Betontrap (65)

Tekla Structures
2021
Tekla Structures

Betontrap (65)

Betontrap (65) maakt prefab-trappen met optionele bordessen, schrobranden, trapbomen en antislip- en schopbord profielen. Deze bevat vijf verschillende tredevormen en opties om ronde of afgeschuinde trederanden te maken.

Gemaakte objecten

  • Trap

  • Bordessen

  • Schrobranden

  • Trapbomen

  • Antislip

  • Schopbord

Gebruiken voor

Situatie

Beschrijving

Trap met

  • rechte tredevorm

  • trapbomen aan beide zijden

  • bordessen boven en onder

Trap met

  • afgeschuinde traphoeken

  • schrobranden aan beide zijden

Trap met

  • afgeronde tredehoeken

  • antislipprofiel

  • bordes beneden

Trap met

  • rechte tredevorm

  • afgeronde tredehoeken

  • schrobranden aan beide zijden

  • antislip- en schopbordprofielen

Volgorde van selectie

De selectievolgorde hangt af van de geselecteerde optie Wijze van genereren op het tabblad Trap.

Als Wijze van genereren op Standaard is ingesteld:

  1. Wijs het eerste punt aan om het beginpunt van de trap aan te geven.

  2. Wijs het tweede punt aan om de richting van de trap aan te geven.

    De trap wordt automatisch gemaakt.

Onderdeelidentificatiecode

Onderdeel

1

Bordessen

2

Trapbomen

3

Schrobranden

4

Schopborden

5

Treden

6

Antislip

Tabblad Trap

Gebruik het tabblad Trap om te definiëren hoe de trap wordt gemaakt en wat de afmetingen van de trap zijn.

Wijze van genereren

Optie

Beschrijving

Wijze van genereren

Selecteer de wijze van genereren van de trap. Wijze van genereren definieert hoeveel en welke punten u moet aanwijzen wanneer u de trap maakt.

  • Standaard

    Het aantal treden wordt automatisch berekend met de verticale afstand tussen de twee invoerpunten.

  • 1 punt - aantal treden/aantrede/optrede: definieert N, L en H (aantal, lengte en hoogte van de treden).

  • 2 punten - aantal treden/aantrede: definieert het aantal treden en de aantrede.

    De hoogte van de treden wordt automatisch berekend met behulp van de verticale afstand tussen de twee invoerpunten.

  • 2 punten - aantal treden/optrede: definieert het aantal treden en de optrede.

    De lengte van de treden wordt automatisch berekend met behulp van de horizontale afstand tussen de twee invoerpunten.

  • 2 punten - aantrede/optrede: definieert de aantrede en de optrede.

    Het aantal treden wordt automatisch berekend met de verticale afstand tussen de twee invoerpunten.

  • 2 punten - aantal treden: definieer het aantal treden.

    De hoogte en lengte van de treden wordt automatisch berekend met behulp van de horizontale en verticale afstand tussen de twee invoerpunten. U kunt de lengte van de bovenste trede definiëren.

Aantal treden

Definieer het aantal treden als de optie 2 punten - aantrede/optrede niet is geselecteerd.

Positie

Definieer de horizontale positie van de trap ten opzichte van de lijn die de aangewezen punten met elkaar verbindt.

Afstand

Voer een afstand in om de trap in de horizontale richting van de lijn die de aangewezen punten verbindt te verplaatsen. De geselecteerde optie Positie heeft invloed op deze afmeting.

Rotatie

Definieer de hoek tussen de lijn die de treden verbindt en de lijn die de geselecteerde punten verbindt.

Stortmethode

Selecteer de stortmethode:

  • Prefab

  • Insitu

Trapmaatlijnen

Beschrijving

1

2

Hoogte van de trede.

Lengte van de trede.

3

4

Lengte van de bovenste trede.

Hoogte van de bovenste trede.

5

Breedte van de bovenste nok.

