Onderdelen inkorten of verlengen

Tekla Structures
2022
Tekla Structures

Onderdelen inkorten of verlengen

U kunt de inkortfunctionaliteit in het model gebruiken om een onderdeel in de tekening langer of korter te maken dan in het model. U kunt onderdelen ook in tekeningaanzichten inkorten en verlengen.

Verlenging kan nuttig zijn als u lengte aan betonnen prefab-onderdelen in de stortconditie wilt toevoegen terwijl het model in werkelijkheid rechtop staat. De functie wordt meestal gebruikt om rekening te houden met de voorgespannen elastische inkorting, waarbij het onderdeel na het storten en nadat de spanning van de strengen is gehaald enkele millimeters krimpt.

Een onderdeel in het model inkorten

U kunt onderdelen in het model inkorten. Als u dat doet wordt de werkelijke lengte van het onderdeel in de tekening verminderd.

  1. Dubbelklik op een onderdeel om de onderdeeleigenschappen in het eigenschappenpaneel te openen.
  2. Ga naar het tabblad Vervorming.
  3. Definieer in het vak Inkorten de mate van inkorten.
  4. Klik op Wijzigen.

Bij het maken van tekeningen kort Tekla Structures de werkelijke lengte van het onderdeel in met de waarde die is gedefinieerd in het vak Inkorten. Inkorten wordt rechtlijnig toegepast langs de lengte in tekeningen.

Tip:

Als u de maatlijnen van het ingekorte onderdeel correct in de tekeningen wilt weergeven, stelt u Niet gedeformeerd in op Ja op het tabblad Attributen in het paneel Maken aanzicht in tekeningeigenschappen. Raadpleeg voor meer informatie over niet-vervormde onderdelen in tekeningen De vervorming vervormde onderdelen in tekeningen opheffen.

Een onderdeel in het model verlengen

U kunt onderdelen in het model verlengen. Als u dat doet, wordt de werkelijke lengte van het onderdeel in de tekening vergroot.

Als u een betonnen onderdeel in betontekeningen wilt verlengen, moet u in de onderdeeleigenschappen een negatieve waarde voor het inkorten invoeren.

  1. Dubbelklik op een onderdeel om de onderdeeleigenschappen in het eigenschappenpaneel te openen.
  2. Ga naar het gedeelte Vervorming.
  3. Voer het vak Inkorten een negatieve waarde in.

    De waarde ‑20 heeft bijvoorbeeld tot gevolg dat een onderdeel in de tekening 20 eenheden langer wordt gestort dan het onderdeel in het model.

  4. Klik op Wijzigen.

Onderdelen in tekeningaanzichten inkorten

Als onderdelen groot zijn en geen belangrijke details bevatten, kunt u ze inkorten in tekeningaanzichten door ze te snijden.

Onderdelen worden alleen onderbroken in lege gebieden. Als een onderdeel iets belangrijks bevat, bijvoorbeeld een schotje, wordt het onderdeel niet uitgesneden in dat gebied, omdat dat gebied niet als een leeg gebied wordt beschouwd.

U kunt onderdelenweergave ook per venster inkorten. Raadpleeg Onderdelen per aanzicht inkorten.

  1. Klik op het tabblad Tekeningen & Lijsten op Tekening­eigenschappen en selecteer het tekeningtype.
  2. Laad tekeningeigenschappen die zo dicht mogelijk aansluiten op degene die u nodig hebt.
  3. Klik in de optiestructuur aan de linkerzijde op Maken aanzicht, selecteer het aanzicht en de eigenschappen die u wilt wijzigen en klik op Aanzichteigenschappen.
  4. Ga naar het tabblad Attributen 2.
  5. Selecteer in Onderdelen inkorten een van de volgende opties:
    • Ja om in zowel X- als de Y-richting te snijden.

    • Alleen in de x-richting

    • Alleen in de y-richting

  6. In Min. lengte voor onderbreken en Breedte van onderbreking selecteert u hoe de middelste gebieden van de onderdelen in tekeningaanzichten wilt uitsnijden.

    De Min. lengte voor onderbreken definieert hoe lang het onderdeel minimaal moet zijn om te kunnen worden ingekort. De lengte van het onderdeel moet minimaal twee keer de ingevoerde waarde zijn.

    De Breedte van onderbreking definieert de afstand tussen ingekorte onderdelen op papier. Probeer bijvoorbeeld 3,0 mm.

  7. Stel Onderbreken schuine onderdelen in op Ja om ook schuine onderdelen in aanzichten te onderbreken.
  8. Als u de wijzigingen wilt op slaan, klikt u op Opslaan.
  9. Klik op Sluiten.
  10. Klik op Opslaan om de tekeningeigenschappen op te slaan, klik vervolgens op OK en maak de tekening.

Gerelateerde variabelen

Voorbeelden

Hieronder ziet u een voorbeeld van een onderdeel voor en na het onderbreken. De breedte is in het niet-onderbroken en onderbroken onderdeel hetzelfde. Min. lengte voor onderbreken is 1' 4“ en de doordringlengte is 3/8".

Het volgende voorbeeld beschrijft de betekenis van Min. lengte voor onderbreken, Breedte van onderbreking en een gebied dat in het onderdeel niet als leeg wordt beschouwd waardoor het onderdeel niet wordt onderbroken. Min. lengte voor onderbreken wordt ingesteld op 650, waardoor het onderdeel in het aanzicht wordt ingekort op 650.

  1. Breedte van onderbreking wordt ingesteld op 1. Dit is de afstand tussen onderbroken delen op papier (niet in het model).
  2. Het lege gebied tussen de schotjes is te klein, zodat het onderdeel niet wordt ingekort op Min. lengte voor onderbreken.

Hierna volgt een voorbeeld van het gebruik van de variabele XS_DRAW_VERTICAL_VIEW_SHORTENING_SYMBOLS_TO_PARTS en XS_SHORTENING_SYMBOL_WITH_ZIGZAG.

Ingekorte onderdelen in tekeningaanzichten verlengen

U kunt ingekorte tekeningaanzichten oprekken om lege gebieden van de tekening op te vullen.

Nadat tekeningvensters in Tekla Structures zijn verschaald en het tekeningformaat is geselecteerd, kan het zijn dat ingekorte vensters worden opgerekt om lege gebieden van de tekening op te vullen.

  1. Klik op het tabblad Tekeningen & Lijsten op Tekening­eigenschappen en selecteer het tekeningtype.
  2. Laad tekeningeigenschappen die zo dicht mogelijk aansluiten op degene die u nodig hebt.
  3. Klik op Opmaak en ga naar het tabblad Andere.
  4. Stel Onderbreken: aanpassen aan tek. breedte in op Ja.
  5. Als u de wijzigingen wilt op slaan, klikt u op Opslaan.
  6. Klik op OK en maak de tekening.
Was dit nuttig?
Vorige
Volgende