Converteer IFC-objecten naar oorspronkelijke Tekla Structures-objecten

Tekla Structures
2022
Tekla Structures

Converteer IFC-objecten naar oorspronkelijke Tekla Structures-objecten

U kunt de meeste lineaire IFC-referentieobjecten zoals liggers, kolommen, windverbanden, platen, funderingen en wanden naar oorspronkelijke Tekla Structures-objecten converteren. De conversie ondersteunt ook polyprofielen die gebogen doorsneden hebben, oorspronkelijk vanuit Tekla Structures zijn geëxporteerd en gebruikersattributen met een tekenreeks, geheel getal en een dubbel type hebben. Het doel van het converteren van IFC-objecten in Tekla Structures is om te helpen bij het maken van het structurele model en in een vroeg modelleerstadium herbewerking te voorkomen.

Bij IFC-objectconversie worden de IFC-objecten als items of als extrusie geconverteerd. Een conversie als item betekent dat een IFC-object als een Tekla Structures-item wordt geconverteerd, waarbij de 3D-vorm de geometrie van het item definieert. Een conversie als extrusie betekent dat een IFC-object wordt geconverteerd als een onderdeel (kolom, ligger, plaat, enzovoort) dat een profiel geëxtrudeerd heeft om de lengte van het onderdeel te maken.

Bij een objectconversie moet u het volgende doen:

  1. Controleer vóór het converteren of de profielen en eenheden in het IFC-referentiemodel compatibel met uw omgeving zijn.
  2. Controleer de objectconversie-instellingen in het dialoogvenster Instellingen IFC-objectconversie en wijzig deze indien nodig.
  3. Converteer de IFC-objecten naar oorspronkelijke Tekla Structures-objecten. Er zijn twee alternatieve manieren bij objectconversie beschikbaar:
    • Met het commando IFC-objecten converteren op het tabblad Beheren kunt u alle geselecteerde referentiemodelobjecten tegelijkertijd converteren.
    • Converteren met het wijzigingsbeheer IFC-objectconversie. U kunt met het wijzigingsbeheer ook een bijwerkconversie met een nieuwe referentiemodelrevisie uitvoeren.

Raadpleeg voor meer informatie over de profielconversielogica de paragraaf "Profielconversielogica" hieronder. De beperkingen staan in de paragraaf "beperkingen in IFC-object conversie" hieronder.

Is objectconversie altijd noodzakelijk?

In Tekla Structures kunnen referentiemodelobjecten op een vergelijkbare manier als de oorspronkelijke objecten worden gebruikt, bijvoorbeeld bij clash-detectie, lijsten en planning. U hoeft niet alles als oorspronkelijk te hebben omdat de referentiemodelobjecten ook op vele manieren kunnen worden gebruikt. Referentiemodelobjecten kunnen bijvoorbeeld in tekeningen en lijsten worden weergegeven.

De referentiebestanden hebben in vergelijking tot de gekopieerde bestanden het voordeel dat de inhoud van de bestanden automatisch door de ontwerper van die ontwerpdiscipline wordt bijgewerkt.

De instellingen voor IFC-objectconversie controleren en wijzigen

Controleer voordat u met converteren begint de conversie-instellingen en wijzig deze indien nodig.

  1. Klik in het menu Bestand op Instellingen > Instellingen IFC-objectconversie.
  2. Controleer en wijzig de conversie-instellingen in het dialoogvenster Instellingen IFC-objectconversie:
    Lijst maken na conversie Niet meer gebruikt. De wijzigingenlijst vervangt de lijst.
    Handles op bovenflens instellen

    Stel de referentielijnen van liggers in op de bovenflens.

    Als Handles op bovenflens instellen niet is geselecteerd, bevinden de referentielijnen van liggers zich in het midden van de liggers.

    Deze instelling wordt niet voor polyprofielen voor betere conversieresultaten gebruikt.

    B-rep-object converteren

    Converteer B-rep-objecten naar Tekla Structures-objecten.

    U kunt conversie naar item en conversie naar extrusie afzonderlijk voor betonmateriaal en ander materiaal selecteren, bijvoorbeeld voor staal. De geselecteerde opties worden op rechtstreekse conversie en in conversiewijzigingsbeheer toegepast.

    B-rep-objecten worden naar items geconverteerd en de items worden aan de vormendatabase toegevoegd. De items behoren tot klasse 996.

