De opmaak van het eigenschappenvenster aanpassen
Tekla Structures geeft de modelobjecteigenschappen in het eigenschappenvenster weer. Gebruik het Eigenschappenvenstereditor om het eigenschappenvenster aan te passen zodat het beter aan uw behoeften voldoet. U kunt voor elk objecttype apart selecteren welke eigenschappen u op het eigenschappenvenster wilt zien. U kunt de instellingen in het eigenschappenvenster weergeven, verbergen en rangschikken en de gebruikersattributen (UDA's) die u het meest nodig hebt rechtstreeks aan het eigenschappenvenster toevoegen.
Als u de Eigenschappenvenstereditor wilt openen, klikt u in het menu .
Met de Eigenschappenvenstereditor kunt u:
-
eigenschappen naar een geschikte volgorde of in geschikte groepen rangschikken
-
eigenschappen die u niet gebruikt of nodig hebt verwijderen
-
uw eigen groepen maken voor eigenschappen die voor u van belang zijn, inclusief gebruikersattributen (UDA's)
-
eigenschappen inclusief gebruikersattributen (UDA's) aan een bestaande groep toevoegen
-
geneste eigenschapsgroepen maken
-
de naam van eigenschappen of groepen wijzigen
-
de aangepaste opmaak van eigenschappenvensters opslaan
De aangepaste opmaak van eigenschappenvensters wordt in het bestand PropertyTemplates.xml in de map ..Users\<user>\AppData\Local\Trimble\Tekla Structures\<version>\UI\PropertyTemplates\ opgeslagen. Als u de map niet kunt vinden, moet u ervoor zorgen dat u de verborgen bestanden en mappen op uw computer kunt weergeven.
Bedrijfsbeheerders kunnen de aangepaste opmaak van eigenschappenvensters naar de hele organisatie distribueren, op dezelfde manier als aangepaste linten of aangepaste tabbladen.
U kunt ook de zichtbaarheidsinstellingen in het eigenschappenvenster gebruiken om te definiëren welke eigenschappen worden weergegeven zonder de opmaak van het eigenschappenvenster aan te passen.
Een eigenschap of een eigenschappengroep toevoegen
De Eigenschappenvenstereditor heeft drie kolommen:
-
Objecttypelijst aan de linkerzijde. De lijst geeft alle objecten weer die een eigenschappenvenster hebben. Selecteer in de lijst het objecttype waarvan u de opmaak van het eigenschappenvenster wilt wijzigen.
Elke tooltip van het objecttype geeft de bron weer van waar de objecttypedefinitie wordt geladen: de standaardbron, uw omgeving of een gebruikersaanpassing.
-
Eigenschappenlijst in het midden. De lijst geeft alle beschikbare eigenschappen en gebruikersattributen (UDA's) voor elk objecttype weer. U kunt deze eigenschappen en gebruikersattributen als normale eigenschappen aan de opmaak van het eigenschappenvenster toevoegen. De eigenschappen die al in gebruik zijn, kunnen niet voor een tweede keer worden toegevoegd, maar u kunt ze in de opmaak van het eigenschappenvenster opnieuw rangschikken. Eigenschappen die niet compatibel met het geselecteerde objecttype zijn, kunnen niet worden toegevoegd.
- Opmaak van het eigenschappenvenster aan de rechterzijde. Het geeft de huidige opmaak van het eigenschappenvenster voor het geselecteerde objecttype weer.
Taak | Actie |
---|---|
Selecteer het objecttype waarvan u de opmaak van het eigenschappenvenster wilt wijzigen. |
Blader in de objecttypelijst aan de linkerzijde door de lijst of gebruik het vak Zoeken om inhoud te filteren. |
Een nieuwe eigenschap aan de opmaak van het eigenschappenvenster toevoegen |
|
Een nieuwe groep aan de opmaak van het eigenschappenvenster toevoegen |
U kunt een nieuwe groep maken of een nieuwe groep in een bestaande groep invoegen om geneste groepen te maken. U kunt de bestaande groepen opnieuw rangschikken door ze te verslepen. |
De knop Gebruikersattributen aan de opmaak van het eigenschappenvenster toevoegen |
Als u per ongeluk de knop Gebruikersattributen uit de opmaak van het eigenschappenvenster hebt verwijderd, kunt u deze weer aan de opmaak van het eigenschappenvenster toevoegen.
