Selecteer de vorm van de openingen en uitsparingen.

• Vierkant - in het midden van de plaat

• Rond - in het midden van de plaat

• Aan één uiteinde van de plaat

• Aan beide uiteinden van de plaat

Holle posities

Als u selecteert dat openingen of uitsparingen aan één uiteinde of aan beide uiteinden van een plaat wilt toevoegen, voert u de posities in van de kanalen die worden uitgesneden.

De posities zijn bij het begin van het onderdeel van links naar rechts genummerd. Het onderdeel wordt vanaf de bovenzijde in richting van het begin naar het einde weergegeven. De openingen en uitsparingen worden in dezelfde ruimtes aan het uiteinde van het onderdeel gemaakt.

Diameter

Definieer de grootte van de opening in de lengte- en dwarsrichting of de diameter voor een ronde opening.

De breedte van de opening definieert of de opening klein of groot is.

Type opening

Selecteer het type van de opening.

Exacte plaatsing via punt

Selecteer of de opening exact op de aangewezen locatie wordt gemaakt.

Centraliseren

Selecteer hoe het midden van een opening wordt gecentreerd.

• Op kanaal:

  De opening wordt gecentreerd ten opzichte van de kanaalplaat.

• Op lijf:

  De opening wordt gecentreerd ten opzichte van het lijf.

Volledige breedte van kanaal

Selecteer of de opening wordt uitgesneden op basis van de minimumbreedte van de kanalen of het aantal kanalen.

Als u deze optie wilt gebruiken, moet u de opening Op kanaal in de optie Centraliseren centreren.

XML bestand

Selecteer het externe XML-bestand waarin u de openings- en plaatprofielen hebt gedefinieerd.

Naam van uitsnijding

Definieer een naam voor het uitgesneden deel.

Definieer de diepte van de uitsparing.

Definieer de uitlijning voor de opening.

Selecteer of de dikke zijde van de opening wordt verwijderd.