    Toewijzing primair profiel Profiel naam Wijs profielen primair toe door de profielnamen tussen het IFC-model en de profielendatabase van Tekla Structures te vergelijken.

    Maatlijnen: wijs profielen primair toe door de objectmaatlijnen te vergelijken.

    Als de IFC-objectconverter geen profielen kan toewijzen met de primaire methode die u selecteert, wordt de secundaire (niet-geselecteerde) methode toegepast.

    Tolerantie Voer waarden in voor de maatlijnvergelijking. De meeteenheid is gebaseerd op de omgeving.

    De waarde r in Tolerantie is alleen van invloed op rechthoekige kokerprofielen. Het wordt gebruikt om warm gewalste profielen van koud gewalste profielen te onderscheiden.

  3. Kopieer eigenschappen van de eigenschappensets voor IFC-objecten die als gebruikersattributen van geconverteerde Tekla Structures-objecten moeten worden gebruikt:
    1. Klik op Toevoegen om een regel toe te voegen en voor de naam van de IFC-eigenschap in het vak Eigenschap in.

      Schrijf de IFC-eigenschap zoals deze in het dialoogvenster Informatie (zonder de prefix EXTERNAL.) wordt weergegeven.

      Punten (.), onderstrepingen (_) en spaties zijn toegestaan in de naam van de eigenschappenset.

    2. Voer de naam van het gebruikersattribuut in het vak UDA in.

      De maximale lengte van de gebruikersattribuutnaam is 20 tekens. Het gebruikersattribuut dat u hier toevoegt, moet ook in het bestand objects.inp worden opgenomen. De attribuutnaam moet uniek zijn. Voer de originele naam van het gebruikersattribuut in. Voor het volgende wordt ook de vertaalde naam ondersteund: Profielnaam, beschrijving, IFC-type (type), objecttype, fase, materiaal, afwerking, profiel en naam.

      U kunt de eigenschap van het objecttype naar UDA kopiëren met het objecttype.

    3. Klik op Type om de indeling van het attribuut te selecteren.

      De mogelijke indelingen zijn 'string', 'integer' of 'double'. Het type specificeert het datatype van de IFC-eigenschap, niet het datatype van de UDA.

  4. Voordat u IFC-objecten naar oorspronkelijke Tekla Structures-objecten converteert, moet u de profielen en materialen controleren om er zeker van te zijn dat de conversie zal slagen en wijst u de profielen of het materiaal op de volgende manier handmatig toe:
    1. Klik op de knop Controleren.

      Tekla Structures geeft ontbrekende profielen of materialen op de tabbladen Profielen ontbreken en Materiaal ontbreekt van het dialoogvenster Toewijzing ontbreekt weer.

    2. Selecteer een geschikte optie in de lijsten met Tekla Structures-profielen en Tekla Structures-materialen om een toewijzing te definiëren voor de ontbrekende profielen of materialen.

      Een profielnaam van een IFC-onderdeel kan met een profiel Tekla Structures worden toegewezen. Het toewijzen van profielen werkt bij IFC-gegevens die een profielnaam hebben, maar bevat onvoldoende gegevens voor conversie. U kunt uw toewijzing indien nodig later wijzigen. De toewijzingen worden alleen bij de conversie gebruikt als de profielen niet in de Tekla Structures databases worden gevonden. De profielconversie volgt een bepaalde logica die hieronder wordt beschreven.

      Materiaaltoewijzing werkt voor zowel bestaande als niet gevonden materialen.

    3. Klik op Toewijzingsdatabases bijwerken en sluiten.

    U kunt de databasebestanden ook in een teksteditor openen en wijzigen. Hiervoor klikt u op de knop Databases. Als u klaar bent, opent u de instellingen voor IFC-objectconversie als u de nieuwe instellingen in gebruik wilt nemen. De bestanden bevinden zich in de map \attributes onder de modelmap:

    TeklaStructuresCatalogMaterials.txt bevat alle materialen

    TeklaStructuresCatalogProfiles.txt bevat alle profielen

    MappedMaterials-default.txt wijst de materialen toe

    MappedProfiles-default.txt wijst de profielen toe

  5. Klik op OK in het dialoogvenster Instellingen IFC-objectconversie.
    U kunt de IFC-objecten nu op een van de beschikbare twee manieren converteren.

Geselecteerde IFC-objecten in één keer converteren

U kunt alle geïmporteerde IFC-objecten met de huidige objectconversie-instellingen in één keer converteren. U moet minimaal twee of meer revisies van hetzelfde model hebben.

