Detaileermanager
De Detaileermanager wordt gebruikt om detailleringscomponenten op elke structuur toe te passen. Met de Detaileermanager kunt u voorwaarden definiëren waarmee u meerdere componenten tegelijk kunt toepassen om de structuur van een betonelement of het hele model te detailleren.
U kunt filters gebruiken om detailleringsvoorwaarden voor het automatiseren van herhaalde detailleringstaken te definiëren. U kunt met de Detaileermanager gebruikersdetails, extensies of systeemcomponenten toevoegen.
U hebt drie mogelijkheden:
- Gebruik de Detaileermanager om een onderdeel als invoer te hebben. Alle onderdelen in het betonelement worden door de set met voorwaarden onderzocht en gedetailleerd.
- Gebruik de Detaileermanager om een betonelement als invoer te hebben. Alle onderdelen in het betonelement worden door de set met voorwaarden onderzocht en gedetailleerd.
- Gebruik de Detaileermanager om een component als invoer te hebben, bijvoorbeeld tools zoals Vloeropmaak of Wandopmaak waarin dezelfde tool meerdere onderdelen maakt. Alle onderdelen in de component worden door de set met voorwaarden onderzocht en gedetailleerd.
De onderstaande afbeelding geeft een voorbeeld van de Detaileermanager weer. In het voorbeeld wordt de component Netstaven op de buitenschil van het betonelement gemaakt omdat het filter van klasse 4 is geselecteerd en er een selectiefilter voor objecten met klasse 4 is.
Eigenschappen
Optie | Beschrijving |
---|---|
Voorwaarde |
Gebruik de voorwaarden om detailleerinstellingen te definiëren. Het maximumaantal voorwaarden is 25. Klik op U kunt de inhoud van een voorwaardetabblad verwijderen door op het voorwaardetabblad te dubbelklikken en Wissen te selecteren. U kunt voorwaardetabbladen verwijderen door eerst op het voorwaardetabblad te dubbelklikken. Selecteer vervolgens:
U kunt voorwaarden ook verwijderen door op |
Component |
Klik op ![]() Dubbelklik op de component in de database Applicaties en componenten om deze aan het vak Component toe te voegen. |
Attribuut |
Selecteer het attribuutbestand voor de component. Als u geen bestand selecteert, wordt het standaardbestand gebruikt. |
Componentinvoer |
Definieer de creatiemethode van de geselecteerde component:
|
Filter |
Selecteer welke onderdelen binnen het geselecteerde betonelement of de component de geselecteerde component krijgen. De beschikbare selectiefilters worden in de filterlijst weergegeven. U kunt ook nieuwe selectiefilters maken. U kunt vijf selectiefilters gebruiken als u een doorsnede van de filters wilt maken. |
Op geselecteerde objecten maken |
De Detaileermanager is gemaakt om onderdelen, betonelementen of componenten te selecteren. De voorwaarde-instellingen die momenteel in de Detaileermanager zijn ingesteld, worden gebruikt. |
Maken als |
|