6

Helling vanaf de nok tot de onderkant van de trap.

7

Dikte van de plaat.

8

Afschuining voor de onderzijde van de trap.

9

10

Afschuining of radiuswaarden.

11

Hoogte van de onderste trede.

12

Hoogte van de trapvoet.

13

Afschuining aan de onderzijde van de trap.

14

Helling vanaf de neus tot de voet van de trap.

15

Lengte van de onderste uitsnijding.

16

Lengte van de trapvoet.

17

Breedte van de trap, inclusief trapbomen.

Trapvoet maken

Definieer of een trapvoet aan de onderzijde van de trap wordt gemaakt.

Tabblad Tredevormen

Gebruik het tabblad Tredevormen om de vorm van de treden te definiëren.

Alle andere treden/laatste trede aan de trapvoet

Selecteer de vorm van de trede. U kunt de vorm van de laatste trede aan de onderzijde definiëren als u Laatste trede als andere trede op Nee instelt.

Optie

Beschrijving

Standaard

Afgeschuind

Selecteer in onderstaande lijst met opties voor tredevormen of u een afmeting of een hoek wilt invoeren.

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Rechte trede

Bovenzijde recht, onderzijde afgeschuind

Voer twee afmetingen in.

Bovenzijde afgeschuind, onderzijde recht

Voer de verticale afmeting in en selecteer vervolgens of u een hoek of een horizontale afmeting wilt invoeren.

Boven- en onderzijde recht

Voer de verticale afmetingen in en selecteer vervolgens of u een hoek of een horizontale afmeting wilt invoeren.

uit

Selecteer de vorm van de voorste rand van de trede en voer de gewenste afmetingen in.

  • Standaard

  • Radius: maakt een afgeronde rand.

  • Vellingkant: maakt een afgeschuinde rand.

  • Nee: maakt een rechte rand.

in

Selecteer de vorm van de binnenste hoek van de trede en voer de gewenste afmetingen in.

  • Standaard

  • Radius: maakt een afgeronde binnenhoek.

  • Vellingkant: maakt een afgeschuinde binnenhoek.

  • Nee: maakt een rechte binnenhoek.

Tabblad Bordessen

Gebruik het tabblad Bordessen om boven- en/of onderbordessen te maken.

Bordessen maken

Definieer of er één of twee bordessen worden gemaakt of dat er geen bordessen zijn.

Afmetingen en verlengingen van bordessen

Beschrijving

1

2

Dikte van het onderbordes.

Lengte van het onderbordes.

3

4

Lengte van het bovenbordes.

Dikte van het bovenbordes.

5

7

Linker- en rechterverlenging van het onderbordes.

6

8

Linker- en rechterverlenging van het bovenbordes.

Tabblad Schrobranden

Gebruik het tabblad Schrobranden om de horizontale en/of verticale schrobranden aan beide zijden of alleen aan de andere zijde van de trap te maken.

Afmetingen

Beschrijving

1

2

De dikte van de verticale schrobrand.

De breedte van de verticale schrobrand.

3

4

De breedte van de horizontale schrobrand.

De dikte/hoogte van de horizontale schrobrand.

Horizontale schrobranden

Onderdeel

Beschrijving

Maken

Definieer of horizontale schrobranden worden gemaakt.

Maken op trapvoet

Definieer of horizontale schrobranden aan de trapvoet worden gemaakt.

Deze optie werkt op dezelfde manier als de optie Maken.

Afschuining binnenzijde

1

Selecteer het type de afschuining aan de binnenzijde en voer de gewenste afmetingen in.

Kopse kant

2

Selecteer het type kopse kant en voer de gewenste afmetingen in.

Helling

3

Stel de helling in als een hoek of als een afmeting. De helling maakt de schrobrand schuin.

Hoekafwerking trapvoet

Definieer of er een hoekafwerking aan de trapvoet wordt gemaakt.