  1. Open de lijst Referentiemodellen door op de knop Referentiemodellen in het zijvenster te klikken.
  2. Klik op de knop Model toevoegen, blader naar het model in het dialoogvenster Model toevoegen en klik nogmaals op Model toevoegen.
  3. Selecteer in het model de objecten die u wilt converteren.
  4. Ga naar het lint en klik op het tabblad Beheren op IFC-objecten converteren.
    De geselecteerde objecten worden op basis van de IFC-conversie-instellingen geconverteerd. De conversie wordt automatisch uitgevoerd voor objecten die niet eerder zijn geconverteerd. Geconverteerde IFC-objecten worden in de wijzigingenlijst aan de onderzijde weergegeven. Elk object bevindt op een eigen regel en de uitsnijdingen worden onder het gerelateerde object hiërarchisch weergegeven.

    • Als u objecten in het model wilt selecteren, schakelt u het selectievakje Objecten in het model selecteren in en klikt u vervolgens op een objectregel. Dit selecteert ook het gerelateerde oorspronkelijke object.
    • Als u het modelobject in de wijzigingenlijst wilt markeren en de details wilt weergeven, schakelt u het selectievakje Geselecteerde objecten laden uit het model in en klikt u vervolgens op een object in het model.
    • Als u op het geselecteerde object in het model wilt inzoomen, schakelt u het selectievakje Inzoomen op selectie in en klikt u vervolgens op een regel in de wijzigingenlijst. Het selectievakje Inzoomen op selectie is uitgeschakeld als Objecten in het model selecteren niet is geselecteerd.
    • Als u alleen wijzigingen in de lijst met eigenschapsdetails wilt weergeven, schakelt u het selectievakje Alleen wijzigingen weergeven in en klikt u vervolgens op een regel in de wijzigingenlijst.

      Als u in de lijst met eigenschapsdetails per ongeluk een van de kolommen verwijdert, kunt u deze terughalen door met de rechtermuisknop op de kolomtitel te klikken en de kolom in het contextmenu te selecteren. U kunt de kolom vervolgens naar de gewenste locatie slepen.

    • De status van een object kan Nieuw (groen) Gewijzigd (geel), Verwijderd (rood) of Up-to-date (blauw of grijs als het conversiewijzigingsbeheer opnieuw wordt geopend) of Fout (lila) zijn.
    • De kolom Conversiestatus geeft de resulterende conversiestatus weer.
    • De eigenschappen van een geconverteerd object worden weergegeven in de lijst met eigenschapsdetails die in het zijvenster verschijnt wanneer u op een object in de wijzigingenlijst klikt.
  5. U kunt een object in de lijst bijwerken door zijn conversiestatus naar Conversie te wijzigen en op Wijzigingen toepassen te klikken.
  6. Als de lijsten verdwijnen, klikt u op de volgende knoppen die alleen zichtbaar zijn wanneer de lijst met conversiewijzigingen is ingeschakeld:
    • De knop Wijzigingenlijst brengt de wijzigingenlijst terug.
    • De knop Eigenschapsdetails brengt de lijst met eigenschapsdetails terug.

IFC-objecten converteren met conversiewijzigingsbeheer - eerste conversie

Het wijzigingsbeheer van de objectconversie biedt wijzigingsdetectie en wijzigingsbeheer op objectniveau. Het conversiewijzigingsbeheer is nodig in het eerste gegevenswijzigingsbeheer om de uitdagingen in bouwprojecten te verminderen. Objecten worden niet automatisch geconverteerd. U moet de objecten converteren via de lijst met conversiewijzigingen.

  1. Open de lijst Referentiemodellen door op de knop Referentiemodellen te klikken.
  2. Klik op Model toevoegen, blader naar het model in het dialoogvenster Model toevoegen en klik nogmaals op Model toevoegen.
  3. Dubbelklik op het model in de lijst Referentiemodellen om deze te openen en klik vervolgens op de knop Wijzigingsbeheer IFC-objectconversie starten .

    De huidige conversiestatus wordt in de wijzigingenlijst weergegeven en conversiebeheer wordt geactiveerd. De status is gebaseerd op fysieke wijzigingen van het referentiemodelobject en IFC-conversie-instellingen. De eigenschappen van een referentieobject worden weergegeven in de lijst met eigenschapsdetails die voor elk object apart verschijnt wanneer u op een object in de wijzigingenlijst klikt.

