Modellaslabeleigenschappen in tekeningen
U kunt selecteren welke modellaslabels in tekeningen zichtbaar zijn en de inhoud definiëren die in laslabels wordt weergegeven. In merktekeningen kunt u de zichtbaarheid van lassen in submerken definiëren.
Met de opties in Laslabel of Laslabeleigenschappen stelt u de zichtbaarheid en content van modellassen in.
Eigenschappen onderdeel- en merktekeningen van het laslabel
-
Klik op het tabblad Tekeningen & Lijsten op Tekeningeigenschappen en selecteer het tekeningtype.
- Klik in de optiestructuur aan de linkerzijde op Maken aanzicht, selecteer het aanzicht en de eigenschappen die u wilt wijzigen en klik op Aanzichteigenschappen.
- Klik in de optiestructuur op Laslabel.
Laslabeleigenschappen van overzichttekeningen
- Klik op .
- Klik op Laslabel.
Laslabeleigenschappen op objectniveau
-
Dubbelklik op een modellaslabel in een tekening of ga naar Snel starten en voer voor het laslabel en selecteer Laslabeleigenschappen in de weergegeven lijst.
In de volgende tabel ziet u alle labelinstellingen voor modellassen op alle eigenschappenniveaus (tekening, venster, object). Niet alle niveaus bevatten alle hieronder weergegeven instellingen.
Optie |
Beschrijving |
---|---|
Lasnummer |
Ja geeft het lasnummer weer. Tekla Structures wijst een nummer toe wanneer de las wordt gemaakt. U kunt selecteren of het lasnummer moet worden weergegeven of verborgen. |
Lassen Lassen in submerken (merktekeningen) |
Geen geeft geen lassen in de tekening weer. |
Montage geeft alleen montagelassen in de tekening weer. |
|
Werkplaats geeft alleen werkplaatslassen in de tekening weer. |
|
Beide geeft zowel montagelassen als werkplaatslassen in de tekening weer. |
|
Lassen in verborgen onderdelen |
Selecteer hoe de laslabels voor lassen in verborgen onderdelen moeten worden weergegeven:
|
Minimum lasgrootte |
Voer een lasgroottelimiet in om lassen van die grootte of kleiner uit de tekening te filteren. Dit is handig als u alleen niet-specifieke lassen in een tekening wilt weergeven. Om in te stellen of limiet voor de lasgrootte een exacte of minimumwaarde is, gebruikt u de variabele XS_WELD_FILTER_TYPE. Om standaardlastypen uit te filteren, gebruikt u de variabele XS_OMITTED_WELD_TYPES |
Boven lijn, Onder lijn en Andere |
Als er geen vinkje in de kolom Zichtbaar naast de volgende eigenschappen wordt weergegeven, worden de eigenschappen niet in het laslabel weergegeven. Deze instellingen worden apart voor boven lijn en onder lijn ingesteld: Prefix Grootte Type Hoek Contour Afwerking Lengte Steek Effectieve lashoogte Lasopening |
Referentietekst Rand/rondom Werkpl./Mont. |
Deze instellingen zijn gemeenschappelijk voor boven lijn en onder lijn. Als er geen vinkje in de kolom Zichtbaar naast deze eigenschappen wordt weergegeven, worden ze niet in het laslabel weergegeven. Het maximum aantal tekens dat kan worden weergegeven voor Referentietekst is 80, inclusief één teken voor elke regel tekst. Deze beperking komt van de modellas. |
Plaats... |
Plaatsing:
Zoekstap is de lege marge die u rond het label wilt laten. Kwadrant definieert de gebieden waarin Tekla Structures naar ruimte zoekt voor het plaatsen van het label. Minimale afstand is de minimumafstand van het label tot het onderdeel. Merk op dat als u een hoge waarde voor Zoekstap en Minimale afstand gebruikt, de labelplaatsing mogelijk niet correct werkt. |
Kleur |
Stelt de kleur van de tekst in. |
Hoogte |
Stelt de hoogte van de tekst in. |
Lettertype |
Stelt het lettertype van de tekst in. Klik op Selecteren... om meer opties weer te geven. |
Type |
Stelt het type van de lijn in. |
Kleur |
Stelt de kleur van de lijn in. |
Achtergrondmasker |
Selecteer Ondoorzichtig om het onderdeel van de tekening te verbergen dat door het label wordt bedekt. Selecteer Doorzichtig om het onderdeel van de tekening weer te geven dat door het label worden bedekt, zodat het lijnenwerk bijvoorbeeld zichtbaar is. |