Schrobranden boven en onder

Definieer de horizontale lengte van schrobranden aan bovenste trede en aan de trapvoet. Wanneer er geen trapvoet wordt gemaakt, lopen de verticale schrobranden door tot het laagste niveau van de trap.

Verticale schrobranden

Onderdeel

Beschrijving

Maken

Definieer of er verticale schrobranden worden gemaakt.

Helling

Stel de helling in als een hoek of als een afmeting. De helling maakt de schrobrand schuin.

Tabblad Trapbomen

Gebruik het tabblad Trapbomen om trapbomen en schrobranden aan de linkerzijde, rechterzijde of aan beide zijden van de trap te maken.

Onderdelen

Onderdeel

Beschrijving

Trapbomen maken

Definieer of er trapbomen worden gemaakt.

Bovenste schrobrand maken

Selecteer een optie om de bovenste schrobranden te maken.

Onderste schrobrand maken

Selecteer een optie om onderste schrobranden te maken.

Helling

Hiermee kunt u het binnenvlak van de trapbomen laten hellen.

U kunt de helling definiëren met een hoek of een maatlijn.

Afschuining binnenzijde

Definieer of de binnenrand van de trapboom wordt afgeschuind of niet.

Afschuining buitenzijde

Definieer of de buitenrand van de trapboom wordt afgeschuind of niet.

Trapboomhoogte

Definieer hoe de hoogte van de trapboom wordt bepaald.

Afmetingen

Beschrijving

1

De hoogte van de onderrand van de trapboom.

2

De horizontale afstand van de onderrand tot de ondertrede.

3

De hoogte van de bovenrand van de trapboom.

4

De breedte van de trapboom.

5

Het verschil in hoogte dat de loodrechte afstand tussen de trederand en de trapboomrand is.

U kunt deze afmeting alleen invoeren als Trapboomhoogte op Hoogte t.o.v. trede is ingesteld.

6

Totale hoogte van de trapboom.

U kunt deze afmeting alleen invoeren als Trapboomhoogte op Standaard of Totale Hoogte is ingesteld.

Tabblad Antislip/schopbord

Gebruik de tabbladen Antislip en Schopbord om antislipoppervlakken te maken.

Onderdelen

Onderdeel

Beschrijving

Antislip maken

Schopbord maken

Definieer of antislip of schopborden worden gemaakt.

Antislip op trapvoet maken

Definieer of antislip aan de trapvoet wordt gemaakt.

Uitsnijding maken

Definieer of u uitsnijdingen met het antislipprofiel wilt maken.

De uitsnijdingen worden standaard niet gemaakt.

In betonelement opnemen

Definieer of antislip of schopborden in het betonelement worden opgenomen.

Profiel

Definieer het antislip- of schopbordprofiel door het in de profielendatabase te selecteren.

Rotatie

Selecteer een optie om het antislip- of schopbordprofiel te roteren.

Positie antislip/schopbord

Beschrijving

1

2

Afstand van de antislip of het schopbord vanaf de linkerrand van de trede.

Afstand van de antislip of het schopbord vanaf de rechterrand van de trede.

Beschrijving

1

Afstand vanaf de voorste rand van de trede.

2

Diepte voor de antislip of het schopbord.

Tabblad Attributen

Gebruik het tabblad Attributen om de eigenschappen van verschillende traponderdelen te definiëren.

Onderdeelattributen

Optie

Beschrijving

Standaard

Pos.nr.

Prefix en Startnummer voor het positienummer van het onderdeel.

Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren.

Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Materiaal

Materiaalkwaliteit.

Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de instellingen Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Naam

De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven.

Klasse

Onderdeelklassenummer.

Tabblad UDA

Gebruik het tabblad UDA om extra gegevens over de gemaakte onderdelen op te geven.

Tip:

De gebruikersattributen zijn hoofdlettergevoelig. Controleer de juiste spelling van een attribuut in het bestand objects.inp.

Was dit nuttig?
Vorige
Volgende