    Gebruik de selectievakjes Objecten in het model selecteren, Geselecteerde objecten laden uit het model en Inzoomen op selectie om het model, de wijzigingen en de detaillijsten te bekijken.

    De referentieobjectstatus en de logica en kleuren van de conversiestatus:

    Status Conversiestatus Kleur
    Nieuw Geen conversie Groen
    Gewijzigd Conversie als item of Conversie als extrusie Geel
    Verwijderd Conversie als item of Conversie als extrusie Rood
    Up-to-date Conversie als item of Conversie als extrusie Blauw (grijs als het conversiewijzigingsbeheer opnieuw wordt geopend)
    Fout Geen conversie Lila
  4. Converteer objecten door de gewenste objectrijen te selecteren, Conversie in de kolom Conversiestatus te selecteren en op Wijzigingen toepassen te klikken. De conversie is gebaseerd op conversie-instellingen. U kunt meerdere objecten selecteren.
    • Na de conversie is de conversiestatus ofwel Conversie als item of Conversie als extrusie, afhankelijk van het resultaat van de conversie.
    • B-reps worden weergegeven als Oppervlaktegeometrie, parametrische profielen als Parametrisch en willekeurige vormen als Willekeurig. Een merk is ook Willekeurig en de referentieobjecten die met de selectieknoppen Selecteer object in merk of Selecteer object zijn geselecteerd ook.

    • Als B-rep-conversie (Oppervlaktegeometrie in de kolom Referentietype) wordt geselecteerd, wordt de conversie als een item gedaan als het geen fout is.
    • Als een object een extrusie is (Willekeurig of Parametrisch in de kolom Referentietype), wordt het als extrusie geconverteerd.
    • U kunt afdwingen dat de conversie een item is door Conversie als item te selecteren. In dat geval wordt een extrusieobject ook als item geconverteerd. De conversie controleert niet of dezelfde vorm al beschikbaar is, wat betekent dat er altijd een nieuwe vorm wordt gemaakt.
    • U kunt afdwingen dat de conversie een extrusie is door Conversie als extrusie te selecteren. In dat geval wordt B-rep ook als extrusie geconverteerd, profiel is door toewijzing of door omtrek als er geen toewijzing is. Dit conversieresultaat heeft niet altijd de voorkeur.
    • Als de conversie mislukt, wordt het resultaat naar de kolom Conversiestatus geschreven en is de regelkleur lila.
  5. Als de lijsten verdwijnen, klikt u op de volgende knoppen die alleen zichtbaar zijn wanneer het conversiebeheer is ingeschakeld:
    • De knop Wijzigingenlijst brengt de wijzigingenlijst terug.
    • De knop Eigenschapsdetails brengt de lijst met eigenschapsdetails terug.

IFC-objecten converteren met conversiewijzigingsbeheer - bijwerkconversie

Als een eerder geconverteerd referentieobject in een nieuwere referentiemodelrevisie is gewijzigd, moet u de oudere en nieuwere revisies van het referentiemodel vergelijken en de conversie bijwerken.

  1. Open de lijst Referentiemodellen door op de knop Referentiemodellen in het zijvenster te klikken.
  2. Open de oudere referentiemodelrevisie door er in de lijst Referentiemodellen op te dubbelklikken.
  3. Werk het referentiemodel met een nieuwe revisie van het referentiemodel bij door een nieuw revisiebestand in de lijst Bestand in het gedeelte Details te selecteren en op Wijzigen te klikken.
  4. Klik op de knop Wijzigingsbeheer IFC-objectconversie starten .
  5. Doorloop de wijzigingen:
    • Schakel de selectievakjes Objecten in het model selecteren en Inzoomen op selectie in om de gewijzigde objecten duidelijk in het model weer te geven.
    • Klik op de gewijzigde regel om gedetailleerde wijzigingen in eigenschapsdetails in het zijvenster te zien.
  6. U kunt eerder geconverteerde objecten gedeeltelijk bijwerken door het selectievakje Bijwerken naast een bepaalde eigenschap in het eigenschapsdetailvenster in te schakelen.
    Als u bijvoorbeeld alleen de profielgegevens wilt bijwerken, schakelt u alleen het selectievakje Bijwerken naast de regel Profiel in het eigenschapsdetailvenster in.
  7. Als u alle objecten met een gewijzigde conversiestatus wilt converteren, selecteert u alle regels, wijzigt u de Conversiestatus naar Conversie en klikt u op Wijzigingen toepassen.
    • De objecten die een gewijzigde conversiestatus hebben, worden op basis van de huidige instellingen voor IFC-objectconversie geconverteerd.
    • U kunt eerder geconverteerde oorspronkelijke modelobjecten bijwerken op basis van vorige conversietypen en -instellingen door Conversie in de kolom Conversiestatus te selecteren. U kunt het type niet van extrusie naar item wijzigen. In dat geval moet u de oorspronkelijke objecten verwijderen en een conversie forceren.
    • Als de referentieobjectstatus Verwijderd is, selecteert u Conversie en klikt u op Wijzigingen toepassen. Hierdoor wordt het oorspronkelijke object en de koppeling naar de verwijderde referentieobjecten verwijderd.