Let wel dat de knop Gebruikersattributen niet voor sommige objecttypen zoals componenten kan worden toegevoegd. |
Sommige objecttypen hebben door de gebruiker gedefinieerde kenmerken die deel uitmaken van een attributengroep en/of verborgen zijn in de Eigenschappenvenstereditor. De dekking op beugels aan de onderzijde behoort bijvoorbeeld tot de groep Betondekkingen voor stavensets. Als u deze kenmerken afzonderlijk moet gebruiken, kunt u deze vinden door __ (dubbele onderstreping) in te voeren in het zoekvak van de middelste kolom. U kunt ook deze attributen ook in templates gebruiken. Als u bijvoorbeeld de dekking op beugels aan de Onderzijde aan een lijsttemplate wilt toevoegen, gebruikt u de formule rapportsjabloon wilt toevoegen, gebruikt u de formule waardeveld GetValue("USERDEFINED.__CovThickBottom") voor een waardeveld.
De naam van een eigenschap of een eigenschappengroep wijzigen
Taak | Actie |
---|---|
De naam van een eigenschap of een eigenschappengroep wijzigen |
U kunt ook met de rechtermuisknop op de naam van de eigenschap of de eigenschappengroep klikken en Naam wijzigen... selecteren. |
De oorspronkelijke naam van een eigenschap of een eigenschappengroep terugzetten |
|
Eigenschappen van het ene objecttype naar een ander objecttype kopiëren
U kunt eigenschappen van het ene objecttype naar een ander objecttype kopiëren, bijvoorbeeld van stalen ligger naar stalen plaat. U kunt indien nodig verschillende eigenschappengroepen in één keer kopiëren.
De standaard zichtbaarheid voor een eigenschappengroep instellen
U kunt definiëren of geselecteerde eigenschappengroepen standaard zichtbaar of verborgen zijn in het eigenschappenvenster.
Zichtbaarheidswijzigingen in het eigenschappenvenster overschrijven deze standaardinstellingen.
Een aanpassing verwijderen
Taak | Actie |
---|---|
Een eigenschap of een eigenschappengroep verwijderen |
U kunt ook met de rechtermuisknop op een eigenschap of een eigenschappengroep klikken en Verwijderen selecteren. |
Wijzigen verwijderen |
Klik op de knop Alles terugdraaien om wijzigingen te verwijderen en naar de vorige keer opslaan terug te gaan. |
Eén enkele aanpassing verwijderen |
Klik op de knop Herstellen om de aanpassing van het eigenschappenvenster van een geselecteerd objecttype te verwijderen. U kunt ook met de rechtermuisknop op het geselecteerde objecttype klikken en Naar standaard terugzetten selecteren. |
Alle aanpassingen verwijderen |
Klik op de knop Alles terugzetten om de aanpassing van alle opmaak van eigenschappenvensters te verwijderen. |
De wijzigingen opslaan
Wanneer u tevreden bent over de wijzigingen, slaat u de opmaak van het eigenschappenvenster op.
- Klik op de knop Alle opslaan.
- Wanneer u naar Tekla Structures teruggaat, vraagt Tekla Structures of u de gewijzigde templates van het eigenschappenvenster opnieuw wilt laden. Klik op Ja om de aangepaste opmaak van het eigenschappenvenster in gebruik te nemen.
Gebruikersattributen (UDA's) in het aangepaste eigenschappenvenster
De knop Gebruikersattributen in het gedeelte Meer eigenschappengroep opent het dialoogvenster voor gebruikersattributen (UDA's). Als u het eigenschappenvenster aanpast, kunt u uw belangrijkste gebruikersattributen direct aan het eigenschappenvenster toevoegen, zodat u geen apart UDA-dialoogvensters hoeft te openen.
De knop Gebruikersattributen is niet beschikbaar voor sommige objecttypen zoals componenten.
Als u modelobjecten maakt of wijzigt, worden gebruikersattributen automatisch samen met alle andere objecteigenschappen toegepast. Gebruikersattributen worden automatisch toegepast, ongeacht of ze zich in het eigenschappenvenster of in het UDA-dialoogvensters bevinden.
Gebruikersattributen met de volgende eenheidstypen worden ondersteund en werken correct als ze aan het eigenschappenvenster worden toegevoegd: Option
, String
, Integer
, Float
, Date
, Distance
, Weight
, Force
, Moment
, Angle
, Factor
en Area
. Gebruikersattributen met andere eenheidstypen moeten via de UDA-dialoogvensters worden gebruikt.
U kunt de zichtbaarheid van gebruikersattributen in het eigenschappenvenster ook definiëren zonder de opmaak van het eigenschappenvenster aan te passen. Gebruik de zichtbaarheidsopties van de eigenschappen en zoek in het eigenschappenvenster.
Voorbeeld: IFC gerelateerde gebruikersattributen aan de opmaak van het eigenschappenvenster toevoegen en deze naar een ander objecttype kopiëren
Dit voorbeeld geeft weer hoe u een groep met IFC-gerelateerde gebruikersattributen (UDA's) aan de opmaak van het eigenschappenvenster van de stalen kolom moet toevoegen en de groep naar de opmaak van het eigenschappenvenster van een stalen ligger moet kopiëren.