Volgorde van controle nummers
Wanneer u controlenummers toewijst, moet u definiëren in welke volgorde ze moeten worden toegewezen. De volgorde wordt gebaseerd op de locatie van elk onderdeel in het globale coördinatensysteem.
De opties zijn:
-
Geen
-
X
-
Y
-
Z
-
-X
-
-Y
-
-Z
Met positieve richtingen (X, Y en Z) worden de onderdelen met de laagste coördinaatwaarde eerst genummerd. Met negatieve richtingen (-X, -Y en -Z) worden de onderdelen met de hoogste coördinaatwaarde eerst genummerd.
Bijvoorbeeld: als de eerste richting X is, de tweede richting Y en de derde richting Z, begint de nummering bij de onderdelen met de laagste waarde voor de X-coördinaat. Als meerdere onderdelen dezelfde X-coördinaat hebben, worden ook de Y-coördinaten vergeleken. Als er meerdere onderdelen zijn met dezelfde X- en Y-coördinaten, worden ook de Z-coördinaten vergeleken.
Voorbeeld
In het volgende voorbeeld is de eerste richting X en de tweede richting Y. Met de nummers 1–8 worden de controle nummers aangegeven.