Macro voor het selecteren van geconverteerde IFC-objecten

De macro Select Converted Objects BasedOn Ifc Objects Selection selecteert de objecten die naar oorspronkelijke Tekla Structures-objecten zijn geconverteerd. U kunt de geconverteerde objecten bijvoorbeeld selecteren om bijvoorbeeld de eigenschappen van de oorspronkelijke Tekla Structures-objecten te controleren. Deze macro bevindt zich in het gedeelte Applicaties van de database Applicaties en componenten.

Klassewaarden

De status van het geconverteerde object wordt in de wijzigingenlijst in de kolom Klasse vermeld. Soms zijn de invoergegevens in het IFC-model niet goed genoeg om het geconverteerde object met succes te maken. De volgende tabel legt uit wat de klassewaarden betekenen.

Klasse-waarde IFC-objectgegevens Beschrijving van het geconverteerde object

990

Parametrisch profiel met een naam

Er zijn voldoende gegevens in het IFC-model om het object met succes te converteren.

991

Parametrisch profiel zonder naam

Tekla Structures bepaalt de naam van het object op basis van het profiel van het object.

992

Arbitrair profiel met een naam

Het profiel van het geconverteerde object kan onjuist worden geroteerd omdat het IFC-model geen parametrische profielgegevens bevat.

993

Arbitrair profiel zonder naam

Het profiel van het geconverteerde object kan onjuist worden geroteerd omdat het IFC-model geen parametrische profielgegevens bevat.

De profielnaam wordt ingesteld op UNKNOWN.

994

B-rep-stuk met een naam

Het profiel kan een extremenvenster zijn doordat het IFC-model geen profielgegevens bevat.

995

B-rep-stuk zonder naam

Het profiel kan een extremenvenster zijn doordat het IFC-model geen profielgegevens bevat.

De profielnaam wordt ingesteld op UNKNOWN.

996

B-rep-onderdeel

Het object wordt geconverteerd met de objectoptie Converteer B-rep in de converteerinstellingen.

Het geconverteerde is B-rep-object is een item of een betonnen item en wordt aan de vormendatabase toegevoegd.

Voorbeeld: IFC-objecten in één keer naar Tekla Structures-objecten converteren

In dit voorbeeld wordt een IFC-model als basis voor uw structurele model gebruikt. De liggers en kolommen worden naar native Tekla Structures objecten geconverteerd.

  1. Verberg irrelevante IFC-layers:
    1. Klik op Referentiemodellen de knop zijvenster.
    2. Dubbelklik in de lijst Referentiemodellen op het referentiemodel om de details te openen.
    3. Open de lijst Layers door op de pijl omlaag aan de rechterkant te klikken.
    4. Verberg de onnodige layers door op de oogknop naast de layer te klikken.

  2. Selecteer alle zichtbare IFC-objecten.
  3. Op het tabblad Beheren op het lint, klikt u op IFC-objecten converteren.

    Tekla Structures converteert de referentieobjecten.

  4. Controleer de profielen en het materiaal van de IFC-objecten en wijs het ontbrekende materiaal toe:
    1. Klik in het menu Bestand op Instellingen > Instellingen IFC-objectconversie.
    2. Klik op Controleren.

      Tekla Structures geeft de ontbrekende profielen en materialen weer.

    3. Geef de tabbladen Profielen ontbreken en Materialen ontbreken weer.

      Tekla Structures geeft een ontbrekend referentiemateriaal van onderdeel betonblok weer.

    4. Selecteer CONCRETE_UNDEFINED in de lijst.

    5. Klik op Toewijzingsdatabases bijwerken en sluiten.
    6. Selecteer het selectievakje Lijst maken na conversie.
    7. Klik op OK in het dialoogvenster Instellingen IFC-objectconversie.
  5. Klik op het tabblad Beheren nogmaals op IFC-objecten converteren.

