In orthogonale richtingen snappen
U kunt met de tool Orthogonaal naar orthogonale punten in modellen en in tekeningen snappen. Als u objecten maakt die van u eisen dat u meerdere punten aanwijst, kunt u in orthogonale richtingen relatief ten opzichte van de twee eerder aangewezen punten snappen.
De tool Orthogonaal heeft de laagste prioriteit onder de snappunten.
Zelfs als u de tool Orthogonaal hebt ingeschakeld maar Tekla Structures een ander mogelijk snappunt dan een orthogonaal punt detecteert, gebruikt Tekla Structures het gevonden snappunt in plaats van het orthogonale snappunt. Als er geen andere mogelijke snappunten worden gevonden, gebruikt Tekla Structures het orthogonale snappunt.
De orthogonaaltool inschakelen
Voordat u naar orthogonale richtingen kunt snappen, moet u ervoor zorgen dat de tool Orthogonaal is ingeschakeld. De letter O in de statusbalk aan de onderkant van het Tekla Structures hoofdvenster geeft aan dat Orthogonaal is ingeschakeld.
Als Orthogonaal niet is ingeschakeld:
-
druk op O om deze in te schakelen
-
of klik op Orthogonaal in.
en schakel het selectievakje
Naar orthogonale punten snappen
Gebruik de tool Orthogonaal om naar het dichtstbijzijnde orthogonale punt op het vlak (0, 45, 90, 135, 180 graden, enzovoort) te snappen. De muisaanwijzer snapt automatisch naar posities op gelijke afstanden in de gegeven richting. Dit kan handig zijn als u bijvoorbeeld labels op een consistente wijze in exacte locaties in een tekening moet plaatsen.
In orthogonale richting relatief ten opzichte van eerder aangewezen punten snappen
Wanneer u objecten maakt waarbij u meer dan twee punten moet aanwijzen, bijvoorbeeld wanneer u een polyprofiel of een willekeurige plaat maakt, kunt u in orthogonale richtingen ten opzichte van de twee eerder aangewezen punten snappen. Dit kan handig zijn als u bijvoorbeeld een rechthoekige plaat moet maken die zich wel op het kijkvlak maar niet op de x- en y-assen bevindt.
Een tijdelijk referentiepunt instellen
U kunt een tijdelijk referentiepunt instellen dat als een lokale oorsprong bij het snappen in modellen en tekeningen moet worden gebruikt. De tool Orthogonaal en de snapknop Naar loodrechte punten snappen gebruiken meestal de referentiepuntgegevens.
De referentiepuntgegevens worden automatisch op het laatste aangewezen punt ingesteld en als een grijs kruis weergegeven. Wanneer u een commando onderbreekt, worden de referentiepuntgegevens gewist, waarmee het laatste aangewezen punt wordt bedoeld. Als u het referentiepunt moet gebruiken, stelt u het tijdelijke referentiepunt handmatig in.
Instellingen voor de tool Orthogonaal
Gebruik de instellingen in het dialoogvenster Snapinstellingen om de hoekinterval voor Orthogonaal in te stellen. Gebruik de optie Hoekinterval of de optie Aangepaste hoeken.
De standaardwaarde voor de hoekinterval is 90 graden.