebruik het tabblad Bouten om de eigenschappen van de bouten die de eindplaten aan het hoofdonderdeel verbinden te definiëren.

Maatlijnen van de boutgroep

De maten van een boutgroep zijn van invloed op de grootte van de eindplaat.

Beschrijving

1

Maatlijn voor de horizontale positie van de boutgroep.

2

Selecteer hoe de afmetingen voor de horizontale positie van de boutgroep moeten worden gemeten.

  • Links: vanaf de linkerrand van het aansluitende onderdeel tot de bout uiterst links.

  • Midden: vanaf de hartlijn van het aansluitende onderdeel tot aan de hartlijn van de bouten.

  • Rechts: vanaf de rechterrand van het aansluitende onderdeel tot de bout uiterst rechts.

3

Randafstand bouten.

De randafstand is de afstand van het hart van een bout tot de rand van het onderdeel.

4

Aantal bouten.

5

Boutafstand.

Gebruik een spatie als scheidingsteken tussen de waarden voor de boutafstand. Voer een waarde in voor elke afstand tussen de bouten. Voer bijvoorbeeld twee waarden in als er drie bouten in zitten.

6

Maatlijn voor de verticale positie van de boutgroep.

7

Selecteer hoe de afmeting voor de verticale positie van de boutgroep moeten worden gemeten.

  • Boven: vanaf de bovenrand van het aansluitende onderdeel tot de bovenste bout.

  • Midden: vanaf de hartlijn van de bouten tot de hartlijn van het aansluitende onderdeel.

  • Onder: vanaf de onderrand van het aansluitende onderdeel tot de onderste bout.

8

De afstand tussen de onderzijde van de ligger tot de onderste bout.

9

Definieer welke bouten uit de boutgroep worden verwijderd.

Voer de boutnummers in van de bouten die moeten worden verwijderd en scheid de nummers met een spatie. Boutnummers lopen van links naar rechts en van boven naar beneden.

Basiseigenschappen van bouten

Optie

Beschrijving

Standaard

Boutdiameter

Boutdiameter.

Beschikbare diameters worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd.

Boutnorm

De boutnorm die in de component moet worden gebruikt.

Beschikbare normen worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd.

Tolerantie

De ruimte tussen de bout en het gat.

Draad in mat

Hiermee definieert u of de draad van de bout zich in de geboute onderdelen kan bevinden.

Deze optie heeft geen effect wanneer er bouten met volledige draad worden gebruikt.

Ja

Montage/werkplaats

Locatie waar de bouten moeten worden bevestigd.

Montage

Doordringlengte

Definieert de diepte waarin Tekla Structures zoekt naar delen van de geboute onderdelen. U kunt u instellen of de bout door één of door twee flenzen gaat.

Boutcommentaar

U kunt een boutcommentaar definiëren.

Sleufgaten

U kunt sleufgaten, oversized gaten of tapgaten definiëren.

Optie

Beschrijving

Standaard

1

Verticale maat van sleufgat.

0 heeft een rond gat als resultaat.

2

Horizontale maat van sleufgat of speling van oversized gaten.

0 heeft een rond gat als resultaat.

Gattype

Met Sleufgat maakt u sleufgaten.

Oversized maakt oversized gaten.

Geen gat maakt geen gaten.

Tapgat maakt tapgaten.

Roteer sleufgaten

Als het type gat Sleufgat is, worden de sleufgaten met deze optie gedraaid.

Sleufgat in

Onderde(el)(len) waarin sleufgaten worden gemaakt. De opties zijn afhankelijk van de betreffende component.

Boutsamenstelling

Met de selectievakjes wordt gedefinieerd welke componentobjecten (bout, ringen en moeren) in de samenstelling van de bout worden gebruikt.

Als u alleen een gat wilt maken, moet u alle selectievakjes uitschakelen.

Als u de boutsamenstelling van een bestaande component wilt aanpassen, schakelt u het selectievakje Effect bij wijzigen in en klikt u op Wijzigen.