    Tekla Structures converteert de objecten.

    De Klasse voor alle geconverteerde objecten is 992. Dit betekent dat het profiel van het geconverteerde object onjuist kan worden geroteerd omdat er geen parametrische profielgegevens in het IFC-model aanwezig zijn.

  6. Controleer de lijst met conversiewijzigingen:
    • Selecteer objecten in de wijzigingenlijst om deze in het model te markeren: Gebruik de knoppen Objecten in het model selecteren en Inzoomen op selectie.

    • Vergelijk de geconverteerde objecten met de IFC-objecten.

    • Gebruik de knop Informatie object op het lint om gedetailleerde gegevens over objecten weer te geven.

Hieronder is een afbeelding van geconverteerde liggers en kolommen.

Profielconversielogica in IFC-objectconversie

U kunt een profielnaam van een IFC-onderdeel met een profiel Tekla Structures toewijzen. Als een profiel niet is toegewezen, gebruikt Tekla Structures een bepaalde logica bij het converteren van profielen in de IFC-objectconversie.

Als een parametrisch profiel in het IFC-model wordt gebruikt, kunnen de typeprofielen I, L, U, C, T, Z, Rechthoek en Cirkelvormig parametrisch worden gedefinieerd:

  1. Als het IFC-bestand met Tekla Structures is gemaakt, wordt de oorspronkelijke profielnaam gebruikt.
  2. Als er in de profielendatabase the een profiel met dezelfde naam is gevonden, wordt dat profiel gebruikt.
  3. Anders controleert Tekla Structures de parameterwaarden om een overeenkomend profiel te vinden. Indien er een wordt gevonden, wordt dat gebruikt.
  4. Anders wordt een standaard parametrisch profiel gebruikt.

Als er een arbitrair profiel in het IFC-model wordt gebruikt, wordt de profielvorm met een polygoon gedefinieerd:

  1. Als het IFC-bestand met Tekla Structures is gemaakt, wordt de oorspronkelijke profielnaam gebruikt.
  2. Als de vorm is gedetecteerd en in de Tekla Structures-profielendatabase wordt gevonden, wordt dat profiel gebruikt. De vormdetectie ondersteunt de standaardtypen van warm gewalste profielen.
  3. Anders wordt een nieuw profiel gemaakt op basis van de beschrijving van het arbitraire profiel.

Als een B-rep-geometrie in het IFC-model wordt gebruikt, wordt het object met oppervlakken gedefinieerd en profielgeometriegegevens zijn niet beschikbaar:

  1. Als er een corresponderend item in een Tekla Structures-model bestaat, wordt dat gebruikt.
  2. Anders wordt een nieuw item gemaakt en gebruikt.

Als Conversie als item wordt gebruikt voor het extrusie-type van een onderdeel, wordt er altijd een nieuw item gemaakt.

Beperkingen in de IFC-objectconversie

Tekla Structures converteert de meeste lineaire IFC-objecten naar oorspronkelijke Tekla Structures-objecten. Er zijn echter enkele beperkingen wat betreft de conversie.

Tekla Structures is afhankelijk van de kwaliteit van het IFC-model, omdat informatie wordt gebruikt die in het model beschikbaar is bij het converteren van objecten.

De volgende beperkingen bestaan bij de IFC-objectconversie:

  • De indelingen IFC4.0 en IFC4.1 en eventuele nieuwere IFC4-indelingen worden niet ondersteund in de IFC-objectconversie.
  • Als het IFC-model niet aan de IFC-standaard voldoet, wordt het mogelijk niet geconverteerd zoals verwacht.
  • Bouten, wapening en lassen kunnen niet naar oorspronkelijke Tekla Structures-objecten worden geconverteerd.
  • De volgende fysieke elementen worden momenteel ondersteund: IfcBeam, ifcColumn, ifcMember, ifcPile, ifcFooting, ifcPlate, ifcDiscreteAccessory, ifcSlab, ifcWall, ifcWallStandardCase, ifcRailing en ifcBuildingElementPart.
  • Alleen weergaven van SweptSolid, Brep, CSG en Knippen worden ondersteund.
  • Meerdere weergaven voor één object wordt niet ondersteund.
  • Profieloffset wordt niet ondersteund.
  • Soms kunnen afwerkingen onjuist worden geconverteerd.
Was dit nuttig?
Vorige
Volgende