U moet de projectbehoeften plannen en de benodigde bronnen verzamelen voor het project, voordat u het eerste project start.

• Instellen van de project- en firm-mappen voor de opslag van gebruikersinstellingen.
  • Gebruik de projectmap voor de opslag van alle projectspecifieke bestanden, zoals de inhoud van het titelblok van de tekening of specifieke gebruikerstools en -instellingen, die niet voor het hele bedrijf moeten worden gebruikt. Definieer de locatie van de map met de variabele XS_​PROJECT in de instellingen voor alle gebruikers.
  • Gebruik de firm-mappen en de submappen hiervan voor de opslag van alle algemene bedrijfsspecifieke bestanden. Definieer de locatie van de map met de variabele XS_​FIRM in de instellingen voor alle gebruikers.
• Plan de modelleerrichtlijnen van uw bedrijf.

  • Plan de nummeringsrichtlijnen.

  • Stel een referentiemodel in en importeer dit.

• Definieer de projecteigenschappen zodat lijsten en tekeningen de juiste gegevens weergeven.
• Stel templates in.
• Plan hoe gebruikers modellen en gegevens delen.
• Controleer het materiaal-, profiel-, vorm-, bout- en de wapeningbehoeften voor uw project. Plan hoe u databases aanpast aan uw projectbehoeften.

  U kunt indien nodig nieuwe inhoud toevoegen aan de databases vanuit andere omgevingen van Tekla Warehouse of u kunt inhoud importeren die is gemaakt in andere softwareoplossingen.

  U kunt optioneel ook een componentenmap instellen in de database Applicaties en componenten om te verzekeren dat iedereen in het project dezelfde componenten gebruikt en de componenten sneller vindt.

Als u nieuwe projecten start, controleer dan de projectinstellingen die u eerder hebt gedefinieerd en werk deze indien nodig bij.

• Stel een nieuwe projectmap in en werk de locatie van de map bij voor gebruikers met de variabele XS_​PROJECT.
• Hergebruik bestanden en instellingen van eerdere projecten.

  Instellingen die zijn opgeslagen in de project- en firm-mappen worden automatisch gebruikt als u een nieuw project start. U kunt optioneel andere bestanden en instellingen handmatig overdragen naar het nieuwe project.

• Controleer de projecteigenschappen en werk deze bij.
• Werk het document met modelrichtlijnen van uw bedrijf bij als uw bedrijf is begonnen met het gebruik van nieuwe praktijken na het vorige project.
• Controleer het materiaal-, profiel-, vorm-, bout- en de wapeningbehoeften voor uw project. Schoon de databases op, zodat deze de relevante inhoud voor uw project bevatten.

Projectinformatie is bijna altijd nodig tijdens een project. Definieer aan het begin van een project de projectgegevens zodat lijsten en tekeningen automatisch de juiste gegevens weergeven.

1. Klik in het menu Bestand op Projecteigenschappen.
2. Bewerk de projecteigenschappen.

   Als u de eigenschappen bewerkt, dan markeert Tekla Structures de gewijzigde eigenschappen in geel.

3. Klik op Wijzigen om de wijzigingen toe te passen.