Extra boutlengte

Definieer hoeveel de bout langer moet worden. Gebruik deze optie bijvoorbeeld wanneer diverse verflagen een langere boutlengte vereisen.

Boutrichting

Optie

Beschrijving

Standaard

Boutrichting 1

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Boutrichting 1

Boutrichting 2

Zigzagsgewijze plaatsing van bouten

Optie

Beschrijving

Standaard

Niet zigzagsgewijs

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Niet zigzagsgewijs

Zigzagtype 1

Zigzagtype 2

Zigzagtype 3

Zigzagtype 4

Tabblad Gaten

Gebruik het tabblad Gaten om de galvaniserende gaten in de eindplaat te definiëren.

Optie Beschrijving

Boutnorm

Selecteer de boutnorm.

Bouttype

Selecteer het bouttype om de locatie te definiëren waar de bouten moeten worden bevestigd.

Gegevens lezen van

U kunt selecteren of u het definitiebestand sinkholes.dat wilt gebruiken om de standaardwaarden voor horizontale en verticale offsets en de diameters voor bovenste en onderste gaten te definiëren.

Het bestand wordt in de volgende volgorde gezocht: Staalmap van de omgeving Common van het systeem (..\Environments\common\system\Steel), de modelmap, de map XS_FIRM, XS_PROJECT en XS_SYSTEM.

U kunt ook selecteren of u de gaten in het componentendialoogvenster wilt definiëren.

Aantal gaten

Het hart van een groep gaten is het hart van de ligger en het hart van de coup als er een coup wordt gebruikt. De groep gaten bestaat uit 0, 1, 2 of 4 gaten.

Optie Beschrijving

Standaard

Geen gaten

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Geen gaten

1 gat

2 gaten

4 gaten

Posities van de gaten

Beschrijving

1

Horizontale afstand tussen het hart van de aansluitende ligger en het bovenste gat.

2

Horizontale afstand tussen het hart van de aansluitende ligger en het onderste gat.

3

Verticale afstand tussen het hart van de aansluitende ligger en het bovenste gat.

4

Verticale afstand tussen het hart van de aansluitende ligger en het onderste gat.

5

Diameter van het onderste gat.

6

Diameter van het bovenste gat.

Tabblad L-profiel

Gebruik het tabblad L-profiel om een hoeksteun toe te voegen. Hoeksteunen zijn bedoeld om het gewicht van de aansluitende ligger te dragen.

Hoeksteun

Optie

Beschrijving

Bovenste hoek, Onderste hoek

Dikte, breedte en hoogte van de hoeksteun.

Optie

Beschrijving

Standaard

Pos.nr.

Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel.

Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren.

Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Materiaal

Materiaalkwaliteit.

Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Naam

De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven.

Afwerking

Beschrijft hoe het oppervlak van het onderdeel is behandeld.

Positie van de hoeksteun

Hoeksteunen kunnen op de bovenste, onderste of op beide flenzen van het aansluitende onderdeel worden geplaatst.

Optie

Beschrijving

Standaard

Er wordt geen hoeksteun gemaakt.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Er wordt geen hoeksteun gemaakt.

Er wordt een hoeksteun aan de bovenzijde van de flens van de ligger gemaakt.

Er wordt een hoeksteun aan de onderzijde van de flens van de ligger gemaakt.

Er worden hoeksteunen aan beide zijden van de flens van de ligger gemaakt.

Richting van de hoeksteun

Optie

Beschrijving

Standaard

De lange zijde van de hoeksteun wordt met de aansluitende ligger verbonden.

Deze optie kan worden gewijzigd met behulp van AutoDefaults.

De lange zijde van de hoeksteun wordt met de aansluitende ligger verbonden.

De lange zijde van de hoeksteun wordt met het hoofdonderdeel verbonden.

Automatisch

De lange zijde van de hoeksteun wordt verbonden met het onderdeel waar bouten het verst van de hoek van de steun reiken.

Tabblad Algemeen

Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:

Tabblad Algemeen

Tabblad Berekening

Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:

Tabblad Berekening

Lassen

Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:

Lassen maken

Was dit nuttig?
Vorige
Volgende